Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1911.
aangesloten perceel te betreden, voorzoover en zoo
dikwijs dit naar het oordeel der Directie volgens
eenige bepaling dezer verordening noodig is.
Artikel 3.
De Directie kan na gedane aanvrage de aansluiting
doen uitvoeren. Indien zij tegen de aansluiting
bezwaar heeft, geeft zij daarvan kennis aan Burge
meester en Wethouders, die vervolgens op de
aanvrage beslissen.
De Directie kan, behoudens het bepaalde in het
vorig lid, de aansluiting weigeren
le. indien, naar haar oordeel, de hoofdkabel te
ver van het perceel is verwijderd, of het vermogen
van den hoofdkabel ontoereikend is, of de aansluiting
aan andere verbruikers last zou veroorzaken
2e. indien de aansluiting verlangd wordt voor
tijdelijke doeleinden, zooals illumatie, tentver
lichting enz.
3e. indien de aansluiting moet dienen als reserve
voor een licht- of krachtinstallatie of als aanvulling
voor eene electrische inrichting.
Wordt in een der gevallen, in dit artikel genoemd,
aansluiting verleend, dan kunnen Burgemeester en
Wethouders hieraan bijzondere voorwaarden, ook
wat het tarief betreft, verbinden.
Artikel 4.
Het loggen en onderhouden van den aansluitkabel
en de bijbehoorende toestellen, het in huur geven,
aansluiten en onderhouden van den meter geschiedt
door of vanwege het bedrijf.
De kosten van den aanleg en het onderhoud van
kabel en toestellen worden door het bedrijf gedragen,
tenzij de meter verder dan drie meter van de grens
van het aan te sluiten perceel is verwijderd, in
welk geval de meerdere kosten, veroorzaakt door
den grooteren afstand, door den aanvrager moeten
worden vergoed. De Directie wijst, na overleg met
den aanvrager, de plaats aan voor den meter en
de toestellen, die voor de aansluiting noodig zijn.
De aansluitkabel en de meter blijven eigendom
van het bedrijf.
Indien de Directie bepaalt, dat de aansluiting eener
binnenleiding moet geschieden door tusschenkomst
van een of meer transformatoren, stelt de aanvrager
hiervoor kosteloos een goed afsluitbare ruimte van
voldoende grootte, ingericht volgens aanwijzing van
de Directie, ter beschikking van het bedrijf. In
dit geval geeft de aanvrager aan het bedrijf het
recht, zonder eenige vergoeding, meer dan een
binnenleiding op genoemden transformator of trans-
toren aan te sluiten.
De meter en de overige toestellen, moeten, in
dien de Directie dit noodig acht, door en voor
rekening van den aanvrager worden omtimmerd.
316
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1911. Ti ijl. flO. 30.
Artikel 5.
Do aanleg en hot onderhoud van de binnonloiding
goschiedon vanwege en op koston van don aan
vrager.
De Directie zal hem kosteloos inlichtingen on
gegevens verstrekken ten dienste van het beoor-
deelen en uitwerken van plannen voor zijne binnen
leiding. Een nieuwe binnenleiding wordt slechts
aangesloten, indien zij voldoet aan de door Burge
meester en Wethouders vastgestelde binnenloiding-
O o
vooi'schriften. Deze voorschriften bevatten be
palingen omtrent de uitvoering der binnenleidingen,
de materialen, het inleveren, door of namens den
aanvrager, van teekeningen en opgaven en het
toezicht en de keuring door de Directie.
Het toezicht en de keuring geschieden kosteloos
voor eventueel herkeuren na het wegnemen van een
bij de keuring ontdekt gebrek, kan den aanvrager
5.in rekening worden gebracht.
De Directie is bevoegd een bestaande binnen
leiding onder bepaalde voorwaarden aan te sluiten.
Wijzigingen of uitbreidingen eener aangesloten bin
nenleiding, daaronder begrepen wijziging van lampen
of motoren, mogen slechts geschieden met voorkennis
en na schriftelijke goedkeuring dor Directie.
De Directie is bevoegd, zoo vaak zij dit noodig
oordeelt, de binnenloiding aan een onderzoek of
herkeuring te onderwerpen wanneer hierbij een
gebrek wordt vastgesteld, moet de verbruiker dit
verhelpen binnen een door de Directie te bopalen
termijn.
Artikel 6.
De hoeveelheid geleverde electrische stroom wordt
gomoten door electriciteitmotersdie het aantal
geloverdo eenheden (kilowatturen, K. W. IT.) aan
wijzen. Zoo vaak de Directie dit noodig acht, doch
in den regel één keer per maand, wordt de moter
stand vanwege de Directie opgenomen en aange-
teekend op een kaart, dio zich bij den meter en
onder het bereik van den met de opneming belasten
ambtenaar moot bevinden.
Indien do aangesloteno dit verlangt, wordt de
meter door do Directie herijkt. Blijkt bij dezo hor-
ijking de onnauwkeurigheid in de aanwijzing meer
dan 5 °/0 te bedragen, dan worden de kosten van
do herijking en van de eventueel noodige vervanging
van don meter, door het bedrijf godragen; bedraagt
de onnauwkeurigheid minder dan 5 dan betaalt
do aanvrager do koston a 2.50. Hij, die de her
ijking aanvraagt, lieoft het recht daarbij tegon-
woordig te zijn of zich te doen vertegenwoordigen.
Heeft de meter te eoniger tijd niot behoorlijk
gefunctionnoerd, dan wordt voor de beoordooling
van de hoeveelheid der verbruikto eneredo, naar
O 7
keuze der Directie, voor de betreffende maand als
maatstaf aangenomen óf de hoeveelheid in dezelfde
maand van het vorig jaar óf het gemiddelde van
317