Bijlage no. 34. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1911. 8°. in verband met het bepaalde sub 3° dier voorwaarden, zullen, indien de leening niet geheel afgelost wordt, de obligation door loting aangewezen worden, welke loting, na voorafgaande bekendma king, in eeno openbare vergadering van Burge meester en Wethouders zal plaats hebben 4°. de voldoening der ter aflossing aangewezen obligatiën, die geen rente meer dragen van den dag af waarop zij aflosbaar gesteld zijn, heeft plaats bij de onder 2° genoemde kantoren tegen inwisseling der obligatiën met de daarbij behoorende nog niet verschenen coupons. Leeuwarden, 19 De Raad voornoemd 832 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1911. Bijl. HO 34. VERORDENING voor de gaarders van bruggelden. Aan den Gemeenteraad. De op 1 Januari 1912 bepaalde in werking treding van het Werkliedenreglement maakt herziening van de in Gemeenteblad no. 18 van 1904 opgenomen verordening omtrent de gaarders van de bruggelden in de gemeente Leeuwarden noodzakelijk. Deze werklieden, hoewel in het algemeen vallende onder het reglement, zooals ook in het besluit sub II (Gemeenteblad no. 19 van 1910) is uitgedrukt, heb ben niet den bij artikel 22 van het reglement bepaal den geregelden werktijd overeenkomstig artikel 29 dient dus ook hunne bezoldiging bij afzonderlijke ver ordening te worden geregeld en tevens moet daarbij eene regeling getroffen worden voor de wedde van de hulpgaarders, wier taak nader in artikel 20 der Bijzon dere Voorschriften (Gemeenteblad no. 28 van dit jaar) is omschreven. De wedde-bepaling voor de gaarders is zoo ontworpen, dat het vaste bedrag, dat thans volgens de bestaande verordening genoten wordt, als minimum is gedachtalleen wordt het aanvangs salaris voor de gaarders aan de Harlingervaartsbrug f 0.50 lager dan die somde bezoldiging, nu 10.50, wordt 10.12.Daarenboven genieten alle gaarders vrije woning en restitutie van de daarmede samenhangende personeele belasting. Opklimming in loon heeft, op de wijze van artikel 36 Werkliedenreglement, dat toepasselijk verklaard is, om de drie jaar plaats. Wij hebben de eer U in overweging te geven volgens dat ontwerp te besluiten. Leeuwarden, 22 November 1911. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J. PATIJN, Burgemeester. M. GOSLINGS, Secretaris. ONTWERP. De Baad der gemeente Leeuwarden Overwegende, dat het met het oog op de in werking treding van het Werkliedenreglement noodzakelijk is de bezoldiging van de gaarders der bruggelden opnieuw te regelen Gelet op de bepalingen van dat reglement Besluit vast te stellen de navolgende VERORDENING omtrent de bezoldiging van de gaarders der bruggelden. Art, 1. Deze verordening omvat het geheele personeel in dienst bij de gadering van bruggelden. Het wordt onderscheiden in gaarders, eerste en tweede hulpgaarders. Art. 2. De bezoldiging bedraagt a. voor den gaarder aan de Verwersbrug 8.tot 10.per week, le Kanaalbrug 10.50 77 12.50 n 71 2e Kanaalbrug 10. 77 12.— 71 77 Vrouwenpoortsbrug 9.n 71 11.— ii 71 Prins Hendrikbrug 11. n 13.— ii 11 Wirdumerpoortsbrug 9.50 71 11.50 in 71 benevens voor de Potmanjebruo: O O n 1.— i) 77 Harlingervaartsbrug voor iederen gaarder 10.tot ii 12.— ii 11 Noorderbrug 9. n 11.— 71 71 333

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1911 | | pagina 165