Bijlage no. 39.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1911.
Zoolang de Burgeravondschool gevestigd is in
de Ambachtsschool, wordt de Kerstvacantie geregeld
naar die van gene inrichting.
II.
In artikel 4 worden na het eerste lid de volgende
alinea's ingelascht
De leerlingen, voor wier opleiding rechtlijnig
teekenen meer bepaald een vereischte is, kunnen
in de 2e klasse 14 uur onderricht ontvangen.
Voor hen wordt het in dit vak in het volgend
artikel uitgetrokken getal uren op 4 in plaats van
op 2 gesteld.
In de 3e en 4e klasse kunnen leerlingen, voor
wier opleiding rechtlijnig teekenen van geen direct
belang is, van de verplichting tot het bij wonen der
lessen in dat vak geheele of gedeeltelijke ontheffing
erlangen. Voor hen vervalt het in dit vak in het
volgend artikel op 6, onderscheidenlijk 8, uitge
trokken gotal uren.
III.
Aan artikel 5 wordt na het tweede een nieuw
lid toegevoegd, luidende
Het programma wordt zoo ingericht, dat als regel
de Directeur niet meer dan één uur per avond les
geeft.
IV.
Artikel 6, le lid, wordt gelezen als volgt
Met uitzondering van het benoodigde teekenpapier
worden de leermiddelen, voor zoover niet tot den
inventaris der school behoorende, door de leerlingen,
die niet tot de onvermogenden gerekend worden,
zelve bekostigd.
V.
Artikel 8, 3e lid, wordt gelezen als volgt
De gewone inschrijving van leerlingen heeft plaats
in het begin van de maand September.
B. het Besluit tot vaststelling van het getal en
de bezoldiging der leeraren aan de Burgeravond
school, gemeenteblad no. 19 van 1907, zooals dat
is gewijzigd bij gemeenteblad no. 23 van 1908, aldus
te wijzigen, dat artikel 3 wordt gelezen als volgt:
De Directeur geniet als zoodanig, boven zijne
jaarwedde als leeraar, een jaarlijksche toelage van
500.-.
C. te bepalen dat de besluiten sub A en B in
werking treden den 1 Juli 1912.
Leeuwarden, 19
De Raad voornoemd,
344
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1913. Bijl. no. 39.
HERZIENING van de instructie van den
gemeente-ontvanger (bijlage no. 23).
Aan den Gemeenteraad.
Nu bij de behandeling in Uwe vergadering van
19 September 1911 van onderdeel a van ons voorstel
d.d. 9 Augustus 1911, (bijlage no. 23) om afwijzend
te beschikken op een verzoek van den klerk bij
den gemeente-ontvanger A. Algra Jzn. om te worden
benoemd tot ambtenaar der gemeente is uitgemaakt,
dat de eerste klerk ten kantore van den gemeente
ontvanger voor het vervolg moet beschouwd worden
als gemeente-ambtenaar, worden hieronder de noodige
voorstellen gedaan, die daarvan het gevolg zijn.
De salarisregeling van den hierbedoelden klerk
is ontworpen in overeenstemming met die voor
den eersten klerk aan de gasfabriek en de eerste
klerken aan de bureaux van gemeentewerken, die
eveneens een salaris van 750.tot 1000.
genieten. Het voornemen bestaat, dit salaris voor
O
1912 te bepalen op 900.
Mochten deze voorstellen onveranderd worden
aangenomen, dan zal het ten laste der gemeente
komende bedrag per jaar worden verhoogd met
ongeveer 670.voor de eerste 3 jaren en met
770.voor de volgende jaren.
Dit bedrag is gespecificeerd als volgt
Salaris eerste klerk (nieuw art. 5)
900.—
id. verder personeel 5)
250.—
Kantoorhuur (art. 3)
300.—
Kleine kantoorbenoodigdheden (art. 23) p.m
V
30.—
Het ten laste der gemeente komende
deel dor pensioensbijdrage, stel
n
40.—
f
1520.—
Hier af het thans ten laste der gemeente
komende bedrag. (Zie Begrooting
1912 volgno. 107)
n
1250.—
f
270.—
Vorhooging salaris van den ontvanger
n
400.—
f
670.—
Na 3 jaar, verhooging salaris eerste
100.—
770.—
In verband met een en ander hebbon wij de eer
U voor te stollen te besluiten
1. overeenkomstig onderdeel b van ons boven
aangehaald voorstel van 9 Augustus 1.1.
2. tot vaststelling van de in ontwerp bij dat
voorstel gevoegde instructie, thans nader gewijzigd
als volgt
Art. 5.
wordt gelezen
De eerste klerk te zijnen kantore wordt hem van
gemeentewege ter zijde gesteld. Deze wordt op
voordracht van den ontvanger door Burgemeester
en Wethouders benoemd, geschorst en ontslagen
en zijne werkzaamheden worden, den ontvanger
gehoord, door dat college geregeld. De regeling-
zijner jaarwedde geschiedt door den Gemeenteraad.
Het verder noodige personeel is de ontvanger
verplicht zelf in dienst te nemen. Hij kan de ge
meente daarvoor een bedrag van ten hoogste
250.in rekening brengen.
Van iedere verandering in dit personeel geeft
hij kennis aan Burgemeester en Wethouders.
Art. 24
wordt gelezen
Bij ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis
wordt hij op de volgende wijze vervangen
bij ongesteldheid of afwezigheid met verlof dooi
den eersten klerk onder zijne verantwoordelijkheid
bij ontstentenis door een door Burgemeester en
Wethouders aan te wijzen persoon.
Art. 25 vervalt.
Art. 26
wordt genummerd art. 25 en aldus gewijzigd, dat
in plaats van „dag van uitgifte van het gemeente
blad waarin zij is geplaatst" wordt gelezen „1
Januari 1912".
3. de jaarwedde van den eersten klerk ten kantore
van den gemeente-ontvanger te bepalen op ƒ750.
tot 1000.met dien verstande dat, voor zoover
de ijver en de geschiktheid van den ambtenaar
niet te wenschen overlaten, telkens na drie jaren
diensttijd door Burgemeester en Wethouders, den
ontvanger gehoord, binnen die grenzen verhooging
van wedde met 100.plaats vindt.
Leeuwarden, den 9 December 1911.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J. PATIJN, Burgemeester.
M. GOSLINGS, Secretaris.
345