Bijlage tot liet verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1911. Art. 7. II. De helft van de door de concessionaris, als waar- In het eerste lid van artikel 7 vervallen de borg voor de nakoming barer verplichtingen in de woorden „behoudens het bepaalde bij artikel 23 gemeentekas gedeponeerde geldswaardige papieren, totaal tot een bedrag van ƒ2500.—, wordt aan haar teruggegeven, zoodra de tramweg in exploitatie is gebracht. Het overige blijft voor den geheelen duur van de concessie onder de gemeente berusten, die bevoegd is daaruit zonder eenigen vorm van proces te verhalen alle kosten voor werken, die ingevolge de voorwaarden van deze concessie door de gemeente voor rekening van de concessionaris worden verricht, terwijl het fonds door de conces sionaris steeds op eenvoudige aanschrijving van Burgemeester en Wethouders binnen 8 dagen daarna tot het bedrag van 1250.— moet worden aangevuld. Hetgeen behoudens het bepaalde bij art. 23 van het waarborgfonds bij het einde van de concessie zal blijken over te zijn, wordt aan de concessionaris teruggegeven. Het geheelo waarborgfonds is ten behoeve van de gemeente verbeurd, indien de concessionaris op den overeenkomstig artikel 2 voor het in exploitatie brengen van den tramweg gestelden termijn niet aan hare verplichtingen heeft voldaan. De coupons van de gedeponeerde geldswaardige papieren zullen, zoolang die het eigendom zijn van de concessionaris, op de vervaldagen aan haar worden uitgereikt. Art. 8. De concessionaris is verplicht geheel op eigen kosten in den besten staat naar genoegen van Burgemeester en Wethouders te onderhouden die gedeelten van aan de gemeente behoorende straten, wegen en bermen, die tusschen de rails en tot op 0.45 meter daarbuiten gelegen zijn, alsook de kunst werken, die door haar daarin aangebracht zijn. Zij is verplicht na schriftelijke kennisgeving van Burgemeester en Wethouders onverwijld die her stellingen aan den weg, de bermen, de kunstwerken enz. aan te brengen, welke door Burgemeester en Wethouders noodzakelijk worden geacht, die daarbij een termijn stellen binnen welken de herstelling moet plaats hebben. Bij gebreke van herstelling binnen den bepaalden termijn is de gemeente bevoegd, van harentwege het gebrekkige werk voor rekening van de conces sionaris te doen verbeteren. Art. 9. De concessionaris is gehouden volledig in alle deelen uitgewerkte plannen van de te volgen rich ting en van alle werken in den openbaren weg ten minste drie maanden vóór het begin van uitvoering daarvan, aan de goedkeuring van Burgemeester en Wethouders te onderwerpen. Vóór dat die goedkeuring op elk onderdeel ver- III. In artikel 8, le lid, vervallen de woorden „alsook de kunstwerken, die door haar daarin aangebracht zijn" en in het 2e lid de woorden „de kunstwerken". 324 Bijlage tot hot verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1911. Bijl. 110. S!2. leend is, mag met den aanleg niet worden begonnen. Van den weg in 't algemeen moet een overzichts kaart worden overgelegd op een schaal van 1 a 2500, met aanduiding van alle kadastrale perceelon op en binnen 30 meter ter weerszijden van den weg. Voor zoover dit nader door Burgemeester en Wethouders zal worden gevorderd, moeten van onderdoelen van den weg bovendien teekeningen op een schaal van 1 a 200 worden overgelegd en van kunstwerken op een schaal van 1 a 100 een en ander met duidelijke omschrijving. Elke verandering of noodig gebleken wijziging in een in den openbaren weg gelegen werk moet do goedkouring van Burgemeester en Wethouders hebben vorkrogen, vóór zij wordt uitgevoerd. Art. 10. Onverminderd de verplichting, voortvloeiondo uit het bepaaldo bij art. 6, 2e lid, is de concessionaris gehouden die gedeelten der baan, waar volgens het oordeel van Burgemeester en AVethouders behoefte bestaat aan verharding van het wegvlak, over oeno broodto van ten minste 2.50 meter te bestraten met waalstraatklinkers op hun kant, do rails te plaatson op stoolen en te voorzien van contrarails, binnen 3 maanden na ontvangst van den last daartoe. Voor zoover do tramweg zal loopen over ter- roinen, lager gelegen dan 0.80 meter boven F. Z. P. en die naar het oordeel van Burgemoestor en AVet houders op don duur niet door bemaling watorvrij kunnen worden gehouden, zal dio weg met bermen door en voor rekening van de concessionaris op het genoemde peil moeton worden gebracht. Art. 13. Het midden van den tramweg moot minstens 2.50 meter uit het hart, van boomon en minstons 2 motor uit den buitenkant van rasterwerken, gobouwon enz. verwijderd zijn. In bijzondere gevallen kunnen Burgemeester en AVethouders hierop uitzonderingen toestaan. Art. 14. IV. In het tweede lid van artikel 9 wordt in plaats van hot cijfer „30" gelezen „5 inoter en, voorzoovor het huizen zijn, 10". V. Het tweede (laatste) lid van artikel 10 vervalt. VT. Artikel 13 vervalt. VTT. De te maken wissels moeten geheel buiten de Do eerste twee loden van artikel 14 vervallen, kunstbanen der wegen vallen. In bijzondere gevallen of als Burgomeestor en AVethouders dit noodig voorkomt kunnen zij hiervan afwijking toestaan. Spoorstaven of andero onderdeelen van den tram- In hot derdo (thans eonige) lid wordt gelezen weg, die in de kunstwegen liggen, mogen noch ter in plaats van „noch ter buiten-, noch ter binnen- buiten-, noch ter binnenzijde boven hot straatvlak zijde" „niet", uitsteken. Art. 19. Voor het maken van bureaux, halten of stations, zoomede voor het vaststellen van los- en laad plaatsen voor goederen on veo op gemeentegronden, moet do concessionaris zich geheel gedragen naar VIII. In artikel 19, le lid, wordt, in plaats van „hot maken van bureaux, halten of stations" golezen „de bepaling der plaats, waar halten of stations zullen worden opgericht". 325

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1911 | | pagina 161