Bijlage no. 29. Bijlage tot het verslag der handelingen van don gemeenteraad van Leeuwarden, 1911. Litt. E. Tweede brief van den districtsschoolopziener. Leeuwarden, 29 September 1911. No. 401. Beschikking dd. 27 September j.l. no. 2194 2e afd. schoolgeldheffing gemeenteschool no. 12. Ter voldoening aan de terzijde aangehaalde be schikking heb ik de eer U Hoogedelgestrenge te berichten, dat de juistheid der opmerking, gemaakt in mijn advies van 30 Augustus j.l. no. 355 door B. en W. van Leeuwarden in hun schrijven van 28 September no. 2808/1074 niet alleen niet wordt bestreden, maar indirect toegegeven. Alleen wordt aan de door den gemeenteraad vast gestelde regeling de voorkeur gegeven met het oog op de belangen der kinderen uit de buiten gemeenten. Afgezien van de principieele vraag, of het aangaat eene minder rechtvaardige regeling voor de school- geldplichtige ouders in eigen gemeente te treffen ten behoeve van buitenwonenden, meen ik onder Uwe aandacht te moeten brengen, dat nu het voor nemen bestaat bij de gemeente Leeuwarden met de buitengemeenten gemeenschappelijke onderwijs- regelingen aan te gaan, het m. i. niet moeielijk Den heer Commissaris der Koningin van Friesland, te Leeuwarden. zal zijn deze zoo samen te stellen, dat do bloei van gemeenteschool no. 12 geen schade lijdt. Wordt deze regeling toch zoo getroffen, dat door de buitengemeenten voor eiken leerling van gemeenteschool no. 12 een zeker bedrag aan de gemeente Leeuivarden wordt vergoed, dan kan de buitengemeente zelve het te betalen schoolgeld regelen en invorderen geeft men er daarentegen de voorkeur aan, dat door de schoolgeldplichtigen uit die gemeenten direct het schoolgeld aan de gemeente Leeuwarden wordt betaald, dan zal men zonder eenig practisch bezwaar in de te treffen regeling de bepaling kunnen opnemen, dat het be stuur der buitengemeente op verzoek van Leeuivarden opgeeft, of het inkomen van den schoolgeldplichtige beneden de 2500.—, van 2500.tot 4500. dan wel boven de 4500.bedraagthet school geld zou dan respectievelijk op 30.f 40. of f 50.voor deze leerlingen kunnen worden vast gesteld, zoodat aan den bloei der school geenerlei nadeel werd toegebracht. Het wil mij toch voorkomen, dat voor de buiten wonenden met een inkomen van meer dan 2500. het te betalen schoolgeld geen beletsel zal kunnen zijn, evenmin als dit voor de ingezetenen van Leeu warden het geval is, terwijl voor hen, die dat inkomen niet bezitten, de regeling dezelfde blijft als die hun door B. en W. is toegedacht. De Schoolopziener in het district Leeuivarden, (get.) C. J. PRAKKEN. 306' Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1911. Bijl. no. 29. MEMORIE VAN ANTWOORD op het sectie- verslag omtrent de ontwerp-gemeente- begrooting voor 1912 (bijlagen nos. 1 en 2 van 1912 en 27). ALGEMEENE BESCHOUWINGEN. In de eerste plaats wordt onder dit hoofd ge vraagd naar den stand van het stadhuisvraagstuk. Sinds de laatste mededeelingen dienaangaande van Burgemeester en Wethouders in besloten raads vergadering, waarop hier begrijpelijkerwijze niet teruggekomen kan worden, is in dezen nog geen verandering gekomen. Burgemeester en Wethouders kunnen de verzekering geven, dat zij bij voortduring hun aandacht op het zoeken naar eene bevredigende oplossing gevestigd houden, omdat zij er wel in de eerste plaats van overtuigd zijn, dat verbetering hier niet veel langer meer kan uitblijven. Inmid dels moet ook den nieuw opgetreden burgemeester de gelegenheid worden gelaten zich van het reeds omvangrijk geworden dossier op de hoogte te stellen, waarna deze aangelegenheid opnieuw bij het college in bespreking zal worden gebracht. Aan het gerelateerde omtrent den tramaanleg kunnen Burgemeester en Wethouders nog toevoegen, dat aan het bureau van gemeentewerken regelmatig wordt gearbeid aan datgene wat ter zake door de gemeente moet worden verricht. Voor het overige is, nadat de concessie door de maatschappij zal zijn aangenomen, hetgeen zal moeten geschied