Bijlage no. 35.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1911.
b. voor den eersten hulpgaarder
f 10. tot 12.— per week
c. voor den tweeden hulpgaarder
9.50 tot 11.60
Behalve hun loon in geld genieten de gaarders
vrije woning de daarvoor verschuldigde personeele
belasting wordt door de gemeente betaald.
De hulpgaarders zorgen voor eigen woning.
De nadere bepaling van het bedrag der bezoldiging
geschiedt door Burgemeester en Wethouders, den
Directeur der Gemeentewerken gehoord, met dien
verstande, dat in den regel, en in elk geval voor
zoover de toewijding, geschiktheid en gedrag van
den betrokkene niet te wenschen overlaten, telkens
na drie jaren diensttijd binnen de in het eerste lid
gestelde grenzen verhooging van bezoldiging plaats
vindt van 0.60 per week.
Indien toewijding of geschiktheid te wenschen
overlaten, kan de gaarder of hulpgaarder, den
Directeur voornoemd gehoord, door Burgemeester
en Wethouders binnen de grenzen van het eerste
lid, in bezoldiging worden verlaagd.
Art. 3.
Wanneer een gaarder of een hulpgaarder door
Burgemeester en Wethouders tijdelijk wordt ver
plaatst, wordt de bezoldiging genoten, verbonden aan
de bediening van de brug, waarheen de betrokkene
wordt verplaatst. Is die lager dan de bezoldiging,
welke de gaarder of de hulpgaarder genoot, dan
kunnen Burgemeester en Wethouders aan den be
trokkene eene toelage verleenen tot het bedrag van
het verschil tusschen de vroeger genoten en de
nieuwe bezoldiging.
Bij tijdelijke verplaatsing worden de noodzakelijke
kosten van verhuizing door de gemeente vergoed.
Art. 4.
Zij, die krachtens vroegere regelingen een hoogere
bezoldiging zouden genieten dan waarop zij krachtens
deze verordening recht hebben, blijven hunne aan
spraken, aan die vroegere regelingen ontleend,
behouden.
Art. 5.
Deze verordening treedt den 1 Januari 1912 in
werking.
Met dit tijdstip vervalt de verordening omtrent
de gaarders van de bruggelden in de gemeente
Leeuwarden, vastgesteld bij raadsbesluit van 12
Juli 1904 (gemeenteblad no. 18 van 1904).
Leeuwarden, den 19
De Raad voornoemd,
334
Bijlage tot hot verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1911. Bijlno. 35.
WIJZIGING van verordeningen en
raadsbesluiten in verband met
de in werking treding van het
Werkliedenreglement.
Aan den Gemeenteraad.
De in werking treding van het werkliedenreglement
met ingang van 1 Januari 1912 zal wijziging van
eenige verordeningen on raadsbesluiten ten gevolge
moeten hebben op die punten, waarin dat reglement
thans voorziet. De verordeningen voor de gasfabriek,
behalve die voor hare commissie van bijstand, waarvan
de herziening evenwel nog in voorbereiding is (verge
lijk de mededeeling in bijlage no. 4 van dit jaar), zijn
reeds bij raadsbesluit van 28 Februari 1.1. met het
reglement in overeenstemming gebracht, terwijl die
voor de Stadsreiniging te dezen aanzien mettertijd
nader onder de oogen zullen worden gezien, zoodra bij
ONTWERP.
Bestaande redactie.
Art. 6.
De regeling van het getal en de bepaling der
wijze van benoeming, schorsing en ontslag van de
werklieden bij plaatselijke werken en inrigtingen
worden aan Burgemeester en Wethouders opgedragen.
Art. 4.
De directeur stelt voor de werklieden algemeene
voorschriften vast en bepaalt hun dagelijkschen
werktijd, een en ander onder goedkeuring van
burgemeester en wethouders.
Art. 6.
Bij wangedrag of plichtverzuim van een der
werklieden is de directeur bevoegd, deze in zijne
ons college zal zijn uitgemaakt of aan üwe Ver
gadering moet worden voorgesteld het bedrijf
van dien tak van dienst met toepassing van artikel
11! fris der gemeentewet van de algemeene gemeente-
financiën los te maken.
Wat onderdeel C van het hieronder aangeboden
ontwerp betreft, in dit onderwerp wordt door artikel
44 van het Werkliedenreglement gedeeltelijk voor
zien. Bij de herziening der pensioenverordeningen,
thans nog bij ons college aan de orde, kan dan te
zijner tijd worden overwogen, of daarbij op het punt
van continuatie van het pensioen voor alle ambtenaren
een soortgelijke algemeene regeling moet worden
gemaakt.
Wij hebben de eer U voor te stellen te besluiten
overeenkomstig het aangeboden ontwerp.
Leeuwarden, 22 November 1911.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J. PATIJN, Burgemeester.
M. GOSLINGS, Secretaris.
De Raad der gemeente Leeuwarden
Overwegende dat in verband met de bepalingen
van het Werkliedenreglement, in eenige plaat
selijke verordeningen of raadsbesluiten wijzigingen
moeten worden aangebracht
Gezien het voorstel van Burgemeester en Wet
houders
Besluit
te bepalen als volgt
A. in den titel der verordening tot regeling van
het doen van aanbevelingen, de benoeming en het
ontslag van gemeente-ambtenaren en bedienden
en van werklieden in dienst der gemeente, (gemeente
blad 1890 no. 2, gewijzigd bij gemeenteblad 1905
no. 39), vervallen de laatste zeven woorden.
II.
Artikel 6 dier verordening wordt gelezen als volgt
„De bepaling van het getal werklieden bij plaat
selijke werken en inrigtingen wordt aan Burge
meester en Wethouders opgedragen."
B. de artikelen 4 en 6 der instructie voor den
Directeur der Gemeentewerken, gemeenteblad 1905
no. 29, vervallen.
335