Bijl. no. 4. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1911. Bestaande redactie. Art. 1. De leiding der werkzaamheden en de zorg voor de exploitatie van de gemeentelijke gasfabriek zijn, onder hot toezicht van Burgemeester en Wethouders, opgedragen aan a. een directeur b. een boekhouder, tevens belast met het geldelijk beheer c. een opzichter d. een tweede opzichter. Art. 3. De jaarlijksche bezoldiging van de in art. 1 ge noemde ambtenaren bedraagt voor den directeur van f 2500.-tot f 3000. voor den boekhouder van 1300.tot 1700. voor den opzichter van 1000.tot 1500. voor den tweeden opzichter van800.tot 1000. Art. 7. De boekhouder is verplicht een borgtocht te stellen. Het bedrag en de aard daarvan worden nader door den Baad, op voorstel van Burgemeester en Wethouders, bepaald. Art. 8. Aanhef. Ten kantore van de gemeentelijko gasfabriek worden werkzaam gesteld: Art. 9. De benoeming en het ontslag van het in het vorige artikel vermelde personeel geschiedt door Burgemeester en Wethouders. Aan hen is verder opgedragen de regeling van het getal, de bezoldiging, de benoeming en het ontslag der werklieden, die voor de gemeentelijke gasfabriek noodig worden geacht. i de verordening, regelende den rang, het getal, de bezoldiging en de wijze van benoeming van de ambtenaren en bedienden, belast met de exploitatie van de gemeentelijke gasfabriek, vastgesteld bij raadsbesluit van 22 Augustus 1905 en, zooals zij nader is gewijzigd, opgenomen in gemeenteblad no. 14 van 1910, te wijzigen als volgt: I. In den titel der verordening vervallen de woorden „en bedienden, belast met de exploitatie". II. Do aanhef van artikel 1 wordt gelezen „Aan de gemeentelijke gasfabriek worden, ten behoeve liarer exploitatie, benoemd het artikel sub b wordt gelezen b. „een boekhouder"; III. De opschriften boven de artikelen 2 en 8 „A. van de ambtenaren" en VB. van de bedien den en werklieden" vervallen. IV. Aan artikel 3 wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende „Het juiste bedrag der bezoldiging wordt voor den directeur door den Raad, voor de andere ambte naren door Burgemeester en Wethouders bepaald. V. Artikel 7 vervalt. VI. De aanhef van artikel 8 wordt gelezen „Ten kantore van de gemeentelijke gasfabriek kunnen worden benoemd VII. Het tweede lid van artikel 9 wordt vervangen door het navolgende „Het ontvangt bij de aanvaarding zijner betrek king eene instructie die door Burgemeester en Wethouders wordt vastgesteld. De bepaling van artikel 5 is ook voor dit personeel toepasselijk". Leeuwarden, 19 De Baad voornoemd, Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1911. MEMORIE VAX TOELICHTING. Ontwerp 1. Do artikelen 1, 2, 14, 15 en 18 zijn overbodig geworden tengevolge van de bepalingen der artikelen 2, 18, 3e lid, 7 en 17. 2° en 7° der bedrijfsverordoning (in deze memorie verder aan geduid met B. V.). Ook de schrapping van artikel .3 is voorgesteld, omdat, op grond der motieven die geleid hebben tot het raadsbesluit van 10 December 1907, het voorschrift van het eerste lid bezwaarlijk door den Raad kan worden gesteld. Het 2e lid te behouden schijnt geheel overbodig; ook zonder uitdrukkelijke vermelding zal steeds overeenkomstig die bepaling worden gehandeld. De artikelen 8, 22 en 30 ondergaan slechts re dactieverbeteringen. Artikel 11 moet worden gewijzigd, om het te laten aansluiten aan het bepaalde ten opzichte van den verkoop der nevenproducten in art. 12 der ver ordening voor de commissie en, wat het slot betreft, omdat artikel 4, le lid, der B. V. aan den boek houder reeds de opdracht geeft, waarvan bier de schrapping wordt voorgesteld. De commissie had nog een nieuw artikel 17a voorgesteld dat den directeur dezelfde verplichting oplegde als reeds in artikel 3 B. V. Het is daarom niet overgenomen. Artikel 24. Alleen de verplichting voor den directeur tot het inleveren van een jaarverslag is in het artikel behouden. Hetgeen hem in het be staande artikel nog meer wordt opgelegd en dat de commissie nader wilde omschrijven, behoort reeds tot zijne gehoudenheid overeenkomstig artikel 23 B. V. Ontwerp 11. De artikelen 1, 2, 3, 5, 6, 7, 8 en c., 9, 10, 11, 12, 18,14 en 20 vervallen, omdat deze grootendeels regelingen inhouden, die thans over gebracht zijn naar de B. V. en voor het overige niet opnieuw behoeven te worden gesteld. Artikel 1 is aangevuld bij raadsbesluit van 27 November 1900 (gemeenteblad 1900 no. 33) met een soortgelijke bepaling als boven onder artikel 3 in ontwerp I is besproken. De schrapping ook van deze aanvulling komt wenschelijk voor. Artikel 14i»is. In het slotlid van artikel 17 der B. V. is voorgeschreven dat aan de raadscommissie maandelijks een proefbalans moet worden ingeleverd. Bepaald moest dus worden, wie voor die inzending te zorgen heeft. Bij de instructie wordt dit thans aan den boekhouder opgedragen. De veranderingen, in de artikelen 15, 17 en 29 voorgesteld, betreffen redactieverbeteringen. Ontwerp 111. Titel der verordening en schrapping der opschriften boven de artiJcelen 2 en 8. Het komt juister voor de onderscheiding tusschen „ambtenaren" en „bedienden", die op geen redelijken grond berust, te laten vervallen. Artikel 1. Hier is slechts redactie verbetering beoogd. Artikel 1 b. De laatste woorden moeten vervallen, omdat zij een regeling aangeven, die reeds in de B. V. is opgenomen. Artikel 3. De aanvulling beoogt een leemte weg te nemen. Artikel 7. De schrapping is voorgesteld, omdat de regeling reeds voorkomt in de B. V. Artikel 8. Het komt gewenscht voor de aan stelling van het hier genoemd personeel niet in alle gevallen verplicht te stellen. Artikel 9. Het tweede lid treedt op het gebied eener regeling, waarin het werklieden-reglement reeds voorziet. Hetgeen in plaats daarvan wordt voorgesteld, heeft ten doel een bestaande lacune aan te vullen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1911 | | pagina 39