Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1911.
ONTWERP.
Bestaande redactie.
Art. 3.
De benoeming, de schorsing en het ontslag van
de opzigters is aan Burgemeester en Wethouders
opgedragen.
Burgemeester en Wethouders gaan tot de benoeming
der opzigters niet over dan nadat omtrent de nood
zakelijkheid daarvan door den Baad zal zijn beslist.
De Raad der gemeente Leeuwarden
Gezien het voorstel van Burgemeester en Wet
houders
besluit
A. de verordening, regelende den rang, het ge
tal, de bezoldiging en de wijze van benoeming van
de ambtenaren en bedienden, belast met de Stads
reiniging en de exploitatie van het aschland in de
gemeente Leeuwarden (gemeentebladen 1882 no. 4,
1894 no. 12, 1909 no. 17) te wijzigen als volgt:
I.
In artikel 1 wordt gelezen in plaats van
„b. een terrein-opzichter en twee of meer op
zichters bij de stadsreiniging"
„b. een terrein-opzichter, opzichters en hulpop
zichters bij de stadsreiniging".
II.
In het eerste en in het tweede lid van artikel 3
wordt in plaats van „van de (der) opzigters" gelezen
telkens
„van den terrein-opzichter, de opzichters en de
hulpopzichters".
III.
Artikel 4 wordt gelezen als volgt
„De jaarwedde van den Directeur bedraagt
2400.tot ƒ2800.die van den terrein-opzichter
950.tot 1100.die van de opzichters
850.tot 1000.die van de hulpopzichters
700.— tot 850,—.
De nadere bepaling van het bedrag der jaar
wedden geschiedt, wat den Directeur betreft, door
den Baad en, wat den terrein-opzichter, de opzichters
en de hulpopzichters aangaat, door Burgemeester en
Wethouders, een en ander met dien verstande, dat
in den regel en in elk geval voorzoover de ijver
en de geschiktheid van den ambtenaar niet te wen-
schen overlaten, telkens na drie jaren diensttijd
binnen de in het eerste lid gestelde grenzen ver
hooging van wedde plaats vindt, voor den directeur
van ten minste 100.en voor den terrein
opzichter, de opzichters en de hulpopzichters van
ten minste 50.
IV.
In het tweede lid van artikel 5 wordt in plaats van
„(opzigter)" gelezen „(terrein-opzichter, opzichter,
hulpopzichter)".
Y.
In het eerste lid van artikel 6 wordt in plaats
van „de opzigters" gelezen „de terrein-opzichter, de
opzichters en de hulpopzichters mogen"
338
Bijlage tot hot verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1911. Bijl. no. 36.
Bestaande redactie
Art. 9.
De regeling van het getal, de bezoldiging en de
bepaling der wijze van benoeming, schorsing en
ontslag van de werklieden bij de stads reiniging en
de exploitatie van het aschland is opgedragen aan
Burgemeester en Wethouders.
VI.
Artikel 9 wordt gelezen als volgt
„De regeling van het getal werklieden bij de
stadsreiniging en de exploitatie van het aschland
is opgedragen aan Burgemeester en Wethouders."
Overgangs- en slotbepaling.
Dit besluit treedt in werking den 1 Januari 1912.
Zij, die op dien datum in het genot zijn van
eene hoogere wedde dan hun volgens dit besluit
zou toekomen, blijven hunne aanspraken volgens
de oude regeling behouden.
B. Burgemeester en Wethouders te machtigen
bij de opneming in het gemeenteblad van den door
loopenden tekst der verordening, zooals zij na de
daarin aangebrachte wijzigingen zal luiden, de thans
gebruikelijke spelling te volgen.
Leeuwarden, 19
De Raad voornoemd,
339