A i'ivi
i I
91 1 W
'ia?
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1911.
Artt. 8 en 9 zijn gelijkluidend.
Het le, 8e en 4e lid van art. 10 zijn gelijkluidend
aan art. 12 (oud).
Het 2e lid van art. 12 (oud) luidt
Ieder kwartaal, wanneer do luifel voor de te
houden verkooping wordt opgericht, draagt hij zorg,
dat door den timmerman de schuiven enz.
Art. 8.
Hij zorgt, dat alle in deze instructie aangegeven
registers en staten geheel en zonder uitzondering aan
hunne bestemming beantwoorden en naar behooren
en tijdig worden aangehouden.
Art. 9.
Hij zorgt voor de goede orde in de magazijnen.
Art. 10.
Hij zorgt voor de veiligheid en tijdige afsluiting
van de gebouwen, van de magazijnen en van de
steeg, loopende van de Brol naar de Heorestraat.
Hij draagt zorg, dat ieder kwartaal de schuiven
in de schoorsteenen worden nagezien en in orde
gehouden en doet daarvan in de eerstvolgende
vergadering schriftelijk rapport.
Hij draagt zorg, dat op de magazijnen niet wordt
gerookt en geen licht wordt gebruikt dan in een
goed gesloten lantaarn.
Het gebruik van petroleum in het gebouw is
verboden.
Art. 11.
Het magazijn letter A staat onderzijn onmiddellijk
toezicht.
Buiten hem heeft van de bedienden alleen de
schatter toegang tot dit magazijn, doch niet anders
dan met zijne toestemming.
Art. 12.
Art. 12 is gelijkluidend aan art. 14 (oud), met Bij brand in of in den omtrek van het gebouw
dien verstande dat het woord „beambten" is is hij verplicht om den Burgemeester, de ambtenaren
veranderd in „bedienden". en bedienden, alsmede de commissarissen daarvan
zoo spoedig mogelijk in kennis te doen stellen.
Hij zorgt, dat bij zijne afwezigheid steeds iemand
in hot gebouw aanwezig is, die bij brand of andere
ongevallen deze taak kan vervullen.
Art. 13.
Art. 13 is gelijkluidend aan art. 15 (oud), met Voor eene afwezigheid van hoogstens twee dagen
dien verstande dat het woord „vice-voorzitter" is heeft hij verlof noodig van den voorzitter en doet
vervangen door „voorzitter". daarvan mededeeling aan den maand-commissaris
voor afwezigheid van langeren duur, dat van de
commissie van administratie.
Art. 11 is gelijkluidend.
Art. 14—17 zijn gelijkluidend.
Art. 14.
Bij ontstentenis wordt hij vervangen door den
schatter.
Art. 15.
Ioderen dag besluit hij de werkzaamheden met
het arresteeren van de registers A en C, na accoord-
bevinding met de contröleboeken, volgender wijze
A.
Gearresteerd adstuks panden, ter som
vanbeleende som.
128
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1911. 110. 1
C.
Gearresteerd adstuks panden, ter som
vanterug ontvangen beleeningsgelden
enrenten.
Art. 16.
Des Maandags en des Donderdags zendt hij aan
den secretaris der commissie het driedaagsch rap
port, letter K.
Op dat rapport worden vermeld alle bijzonder
heden, waarvan de kennis voor den secretaris nuttig
kan zijn.
Art. 17.
Vóór den vijfden der volgende maand wordt door
hem aan het college van Burgemeester en Wethou
ders en aan ieder lid der commissie een exemplaar
van den maandstaat letter L toegezonden.
Art. 18.
Hij opent met den gemeenteontvanger eene
rekening-courant, waarin alle ontvangsten van en
betalingen aan dezen wegens voorschotten en af
betalingen worden geboekt.
Zie de aanteekening bij art. 13. De ontvangbewijzen van voorschotten uit de ge
meentekas, Register letter N, ieder ten bedrage
van duizend gulden, geteekend door den voorzitter
en den secretaris der commissie, worden door hem
ingevuld, genummerd en geparafeerd.
Hij zorgt, dat, wanneer gelden van den gemeente
ontvanger zijn ontvangen, aan Burgemeester en
Wethouders worde kennis gegeven van het aantal, de
data en de nummers der afgegeven ontvangbewijzen.
De afrekening der rente heeft plaats hij het sluiten
van ieder dienstjaar.
Nadat de rekening van den directeur deswege
door de commissie goed bevonden is, wordt die
door hem met het register ten kantore van den
gemeenteontvanger vergeleken en gesloten en Burge
meester en Wethouders het bedrag der renten
opgegeven. Die renten worden verantwoord op het
dienstjaar, waartoe zij betrekking hebben.
Art. 19.
Zie de aanteekening bij fart. 13. Hij zorgt, dat in den regel niet meer dan twee
duizend gulden in kas blijft.
Iedere volle duizend gulden boven dat bedrag
wordt door hem gestort bij den gemeenteontvanger
togen inwisseling van het oudste in datum der af
gegeven ontvangbewijzen, dat op de keerzijde,
door den gemeenteontvanger voor kwitantie en door
het lid-secretaris der commissie voor „gezien" ge
teekend, op zijne plaats in het register wordt gehecht.
Dit register wordt door den voorzitter genummerd
en iedere bladzijde daarvan geparafeerd.
Ook van de intrekking der ontvangbewijzen doet
de directeur mededeeling aan Burgemeester en
Wethouders.
129