80 81 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1911. Omtrent de beide andere adressen kunnen wij korter zijn, niet omdat hetgeen daarin ter sprake wordt gebracht van minder gewicht is dan in het pas behandelde, maar omdat wij te dien aanzien adviezen mochten ontvangen van de Commissie van Toezicht, die in het algemeen onze meening weer geven en met de verwijzing waarnaar wij dus meenen te kunnen en te mogen volstaan. Niettemin zouden wij voor de vakonderwijzeressen in de handwerken niet do belooning per wekelijksch lesuur voor eens op f 25.of f 35.— brengen, zooals de Com missie in overweging geeft, maar deze bedragen stellen op f 25.en 30.en ze voorts beschouwd willen zien als maxima, die, na verloop van dienst tijd, op dezelfde wijze en ook op dezelfde gronden als dit in artikel 3 voor de onderwijzeressen vaD bijstand is geregeld, kunnen worden bereikt. Het reeds in dat artikel op last der wet aangenomen systeem wordt dan gecompleteerd door het ook voor het hier bedoelde personeel in te voeren. Enwat het tweede adres betreft, zal, de praktijk heeft hiervan de wenschelijkheid aan de hand ge daan, bij de door de Commissio in de salarissen van het onderwijzend personeel aan do herhalings scholen voorgedragen wijziging nog rekening moeten worden gehouden met de mogelijkheid dat, worden per week door een onderwijzer niet het vol getal uren les gegeven, de wedde slechts naar evenredigheid wordt uitgekeerd. Een overgangsbepaling zal waarborgen dat van de wijzigingen door de betrokkenen geen nadeel woi'de ondervonden. Wij hebben de eer U voor te stellen te besluiten 1. de boven toegelichte wijzigingen in dejaarwed- denverordening aan te brengen en daartoe te nemen het besluit dat onder litt. C is afgedrukt 2. aan de adresseerende vereenigingen te doen weten, dat op hunne verzoeken is gelet. Leeuwarden, 4 Februari 1911. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, ZIMMERMAN, Burgemeester. M. GOSLINGS, Secretaris. Litt. B. Brieven van de Commissie van Toezicht. I. No. 9519. Leeuwarden, 3 December 1909. Onder tei'ugzending van het bij apostille van 14 October j.L, No. 3201, Afd. B, in onze handen gesteld adres van de afdeeling Leeuwarden e.o. van den Bond van Nederlandsche onderwijzers, hebben wij de eer U dienaangaande het volgende te berichten Adressanten geven in genoemd stuk te kennenj dat naar hunne meoning iedex-o verplichte bijakte eene aparte belooning eischt dat akte h in deze gemeente behoort tot de ver plichte bijakten voor onderwijzeressen dat naar hunne meening de vakonderwijzeressen in vak k te gering beloond worden. Op grond van deze meening, welke nader wordt toegelicht in een bijbehoorend schrijven, verzoeken adressanten aan den Raad eene zoodanige regeling te ti'effen, dat daarin mot het door hen aangevoerde rekening wordt gehouden. Tot toelichting en motiveering van de meening „dat iedere verplichte bijakto eene aparte belooning eischt", voeren adressanten slechts aan, dat dit liet Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden. standpunt is, waarop de Bond van Nederlandsche onderwijzers zich steeds heeft geplaatst en dat de Bond in vele gevallen (kan) constateeren, dat autori teiten dezelfde meening zijn toegedaan. Zelfs bij de meest welwillende beoordeeling dezer toelichting en motiveering zal men moeten zeggen, dat hieruit meer de trouw aan het bondsvaandel spreekt, dan bewijs voor de juistheid van het inge nomen standpunt. Yan de daarop volgende opmerking, dat de „Bond" tot groot genoegen van adressanten, in vele gevallen kan constateeren, dat autoriteiten dezelfde meening zijn toegedaan, alias, zich op hetzelfde standpunt plaatsen dat door den Bond is ingenomen, kan evenmin gezegd woi-den dat zij veel steun bijbrengt voor hunne bewei-ing. Er zijn vele gevallen te constateeren, aldus adressanten, dat autoriteiten dezelfde moening zijn toegedaan. Uit de volgende zinsnede blijkt, dat deze gevallen betrekking hebben op de akten l, m, n en s. Inderdaad is ook ons gebleken uit vele verordeningen vastgesteld door gemeentelijke autoriteiten, dat deze akten, zoodra zij verplicht gesteld zijn, hier en daar zelfs zonder dezen eisch, een verhooging van salaris ten gevolge hebben. De omstandigheid, dat deze autoriteiten minder vaak genoegen geven, waar het geval be trekking heeft op akte kzal zeer zeker niet onop gemerkt mogen blijven. Noch in de memorie van toelichting, noch in het adres hebben adressanten het noodige licht op dit Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1911. Bijl. no. verschijnsel laten vallen. Zij doen het slechts voor komen, alsof gebrek van consequentie bij autoriteiten tot verklaring kan dienen. Zij volstaan in hunne memorie van toelichting dan ook met de mededee- ling, dat akte k evenals de andere genoemde bij akten studie en opoffei'ingen kosten, dat er van die akte gebruik gemaakt wordt, het onderwijs in hand werken veel inspanning vereisclit, en dat dit onder wijs van groote waarde mag genoemd