311
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1911.
Men vergete echter niet dat in deze geleidelijke
verandering ook andere stadsgedeelten moeten
deelen en dat de daarvoor beschikbare geldon be
perkt zijn.
Volgno. 145. Aan het bureau van gemeentewerken
wordt aan voorstellen ten aanzien van verbetering
en verruiming van bruggen, ook van die over de Pot-
marge in den Grachtswal, gearbeidde Yerversbrug
is hieronder evenwel niet begrepen. Komt eene
wijziging van de Oosterbrug in den geest van de
in de secties gemaakte opmerkingen tot stand, dan
zullen zeker maatregelen tot beperking van het
verkeer in de Oosterstraten en Peperstraat moeten
worden genomen.
Omtrent de vraag of reeds thans moet worden be
paald dat rijwielen in genoemde straten niet of slechts
in één richting mogen worden bereden verwijzen Bur
gemeester en Wethouders, hoewel de geopperde be
zwaren moeilijk kunnende ontkennen, naar hun
antwoord in de memorie van antwoord op het sectie-
verslag voor de begrooting ten vorigen jare jare
gegeven. (Bijlage 21 van 1910, blz. 282). Het daar
toegezegde overleg met den Commissaris van Politie
heeft geleid tot hun besluit om in den bestaanden
toestand niet in te grijpen, omdat eene goede op
lossing hier verre van gemakkelijk schijnt.
Een rapport omtrent verbeterde afsluiting bij
bruggen in geopenden stand wordt door den
Directeur der Gemeentewerken voorbereid.
Aan de mededeeling ten opzichte der vervuilde
slooten kan nog worden toegevoegd dat, wat die
ten zuiden der Achter Stienser Landbuurt betreft,
den Raad waarschijnlijk binnenkort een voorstel
zal bereiken, dat, wordt het aangenomen, hier een
geregelden toestand in het leven zal roepen. In
middels worde niet uit het oog verloren, dat deze
verbetering reeds eerder tot stand had kunnen zijn
gebracht, als de Raad op het voorstel van Burge
meester en Wethouders van 22 Februari 1911
(Handelingen 1911, blz. 23) ware ingegaan.
Van den eigenaar der in den weg uitspringende
fabriek aan het Noordvliet (Slot) is eene aanbieding-
ingekomen den muur terug te bouwen tegen be
taling eener vergoeding door de gemeente. De
Directeur der Gemeentewerken zal nader over de
gestelde voorwaarde rapporteeren en daarbij tevens
de vraag onder de oogen zien of, springen deze
onderhandelingen af, verbetering door versmalling
van het vaarwater mogelijk is.
Volgno. 146. Met het plaatsen van onderheesters
aan den Poppeweg is geene verfraaiing beoogd,
doch slechts beschutting van den weg tegen wind,
zoodat hij als wandelweg meer geschikt zal worden.
Het advies van het bureau gemeentewerken, dat
Burgemeester en Wethouders behoeven over het
doen van de door hen toegezegde mededeelingen
aan den Raad omtrent het adres van de bewoners
der Spanjaardslaan, waarop hier ter plaatse wordt
gedoeld, is zeer kort geleden ingekomen, terwijl
bij de begrooting gerekend is op een bedrag voor
verbetering van het pleintje ten westen van de
Noorderbrug.
Volg. 159. Het uittrekken eener som voor verbetering
der Bleekerstraat brengt niet mede dat deze zou
moeten worden gevonden door trottoiraanleg. Ook
op andere wijze kan in een betere bestrating, die
hier te wenschen overlaat, worden voorzien.
Dat men er algemeen voor de vinden zou ziin
O
den prikkel op te heffen die in het feit gelegen
is, dat de gemeente in particuliere straten geen
gas behoeft te leveren de moeilijkheid verbonden
aan het hebben van buizen in een anders grond
ontveinze men zich evenmin kunnen Burge
meester en Wethouders niet aannemen. Daar waar
het voordeel voor de gemeente bij gaslevering
grooter is dan het nadeel dat de straat haar niet
toebehoort, zullen zij niet nalaten den voor de
gemeente voordeeligsten weg te kiezen. Rapporten
op dit punt van den Directeur der Gasfabriek liggen
bij Burgemeester en Wethouders ter tafel.
