126 127 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1911. Art. 37 is gelijkluidend. Art. 38 is nieuw. Om overeenstemming de wet is het woord „bedienden." Art, 1 is gelijkluidend. Vervallen is art. 2 (oud), luidende: Kinderen beneden den leeftijd van 14 jaren worden tot het doen van beleeningen of het lossen van panden niet toegelaten. De verkoopingen worden tenminste een maand van te voren door eene advertentie in de Leeuwarder Courant bekend gemaakt. Art. 37. Indien een geveild pand niet opbrengt de belee- ningssom en verschenen rente, benevens voor zooveel verschuldigd, het keurloon, kan het worden opge houden, teneinde in de volgende veiling weder te worden aangeboden. Art. 38. De zuivere opbrengst (na aftrek van het voorschot, verschuldigde rente en, zoo verschuldigd, keurloon) van het pand blijft ter beschikking van den recht hebbende gedurende twintig maanden, te rekenen van den dag van den verkoopna verloop van dien termijn vervalt de opbrengst ten voordeele van de bank. De bank draagt van haren kant het verlies, dat bij de verkooping mocht geleden zijn, zonder eenig verhaal op den beleener. Art. 39. Dit reglement treedt inwerking op den 1 Juni 1911. Met dien datum vervalt het Reglement voor de Stads Bank van Leening te Leeuwarden, vastgesteld door den Raad der gemeente in zijne vergadering van den 23 April 1907 (gemeenteblad no. 16 van 1907), alsmede de verordening omtrent het ver strekken van gelden aan de Stads Bank van Leening te Leeuwarden, vastgesteld bij raadsbesluit van 12 Juli 1887 en gewijzigd bij raadsbesluiten van 13 October 1896 en 12 Mei 1908, waarvan de tekst met do daarin aangebrachte wijzigingen is opge nomen in gemeenteblad no. 16 van 1908. te krijgen met de letter van beambten" vervangen door INSTRUCTIE voor d8 ambtenaren en bedienden der Stads Bank van Leening to Leeuwarden. Algemeene Bepalingen. Art. 1. Do bank is op de werkdagen met uitzondering van den dag, voorafgaande aan en van dien waarop do drie maandelijksche veiling gehouden wordt, ge opend van des morgens 9—121/., en des middags van 25 uur. De bank is echter des Woensdags na 12 uur en des Zaterdags na 4 uur gesloten, doch op laatst genoemden dag weder van 51/, tot 7x/2 uur des namiddags geopend. Behoudens de door de commissie van administratie deswege te maken regeling wordt de voormiddag bestemd tot het aangaan van beleeningen en de namiddag tot het lossen van panden. Bijlage tot het verslag der handelingen van don gemeenteraad van Leeuwarden, 1911. Si)l. UO12. Art. 2 is, behoudens redactieverbetering, gelijk luidend aan art 3 (oud). Art. 2. Het afrenten van panden moet geschieden in de maanden, vermeld op de gedrukte aankondigingen, welke vastgosteld zijn door de commissie en in het lokaal der bank voor het publiek zichtbaar aanwezig zijn. Van de ambtenaren en bedionden. a. Algemeene Bepalingen. Art. 3. Art. 3 is gelijkluidend aan art. 4 (oud), met dien De ambtenaren en bedienden moeten tijdig vóór verstande dat het woord „beambten" veranderd is den aanvang van de kantooruren in het gebouw in „bedienden." aanwezig zijn. Ten blijke hiervan teekenen zij eene presentie lijst, die door den directeur gesloten wordt. Deze lijst wordt in de gewone vergaderingen der commissie ter tafel gebracht. In geval zij buiten den diensttijd vernemen, dat brand in of in den omtrek van het gebouw is ont staan, zijn zij verplicht om, voorzien van hunne brandpenningen, zich ten spoedigste naar het ge bouw te begeven. Art. 4. Artt. 46 zijn gelijkluidend. Zij mogen gedurende den diensttijd geene andere werkzaamheden verrichten dan die op de bank be trekking hebben. b. Van den Directeur. Art. 5. De directeur is belast met de dagelijksche leiding der werkzaamheden van de bank en, met uitsluiting van de andere ambtenaren, aan de commissie ver antwoordelijk voor den goeden en geregelden gang van zaken aldaar, alsmede voor de naleving van de in het reglement en in deze instructie vervatte bepalingen. Hij dient, des gevraagd, de commissie van advies en staat haar in hare administratieve werk zaamheden bij. Vervallen is art. 6 (oud), luidende Zij zijn verplicht bij het ter leen aanbieden van goederen te letten op het bepaalde bij art. 30 van het Kon. Besluit van 31 October 1826, No. 132. Art. 6. Hem wordt eene som, jaarlijks bij de begrooting vast te stellen, toegelegd, onder verplichting om het lokaal en de vergaderkamer der commissie be hoorlijk van vuur en licht te voorzien, alsmede om de noodige verlichting bij alle werkzaamheden te verschaffen. Art. 7. Het woord „beambten" is veranderd in „bedienden". Hij regelt de werkzaamheden der overige ambte naren en bedienden, behoudens het beroep van deze op de commissie.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1911 | | pagina 64