zijn binnen een maand na verkregen goedkeuring van den Minister van Waterstaat, het woord aan den concessionaris, die zal hebben zorg te dragen, dat de tramlijn in exploitatie zal zijn gebracht op de daarvoor in de voorwaarden door het Rijk aan zijn eventueel te verleenen voorschot te verbinden be paalde termijnen (art. 2 der concessie). De bezwaren van het hulpziekenhuis overschatte men niet. Het is Burgemeester en Wethouders niet bekend dat van deze plaats uit zich besmette lijke ziekten in de stad hebben verspreid, zoodat zij hier bepaaldelijk de alarmeerende mededeeling meenen te moeten tegenspreken, als zou het zieken huis een besmettingshaard zijn, al mag anderzijds gereedelijk worden toegegeven dat, had men een geheel nieuwe inrichting te vestigen, 'men daarvoor waarschijnlijk een plaats zou uitzoeken, minder tus- schen de bebouwing gelegen, zooals ook bij drei gende epidemieën van ernstigen aard, als cholera, voor de hulpbarak een plaats buiten de kom is uitgekozen. De kwestie van de gemeentelijke bad- en zwem inrichting is inderdaad, nu binnenkort op tramver binding langs den Groningerstraatweg kan worden gerekend, in een andere phase gekomen. Een voorstel van den Directeur der Gemeente werken tot opruiming van de septic-tank in de Potmarge heeft Burgemeester en Wethouders be reikt. Deze zaak is dus bij het college in bespre king. Als vast staat dat een dergelijke inrichting niet noodig is voor de zich thans op het terrein der voormalige stroocartonfabriek vestigende indus trieën of gemist zal kunnen worden met het oog op de plannen, waarop onder volgno. 145 is ge doeld, doch die nog bij Burgemeester en Wethou ders in voorbereiding zijn en waarop uitteraard thans niet kan worden ingegaan, zullen voorstellen den Raad ongetwijfeld bereiken. Burgemeester en Wethouders kunnen geen mede deelingen doen over het veranderen van het Wil- helminaplein in een volkspark, omdat het nimmer een punt van opzettelijke bespreking in hunne vergadering heeft uitgemaakt. Voorshands zouden zij betwijfelen of naast de plantsoenen aan de Westerplantage, de Noorderplantage bij de Olde- hove en den Arendstuin, die alle drie niet kleiner zijn dan genoemd plein, en naast den Prinsentuin en het Rengerspark, aan een dergelijke verandering behoefte bestaat. Bovendien kan het met het oog op het gebruik ervan voor kermisstandplaatsen niet als open ruimte worden gemist. Drooglegging van het gedeelte stadsgracht bij den Prinsentuin, waarop verder in het sectierapport wordt gedoeld, is destijds nagelaten, omdat dit, indien men niet met een zeer primitieve taludversterking vóór den kademuur wenscht te volstaan, het kost bare vooruitbrengen van dien nog in goeden staat van onderhoud verkeerenden muur zou medebrengen. De vraag van openbare speelgelegenheden voor kinderen is gemakkelijker gesteld dan beantwoord. Met het hier en daar neerwerpen van zandhoopen heeft men haar nog niet opgelost. Ook van dit punt geldt hetzelfde als boven is medegedeeld omtrent een park op het Wilhelminaplein. Ten aanzien van de volgende opmerking in voering van het premiestelsel bij de onderscheidene diensttakken kan worden verwezen naar artikel 33 van het Werkliedenreglement, luidende Wan neer een werkman zich bij eenigen arbeid bijzonder heeft onderscheiden, kan door het betrokken hoofd van den tak van dienst aan Burgemeester en Wet houders worden voorgesteld den werkman deswege een extra belooning toe te kennen. De Burgemeester heeft, ook in verband met de jongste aanvulling van het Wetboek van Strafrecht, in het bijzonder de aandacht van den Commissaris van Politie gevestigd op de in de tweede sectie geuite klacht over het kwaad der straatprostitutie en der souteneurs. Dat de lieeren Beekhuis en Feddema een voorstel hebben gedaan om faecaliën op andere wijze te doen loozen dan op tonnen is Burgemeester en Wethou ders niet bekend. Wel is bij de algeheele herzie- 307

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1911 | | pagina 152