Welke gedragslijn bij levering van electriciteit
zal moeten worden gevolgd zal nog in de desbe
treffende verordening moeten worden uitgemaakt.
Uitteraard zal de vraag zich hier minder vaak voor
doen dan bij het gas.
Volgno. 161. Toegegeven kan worden dat de
taludversterking aan den Noordersingel niet op zeer
langen duur berekend is. Met het oog op de kosten
wordt de voorziening meer als een voorloopige be
schouwd, ook in verband met de vraag of hier
mettertijd geen kademuren gemaakt zullen moeten
worden.
Volgno. 163. De vraag omtrent „het steeds hooger
worden der maandelijksche gasrekening" kan, zooals
zij in hare algemeenheid door sommige leden van
een tweetal secties gedaan is, natuurlijk bezwaarlijk
beantwoord worden. Voor meer gedetailleerde mede
deelingen houden Burgemeester en Wethouders
zich aanbevolen.
Volgno. 164. Een zuiver overzicht welke de kosten
zullen zijn van het administratieve personeel voor
de Electrische Centrale bestaat bij Burgemeester
en Wethouders nog niet. Er is ook voor algemeene
kosten, waarvoor dus nog niet een dadelijke bestem
ming is aangewezen, een som geraamd, zoodat de
totaalpost, die wordt voorgedragen en waarop alleen
wordt uitgegeven, waarschijnlijk zal blijken voor
het eerste jaar hoog genoeg te zijn geraamd.
De plaats der transformatoren- (niet kabel-) huisjes
is door Burgemeester en Wethouders aangewezen.
Daarbij was men niet geheel vrijlengte en ligging
der kabels hadden haren invloed. Burgemeester
en Wethouders hebben zich waarlijk niet voorgesteld
dat hunne keuze van de plaatsing onmiddellijk de
algemeene instemming zou verwerven, daarvoor
acht het publiek zich in een dergelijke aangelegen
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1911. Bijl. no. 29.
heid te spoedig tot beoordeeling bevoegd. Zij meenen
echter naar hun beste weten te hebben gehandeld.
Toegegeven kan worden dat de toelichting, ge
geven voor den aftrek van 2000.rente, minder
juist is. Daar echter ook bij het werkensklaar
zijn der centrale nog niet direct de volle rente
behoeft te worden betaald, omdat de laatste ge
deelten der aannemingssommen eerst na het ver
strijken van de onderhoudstermijnen moeten worden
betaald en verder de ontvangsten, mede in ver
band met den hierbedoelden rentepost, laag zijn
gehouden door aftrek van 2000.voor minder
gebruik gedurende de zomermaanden, welk bedrag
vrij zeker belangrijk te hoog is, is te verwachten
dat het hierbedoelde bedrag de exploitatie niet
zal drukken.
Volngo. 167. Burgemeester en Wethouders achten
de hier bedoelde belooning juist uitgetrokken de be
wuste werkman toch is niet een volledige werkkracht.
Volgnos. 175 en 176. Tot dusver zijn de boer
derijen en ook de hekken en damleggers voor de
uitgetrokken bedragen voldoende onderhouden
kunnen worden. Vooralsnog komt verhooging van
volgno. 176 dus niet noodig vooi-, ook hierom niet,
omdat, blijkt inderdaad voor een onderdeel een
eenigszins hoogere uitgave noodig, deze zonder
bezwaar kan geschieden zoolang de totaalcijfers
(hier respectievelijk 1530.en 1115.ruim
genoeg blijken.
De oeverversterking aan Wijiaarderburen is dezen
zomer niet uitgevoerd geworden omdat men de
voorziening op een bepaalde wijze wil laten uit-
uitvoeren, terwijl de persoon, die met dat soort
werkzaamheden bij uitstek vertrouwd is, niet eerder
dan in 1912 daarvoor beschikbaar is.
Volgnos. 189, 200, 223, 233. Verwezen wordt
naar de aan deze memorie toegevoegde nota van
wijzigingen. De onder laatstgenoemd volgno. ge
maakte opmerking is juist.
Volgno. 191. De waagmeester deelt naar aan
leiding van het onder dit volgno. aangeteekende
mede dat de bedoelde kaas naar alle waarschijnlijk
heid is geweest een partij zoogenaamde randkaas,
waaraan echter geen spoor van bederf was te zien.