worden voor de volksschool. Onderschrijft men het meegedeelde ten volle, dan nog behoeft daaruit geenszins te volgen, dat akte k eene aparte belooning eischt als verplichte bijakte. Adressanten besluiten hunno modedeeling dan ook met den wensch, dat zoodanige belooning mag worden toegekend. Maar wenschen is geen inotiveeren. Voor dit laatste moet blijkbaar dienst doen een lijstje van eenige gemeenten, die het beginsel (sala- rieering van akte k als verplichte bijakte) reeds in hare salarisregeling hebben neergelegd. Wegens omstandigheden geheel onafhankelijk van het onderwerp door adressanten behandeld, zijn wij in 't bezit van eenige salarisregelingen in gemeenten, die naar onze meening meer op een lijn staan met de gemeente Leeuwarden, dan dit het geval is met de Bilt, Delden, Enkhuizen, Lisse, Dirksland en Laren, die door adressanten ter vergelijking of voorbeeld zijn aangeboden. Ons is gebleken dat in Maastricht geene belooning wordt toegekend voor akte k (als verplichte akte) Arnhem 37.50 belooning wordt toegekend, in dien zij les geven buiten de gewone schoolui-en Middelburg geene belooning Groningen Enschede f 25.mits de lessen val len buiten do gewone uren Dordrecht 50.— mits zij lessen ge ven in andere dan hunne klassen Zwolle 50.mits buiten de ge wone lesuren. Als pendant van het door adressanten ingediende lijstje kan het bovenstaande, samengebracht uit en kele, toevallig in ons bezit zijnde, verordeningen, uitstekend dienen. Of geene belooning, bf slechts voor les geven op uren buiten de gewone schooluren alleen Dordrecht maakt hiei'op eene uitzondering, daar hier f 25.wordt toegekend voor 7 bezit dei- akte, verplicht of onvorplicht. In hoeverre in de salarisregelingen der door adres santen aangevoerde gemeenten rekening is gehouden met de veel voorkomende omstandigheid, dat het handwerkonderwijs gegeven woi-dt buiten de gewone schooluren, kunnen wij niet beoordeelen. Wij meenen in het bovenstaande te hebben aan getoond, dat adressanten in gebreke gebleven zijn op eenigszins aannemelijke wijze aan te toonen, dat eene regeling getroffen moet worden voor deze ge meente, waarbij akte k als verplichte bijakte worde beloond. Hoewel wij geenszins wenschen te betoogen, dat salarisverhooging van het personeel bij het lager onderwijs werkzaam ongewenscht is, meenen wij toch, dal de hier geldende salarisx-egeling geene wijziging- behoeft, als in eerste gedeelte van het adi-es wordt bedoeld. Deze salarisregeling stemt zoo goed als geheel overeen met het advies door ons dienaan gaande, ongeveer een jaar geleden, uitgebracht. Wij hebben ons daarbij op het standpunt geplaatst, dat onderwijzers en onderwijzeressen als gelijkwaar dige onderwijskrachten moesten worden beschouwd. Het verschil in salarieering- van f 25.is enkel een gevolg van de tegemoetkoming in de verplichte pensioenstorting, aan do onderwijzers toegekend. De gelijkwaardigheid van beide onderwijskrachten blijft naar onze meening echter slechts zóó lang bestaan, als door onderwijzeressen naast de vakken van lager onderwijs ook dat in handwerken gegeven wordt, of wel, indien noodig, dit onderwijs door haal kan en mag gegeven worden. Bij de vervulling van de betrekking van onderwijzer(es) van bijstand wordt hier ter stede ook steeds rekening gehouden met, de behoefte aan leerkrachten voor handwerkonderwijs en wel in dien zin, dat slechts zoovele onderwijze ressen worden gevi-aagd, als met het oog op de vervulling dier behoefte noodig zijn. Tot nog toe was het getal vx-ouwelijke sollicitanten voor eene betrekking als onderwijzeres te dezer stede steeds groot genoeg om eene goede keuze te kunnen waarborgen, hoewel het bezit der akte k vereisclit en niet afzonderlijk beloond werd. Er is, naar wij weton, geen reden om aan te nemen, dat dit aan bod in de naaste toekomst zal verminderen. Tevens dient in overweging genomen te worden, dat het onderwijs in handwerken behoort tot do verplichte vakken van het gewoon lager onderwijs en dat dit ondei-wijs hier ter stede gegeven wordt tijdens de gewone schooluren. Wij stemmen adressanten volkomen toe dat dit onderwijs inspanning vei-eischt, maar ditzelfde geldt ook van alle andere vakken en zeker in niet mindere mate voor die, waaraan vrijwat coi-rectie vei'bonden is. Zoodanige vakken worden vooral in de hoogste klassen gegeven, maar daar dan ook op zeer enkele uitzonderingen na door onderwijzers. Deze correctie eischt zeker niet minder overwerk, dan het bijhelpeu van enkele achterblijfstertjes in het handwerk onderwijs. Bovendien dit „bijwerken" komt niet alleen voor bij het handwei-konderwijs, maar ook in andere vakken en dan meer vooral in de hoogero klassen, waar onderwijzeressen zoo goed als geen I les geven. Gelijk ten vorigen jare door ons werd aangetoond, i kan de thans geldende regeling der bezoldiging van het onderwijzend personeel aan gemeente- scholen Nos. 111 eene vergelijking doorstaan met

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1911 | | pagina 41