Bijlage no. 40. Bijlage tot liet verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1911. Bijl. no. 40. ONTWERP-VERORDENING voor het scheids gerecht laatste hoofdstuk (bijlagen nos. 10, 14, 15, 17, 18 en 20) en aanvulling der verordening voor de ambtenaren der gemeente Leeuwarden (Gemeenteblad 1881 no. 12). Litt. A. Voorstel van Burgemeester en Wethouders. Aan den Gemeenteraad. Hiernevens bieden wij U ter vaststelling aan twee ontwerpen, waarvan het eerste ingevolge de in Uwe vergadering van den 5 September 1.1. aangenomen motie van orde thans de gevallen opnoemt, waarin de Raad heeft gewenscht dat het scheidsge recht uitspraak zou kunnen doen, en voorts de procedure en de gevolgen van de uitspraak regelt. In artikel 23 van het ontwerp treft de Raad eene regeling, aan die niet geheel overeenstemt met wat in de motie sub 6 als wenschelijk is uitgesproken. Wij hebben ons, in de gewijzigde samenstelling van het college, nogmaals ernstig rekenschap gegeven van het voor den gemeente dienst niet zonder gevaar zijnde standpunt dat Uwe Vergadering heeft ingenomen bij het toekennen van een beroep op het scheidsgerecht van een besluit van Burgemeester en Wethouders, waarbij aan een werkman op grond van onvoldoendo geschiktheid de dienst is opgezegd (artikel 53 van het Werk liedenreglement). De Raad heeft gewild, dat in vele gevallen een bindende uitspraak van een lichaam, dat aan hem geenerlei verantwoording schuldig is, in do plaats treedt van een besluit van Burgemeester en Wethouders, die tot die verantwoording wel kunnen worden geroepen, maar hierbij mag niet over het hoofd worden gezien, dat dit soms te ver kan gaan, bepaald in het geval bedoeld in artikel 53a van het Werkliedenreglement. Daar zou do uitspraak van hot scheidsgerecht ten gevolge kunnen hebben, dat een werkman, aan wiens nauwlettendheid en zorg hooge belangen zijn toevertrouwd, waarbij, zooals bij de Gasfabriek of de Electrische Centrale, veiligheid van personen en goederen op het spel kan staan, tegen het bepaalde advies van den Directeur en Burgemeester en Wethouders in door het scheidsgerecht zou kunnen gehandhaafd worden. Burgemeester en Wethouders achten het met hunne verantwoordelijkheid niet overeen te brengen, indien zij niet nogmaals den Raad op het onhoudbare hiervan wezen. In artikel 23 is, in het voetspoor mede van eene overeenkomstige regeling bij de spoorwegmaatschappijen, dus bepaald dat, indien de uitspraak van het scheidsgerecht luidt, dat artikel 53h van het Werkliedenreglement ten onrechte is toegepast, de werkman weder in dienst moet worden genomen in het geval van artikel 53a echter hebben Burgemeester en Wethouders de vrije hand, doch den werkman kan, indien hij niet weder wordt aan gesteld, eene ruime schadeloosstelling worden toe gekend. Het tweede ontwerp is een noodzakelijke aan vulling van de verordening (gemeenteblad 1881 no. 12), die bereids de verplichting der gemeente ambtenaren vestigt om binnen de gemeente te wonen. Die aanvulling is gelijk aan de bepaling, die reeds onder artikel 10 in het eerste hoofdstuk van de verordening voor het scheidsgerecht was opgenomen, doch zij schijnt in de verordening van 1881 meer eigenaardig op haar plaats. Wij stellen U voor de ontwerpen tot Uw besluit te verheffen en de verordening voor het scheids gerecht, met de noodige verschuiving in de nummering der artikelen, vervolgens in haar geheel vast te stellen. Leeuwarden, 6 December 1911. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J. PATIJN, Burgemeester. M. GOSLINGS, Secretaris. Litt. B. Verordening voor het scheids gerecht voor zoover volgens raadsbesluiten van 13 en 21 Juni 1911 vastgesteld. De Raad der gemeente Leeuwarden gelet op artikel 50 van het Werkliedenreglement, alsmede op het voorstel van Burgemeester en Wet houders besluit vast te stellen de navolgende VERORDENING voor het Scheidsgerecht. HOOFDSTUK I. Algemeene Bepalingen. Art. 1. Het scheidsgerecht, bedoeld in artikel 50 van het Workliedonreglement, wordt samengesteld en oefent 347

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1911 | | pagina 172