Deze waar, is zij goed afgewerkt, wordt in gewone
omstandigheden aan de waag voor 8 a 4 cent per
pond verkocht. Op het huidige oogenblik is zij
echter veel duurder, en zelfs zou de kaas, die in
Mei voor 1 cent per pond is verkocht, thans vor-
moedelijk 8 a 9 cent kunnen opbrengen. Het is
dus a priori niet te zeggen dat kaas reeds om den
lagen prijs voor verdacht mag worden gehouden,
evenmin als dit gemakkelijk uit andere omstandig
heden is af te leiden.
Volgno. 201a. Het lid hier aan het woord worde
verwezen naar de behandeling ten vorigen jare in
den Raad van de verordening regelende de aanstel
ling enz. van schoolartsen bij het openbaar lager
onderwijs (vergaderingen van 27 September en 11
October). Hem zal dan duidelijk zijn waarom bij
de nota van wijziging (bijlage 21 van 1910) op de
begrooting van 1911 weer een som voor de bestrij
ding van besmettelijk hoofdzeer werd aangevraagd.
Om dezelfde reden geschiedt dit ook thans.
Volgno. 215a. Zal het blijken dat de projectielan
taarn in de school voor het onderwijs meer vrucht
dragend, en waarover de schoolartsen wellicht
in de gelegenheid zullen zijn het hunne te zeggen
voor de oogen der kinderen beter zal zijn dan de
kinematograaf, dan zal daarmede voor een volgende
begrooting rekening gehouden kunnen worden. De
uitgave is voorloopig bedoeld als proef. Voor het
bijzonder onderwijs, het behoeft nauwelijks te worden
gezegd, kan de gemeente daarbij geen kosten maken
(artikel 3 der Wet tot regeling van het lager on
derwijs).
Volgno. 238a. Deze post is op de begrooting ge
bracht naar aanleiding van een bij den Raad inge
komen adres dat in handen van Burgemeester en
Wethouders om praeadvies is gesteld. Het adres
ligt bij de begrootingsstukken. Wordt de post
aangenomen dan brengt dit, althans voor het jaar 1912,
een gunstige beschikking op het adres mede.
Volgno. 241. Dat het zijne nadeelen heeft dat lijders
aan verschillende besmettelijke ziekten in één gebouw
worden verpleegd, kan niet geheel worden ontkend.
Nadrukkelijk betoogt de Geneesheer-Directeur van
het Stadsziekenhuis echter dat het bezwaar,
waarop hier gewezen wordt, meer van theoreti-
schen dan van practischen aard is. Sedert een
paar dagen doet zich thans het geval voor dat
lijders aan twee verschillende besmettelijke ziekten
gelijktijdig in het hulpziekenhuis worden verpleegd.
Dit is sinds de bijna 13 jaar, die de Directeur in
functie is, nog maar weinig voorgekomen. De aard
van de ter zake getroffen maatregelen maakt evenwel
elk gevaar voor wederzijdsche besmetting zoo goed als
denkbeeldig. Het getal der zieken die in de inrichting
gelijktijdig verpleegd kunnen worden is 40 a 60. Voor
zoover bekend, zijn er nooit meer dan 10 tegelijkertijd
opgenomen. De formaliteiten aan de opneming in
het Ziekenhuis verbonden en neergelegd in de des
betreffende verordeningen zijn zoo eenvoudig en
doeltreffend, dat daarin geen wijziging behoeft te
worden gebracht. In urgente gevallen verloopt ten
hoogste een uur tusschen aanvrage en opneming.
Het werk in het Stads-Armhuis is nu zoo goed
als afgeloopen. Er zijn een zevental kamertjes ge
reed voor het samenwonen van gehuwden. Alleen
de kachels zijn nog niet alle geplaatst.
Volgno. 263. Het lid hier aan het woord worde
verwezen naar hetgeen in hunne memorie van ant
woord op het sectie-verslag der begrooting voor
1910 door Burgemeester en Wethouders onder
volgno. 149 is aangeteekend (bijlage 29 van 1909).
Volgno. 295. Het lid dat de opmerking maakt