Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1912. Bestaande redactie. Art. 15, 2e lid. Het gemiddeld getal lesuren per week bedraagt van de leeraren voor de Fransche, Duitsche en Engelsche talen onderscheidenlijk ten hoogste veer tien, twaalf en twaalf en van de overige leeraren ten hoogste drie en twintig. Eenig artikel. Artikel 15, 2e lid, laatstelijk gewijzigd bij raads besluit van 22 October 1912 (gemeenteblad no. 25 van 1912), van de verordening voor het gymnasium te Leeuwarden wordt gelezen als volgt: Het gemiddeld getal lesuren per week bedraagt van de leeraren voor de Fransche, Duitsche en Engelsche talen onderscheidenlijk ten hoogste veertien, twaalf en twaalfvan hem die de Fransche en bovendien de Duitsche of Engelsche taal onder wijst ten hoogste vier en twintig van hem die de Duitsche en bovendien de Engelsche taal onderwijst ten hoogste twee en twintig van de overige leer aren ten hoogste drie en twintig. B. te bepalen dat deze verordening in werking treedt den len Januari 1918. Leeuwarden, 19 De Raad voornoemd, Lilt. C. Schrijven van curatoren van het gymnasium. Leeuwarden, 8 October 1912. De tijdsomstandigheden noodzaken ons, niette genstaande de tegenwoordige salarisregeling van het onderwijzend personeel aan het gymnasium alhier slechts enkele jaren oud is, om tot U.E.A. te komen met het verzoek om aan den Raad voor stellen tot. wijziging van de desbetreffende veror dening te willen doen. Tot toelichting van ons ontwerp dier wijzigingen veroorlooven wij ons het volgende onder Uwe aandacht te brengen. Reeds bij de vacature Dr. Rank in het voorjaar van dit jaar bleek het moeilijk te zijn een plaats vervanger voor dezen vertrekkonden leeraar te vinden. Slechts enkele studeerenden boden zich aan om tijdelijk zijne lessen waar te nemen. Voor de duurzame vervulling dezer betrekking sollici teerden aanvankelijk een drietal gegadigden, doch nadat wij uit dat drietal eene voordracht samen gesteld hadden, trókken zij zich allen terug. Daarna moesten wij aan den Raad eene voordracht indienen, waarop de naam slechts van een leeraar naast die van twee leeraressen voorkwam, omdat er geen andere sollicitanten zich aangemeld hadden. Thans, nu dr. H. D. Verdam wegens zijne be noeming tot rector aan het gymasium te Sneek ons gaat verlaten, is op onze oproeping ter ver vulling van de conrectorsvacature geen enkele solli citant opgekomen. Moge voor een deel deze geringe belangstelling te wijten zijn aan de excentrische ligging van Leeuwarden, die velen kan afschrikken, zeker werkt daartoe ook mede de omstandigheid, dat het leven in de plaats onzer inwoning duurder is dan in meerdere daarmede gelijkwaardig geachte steden. Ton einde aan die bezwaren eenigszins tegemoet te komen, staat, naar wij meenen, geen ander middel open, dan dat van wijziging der salaris-verordening. Hoewel zulks niet geldt voor de thans noodige vervulling van de conrectors-betrekking, omdat voor dit ambt in den regel leeraren, die reeds als zoodanig werkzaam zijn, zullen worden benoemd, moet ons argument voor de voorgestelde verhooging vooral gezocht worden in de omstandigheid, dat er gebrek bestaat aan leerkrachten. Er zijn mo menteel slechts twee of drie doctorandi in de klas sieke letteren, die eerstdaags op eene benoeming kunnen rekenen, terwijl de aanstaande oprichting van gymnasia te Hilversum en te Apeldoorn weldra een aantal leeraren naar die zeer gewilde verblijf plaatsen zal trekken. De plaatsen, die minder aan trekkelijk zijn en daartoe behoort in de oogen van velen ook Leeuwarden moeten daarom naar andere middelen zoeken om niet van de schaarschte van beschikbare krachten de dupe te worden. Het is ons bekend, dat in meerdere plaatsen, o.a. te Delft, de salarissen verhoogd zullen worden. Wat nu de voorstellen zelve tot wijziging der verordening aangaat, het volgende Het aanvangssalaris voor den gepromoveerden leeraar, die nog niet heeft gedoceerd, ad ƒ2100. 196 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1912. Bijl. 710. 32. is niet te laag, doch snellere en meerdere verhoo ging is noodzakelijk wij hebben zulks uitgedrukt door het ontwerpen van de bepaling krachtens welke, door 4 verhoogingen, telkens na 8 jaar ten bedrage van telkens 250.—, na 12-jarige ervaring het maximum van 3100.wordt bereikt. Het verschil tusschen het salaris van den gepromoveer den en den niet-gepromoveerden leeraar, thans 200.bedragende, kan naar onze meening ver minderd worden tot f 100. Het aanvangstractement voor de niet gedocto- reerden zal dientengevolge ƒ2000.bedragen, hun maximum-tractement 3000. Doch niet alleen voor gepromoveerden komt de in ons voorstel op 100.gestelde premie in aanmerking. Billijkheidshalve moet zij ook ten goede komen aan de leeraren die den doctorstitel niet hebben, omdat zij naar de wet niet promo- veeren kunnen. Dat zijn zij die krachtens de akte van bekwaamheid tot het geven van middelbaar onderwijs, bedoeld in het voorlaatste lid van art. 16 der wet op het Hooger Onderwijs, bevoegd zijn om aan gymnasia les te geven. De verhooging boven het gewone leeraars- tractement voor de vervulling van het ambt van corrector stellen wij U voor wederom evenals voor de laatste wijziging der verordening terug- te brengen op het bedrag van ƒ800.Wij worden daartoe genoopt door het reeds vermelde feit, dat zich voor de thans bestaande vacature op onze oproeping geen enkele sollicitant heeft opgedaan. In verband met de vorige voorstellen behoort ook de regeling van de jaarwedde van den rector wijziging te ondergaan. Wij meenen te moeten voorstellen om die wedde op 3500.te brengen met twee verhoogingen van telkens f 250.na 3 en 6-jarigen dienst, opdat het minimum van dit salaris het maximum van dat van den conrector blijve overtreffen. Ten aanzien van alle periodieke verhoogingen merken wij op, dat het motief daarvan gelegen is in de verwachting, dat meerdere ervaring moet strekken tot verbetering van het te geven onderwijs. Daaruit volgt, dat die verhoogingen evenzeer be lmoren te gelden voor hen, die reeds in dienst zijn als voor nog te benoemen titularissen. Ware het anders, dan zou ervaring elders verkregen beloond worden, doch meerdere bekwaamheid in het geven van onderwijs aan ons gymnasium verkregen, geacht worden die belooning niet te verdienen. De voorgestelde wijzigingen betreffen alleen de leeraren sub a, h en c in de verordening genoemd. Voor de leeraren in de moderne talen is verhooging van salaris naar onze meening niet noodzakelijk, zoolang niet blijvende parallelklassen ontstaan. Wel is verandering in het systeem der salarieering van deze onderwijskrachten gewenscht, doch spoed- eischend, gelijk de voorgestelde wijzigingen, is die verandering niet. Naar enz. Curatoren van het gymnasium alhier, J. BAART DE LA FAILLE, Voorz. STOOP, Loco-Secr. Aan Burgemeester en Wethouders. 197

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1912 | | pagina 101