a a 2100 2100 Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1911. <D 3 a JX) "o Hoofdstuk II. Afdeeling IV, V en VI. OMSCHRIJVING DER INKOMSTEN. Ontvangen BEDRAG in 1909. GERAAMD BEDRAG voor 1910. 1911. Art. 1. Art. 1. Art. 1. Transport onzuivere opbrengst worden geschat op 292000. Voor vermindering wegens onthef fing, afschrijving en oninbare posten, onder aftrek van restitutiën waarvan echter moeilijk een juist cijfer is te ramen, heeft men gemeend, met het oog op het gemiddelde bedrag over de laatste drie jaren ad f 9268.67, te kunnen stellen eene ronde som van 9500. Rest voor het primitief kohier 2825Ö0. Hierbij het vermoedelijk bedrag der suppletoire kohieren waarvan het gemid delde cijfer over de laatste driejaren be droeg f 8698.19. In 1909 was het totaal dier kohieren, behalve het le supple toir kohier dat enkel voljaarsch aanslagen bevatte, 10082.64, in verband waarmede wordt uitgetrokken eene ronde som van 9500. Totaal der vermoedelijke opbrengst 29200U. De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van 2 April 1901, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 23 September 1901, no. 11gewijzigd bij raads besluiten van 27 October 1903 en 22 September 1908, welke wijzigingen zijn goedgekeurd bij Koninklijke besluiten van 31 December 1903, no. 76 en 11 December 1908, no. 18. Totaal van de lilde afdeeling f vastgesteld tot een jn 2325.75. 183.75 AFDEELING IV. Belasting op de honden. Belasting op de honden De lijsten over 1909 zijn bedrag van Hieraf het bedrag der ontheffingen en oninbare posten Rest 2142.— Met het oog hierop is geraamd eene ronde som van f 2100. Het bedrag der eventueel te verleenen restitutiën is uitgetrokken onder volgno. 130. De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van 25 Juli 1905, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 9 September 1905, no. 35. Totaal van de IVe afdeeling AFDEELING V. Belasting op tooneelvertooningen en andere openbare vermakelijkheden Belasting op tooneelvertooningen en andere open bare vermakelijkheden De opbrengst over 1909 ad 419.04 in aanmer king genomen heeft men gemeend eene ronde som van 400.te kunnen ramen. De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van 27 Maart 1888, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 3 Mei d. a. v., gewijzigd bij raadsbesluiten van 28 Januari 1890 en 10 December 1895, laatstelijk goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 22 Januari 1896, no. 9. Totaal van de Vde afdeeling AFDEELING VI. Rechten, loonen en andere gelden, bedoeld in artikel 238 der gemeentewet en belastingen, waarvan de heffing krachtens bijzondere wetten geschiedt. Bruggelden I De opbrengst van bruggelden, die bij gaardering worden geïnd, was over 1909 als volgt Transporteeren 6 289741 33 292500 292000 289741 2178 33 75 2178 75 292500 292000 2100 2100, 419 04 400 419 04 400 17602-025 15650 176021025 15650 400 400 16450 16450 Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1911. Hijl, 110. 1 u B B p a bp "o Hoofdstuk II. Afdeeling VI. OMSCHRIJVING DER INKOMSTEN. Ontvangen BEDRAG in 1909. GERAAMD BEDRAG voor 1910. 1911. 10 11 Harlingervaartsbrug Noorderbrug Prins Hendrikbrug Wirdumerpoortsbrug Vrouwenpoortsbrug Verwersbrug le Kanaalbrug 2e Potmargebrug Transport 3861.40 1203.40 2553. 2091.80 940.15 341.55 3114.— 3213.20 152.50 9 Art. 2. Samen f 17471. In aanmerking nemende dat die opbrengst over 1909 door den buitengewoon hoogen waterstand hooger was dan andere jaren, heeft men gemeend de volgende bedragen te kunnen ramen als t Vhetsterbmgtot Mei 1914 verpacht Ophaalbrug 1914 Blauwebrug „1914 Poppebrug gegund voor Harlingervaartsbrug bij gaardering Noorderbrug 124.- Prins Hendrikbrug Wirdumerpoortsbrug Vrouwenpoortsbrug Verwersbrug le Kanaalbrug 2e Potmargebrug 0. 1.— 3600.— 1100.— 2350.— 1850.— 825.— 304.— 3025.— 3125. 140.— Totaal 16450. De heffing geschiedt, wat betreft de doorvaarts- gelden van de Boomsbrug, de Vlietsterbrug, de Ophaalbrug, de Poppebrug en de Blauwebrug, krach tens raadsbesluit van 8 December 1903, goedge keurd bij Koninklijk besluit van 15 Februari 1904, no. 46, van de Harlingervaartsbrug, de Noorderbrug, de Prins Hendrikbrug, de Wirdumerpoortsbrug, de Vrouwenpoortsbrug, de Verwersbrug en de beide Kanaalbruggen, krachtens raadsbesluit van den 28 Januari 1908, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 10 Maart 1908, no. 9 tot 12 Mei 1913) gd van de Potmargebrug krachtens raadsbesluit van 22 Mei 1906, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 4 Juli 1906, no. 5-3. Kadegeld De lijsten over 1910 zijn opgemaakt tot een totaal bedrag van ruim 2800.In verband daarmede is eene ronde som van 2800.geraamd. Daar de tegenwoordige verordening is goedge keurd tot 1 Januari 1911, zal de heffing geschieden krachtens nog te nemen raadsbesluit. Havengeld De opbrengst van het havengeld is tot ultimo December 1912 verpacht voor 7612. De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van 8 October 1907, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 3 December 1907, no. 68. Veergelden De opbrengst der pontveren is tot Mei 1911 verpacht. Die bij het ziekenhuis voor 601. bij den Westersingel voor 75.en bij het Sclioen- makersperk voor 85.per jaar. Er op rekenende, dat bij eene nieuwe verpachting de opbrengst niet vermindert, is voor 1911 eene som van 761.— geraamd. De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van 22 November 1898, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 12 Januari 1899, gewijzigd bij raads- Transporteeren 17602 02" 15650 16450 2300 7000- 7000 763'54 761 25365 565 25711 2800 7612 761 27623 v! 'l I 4

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1911 | | pagina 4