Bijlage tot liet verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1911. De conclusies uit deze cijfers liggen voor de hand. Laat men het jaar 1909 buiten rekening, toen er buitengewone oorzaken warenwaarom de veever koop abnormale verhoudingen aannam, dan is een vrij regelmatig accres in den totaal-aanvoer te consta- reeren, dat zich eveneens, maar minder geleidelijk en meer sprongsgewijze, laat terugvinden in de grootste dagolijksche aanvoeren. Voorts blijkt, dat deze toeneming het sterkst is bij het grootvee en do varkens. Xeemt men nu in aanmerking dat in 1874 de markt was ingericht voor nog geen 900 en thans na de laatste uitbreidingen voor ruim 2000 varkens, dan is het duidelijk dat, indien overigens de omstandigheden gelijk blijven, zoodat de stijging der aanvoeren zal aanhouden, do uitbreiding van het marktterrein in de afdeeling voor grootvee, waar slechts voor 1800 stuks plaats is, moet worden gevonden. Niettemin kwam het ons gewenscht voor deze slotsom te toetsen aan de ervaring, die personen, tot onze markt als belanghebbenden meer rechtstreeks in betrekking staande, ter zake hadden opgedaan en zoo had er onder leiding van een der leden van ons college in den aanvang van hot vorig jaar oen samenkomst plaats van enkele voorname veehande laars, aan welke conferentie ook de marktmeester der veemarkt deelnam. En tevens mochten wij op ons verzoek het advies ontvangen van het bestuur der Friesche Maatschappij van Landbouw. In beide gevallen kwamen ter sprake de vraag of ook in de toekomst op een stijging in de lijn van aanvoeren naar alle waarschijnlijkheid staat mocht blijven ge maakt worden en de kwestie der voormarkt. De kennisneming van hetgeen ons aangaande een en ander is medegedeeld, heeft ons aanleiding gegeven U omtrent dit laatste punt geene voorstellen te doon en verder om den Directeur der gemeente werken eene opdracht te verstrekken van eenigs- zins kleineren omvang dan de uitbreidings- en verbeteringsplannen aanvankelijk waren opgezet en die wij bij ons verzoek om voorlichting aan het bestuur der Friesche Maatschappij tevens haddon overgelegd. Hetgeen de Directeur thans heeft ontworpen en waarmede ook de Commissie voor de Openbare Werken haar instemming heeft uitgesproken, omvat het volgende. De markt wordt naar den kant van de Sophialaan, naar de oostzijde derhalve, uitgebreid, in dier voege dat de Huidenmarkt bij het emplacement wordt getrokken, doch van het daar aanwezige plantsoen zoo goed als niets behoeft te worden afgenomen. Het nieuwe gedeelte wordt voor marktplaats voor grootvee ingericht en zal voor circa 800 beesten meer dan er thans plaats kunnen vinden, alzoo voor 2600, ruimte bieden. De woning van den marktmeester moet daardoor geamoveerd worden als zoodanig zal de bovenverdieping van het hoofdgebouw tegenovor het Wagenplein worden aangewezen, waartoe Burgemeester en Wethou ders reeds in 1905 het voorstel dedenmaar waarop toenmaals niet is ingegaan (raadsbesluit van 28 Maart van dat jaar). Do plannen die voor die inrichting thans worden aangeboden, zijn nagenoeg dezelfde als destijds, wij kunnen ten deze naar de opnieuw overgelegde teekening en begrooting verwijzen. Van de zijde der veehandelaren is schriftelijk en ook bij het onderhoud waarop hierboven werd gedoeld nog de aandacht gevestigd op enkele verbeteringen, die bij de afdeeling kalveren zouden kunnen worden aangebracht en die ook de Friesche Maatschappij gaarne zag tot stand komen. Deze zullen bestaan in het plaatsen van dubbele jukken waar thans enkelvoudige aanwezig zijn in het verbetoren dei- bestrating en vervanging daarvan deels door een tegelvloer eindolijk in het veranderen van de staan plaatsen in de kalverenloods. Tengevolge van deze laatste wijziging worden enkele bakken en kisten opgeruimd en overgebracht naar een gebouwtje, op te richten aan de westzijde van het marktterrein, waarvoor de materialen zullen worden aangewend van het reeds eenigen tijd overtollige brandweer huisje aan de Lange Marktstraat, dat bovendien in de uitbreiding der grootvee-markt valt. Het gebouw zal tevens worden ingericht voor isoleerplaats. Mede wordt van de thans bestaande gelegenheid gebruik gemaakt om het plaveisel in de oude staanplaatsen voor grootvee eenige reeds lang gewenschto verbetering te doen ondergaan. Einde lijk is voor vormeerdering van het getal urinoirs gezorgd. Een nieuwe hoofdtoegang komt aan den oosthoek, stationszijde. De kosten zijn in totaal op 30.000.begroot; voor de details verwijzen wij naar den brief van den Directeur der gemeentewerken van 7 Januari 1.1. no. 19 74 on de daarbij gevoegde gesplitsto ramingen en teekeningen. Wat de instelling van een commissie voor de veemarkt aangaat, is het ons nog niet mogelijk U hieromtrent thans voorstellen te doen, doch het resultaat onzer overwegingen hopen wij U binnen kort mede te deelen. Wij verzoeken dienaangaande voor diligent te mogen worden gehouden. Het is op grond van het voorafgaande dat wij U voorstellen te besluiten: 1°. Burgemeester en Wethouders voor uitbreiding der veemarkt op de wijze als dit nader is uiteengezet in het schrijven van den Directeur der gemeente werken van 7 Januari 1.1. no. 19/74 en in dat van 28 December 1904 no. 882/74 en volgens de bij die brieven behoorende teekeningen en begrootingen eeii crediet te verleenen van f 30.000.en daartoe op do loopende begrooting van uitgaven een nieuw volgno. 272a „Uitbreiding der Veemarkt f 30.000.en op die der inkomsten een nieuw volgno. 75a Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1911. JBi/l. 110. „Tijdelijke geldleening voor buitengewone werken" tot gelijk bedrag aan te brengen. 2°. Aan de adressanten W. Hijlkema c.s. en P. Laanstra c.s. te berichten, dat op hunne verzoeken, alsmede aan de Kamer van Koophandel en Fa- briekon alhier dat op haar schrijven van 29 Sep tember 1909, no. 2170 is gelet. 3°. Burgemeester en Wethouders diligent te ver klaren ten opzichte van het onderzoek naar de vraag, of tot de instelling van eene commissie van advies voor de veemarkt zal moeten worden besloten. Leeuwarden, 8 Februari 1911. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, ZIMMERMAN, Burgemeester. M. GOSLTNGS, Secretaris.. 87

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1911 | | pagina 44