I ■1 Élfffi - MBM Bijlage no. 4. ftSlëtl 1 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1912. ONTWERP. de Raad der gemeente Leeuwarden gezien het voorstel der commissie voor het ont werpen van strafverordeningen, alsmede het advies der Gezondheidscommissie voor de gemeente Leeuwarden, gegeven bij schrijven van 17 Januari 1912 besluit in te trekken de verordening op de huizen van ontucht en de publieke vrouwen te Leeuwarden, vastgesteld bij raadsbesluit van '26 October 1876 (Gemeenteblad no. 16) en gewijzigd bij raadsbesluiten van 16 Augustus 1887 (Gemeenteblad no. 10) en van 28 Februari 1893 (Gemeenteblad no. 6). Leeuwarden, 19 De Raad voornoemd, y-'ll =1 jlji.1[| 84 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1912. Bijl, 110. 4. WIJZIGING der verordening tot voorziening tegen en bij brand (Gemeente blad 1911 no. 22). Aan den Gemeenteraad. De torenbrand, die het vorig jaar te Vlissingen een kostbaar monument heeft verwoest, alsook de brand die alhier in Augustus 1911 uitbrak in een hooibergplaats aan de Lange Marktstraat en die, welke in den zomer van 1910 woedde in een hooi mijt op het terrein van de maatschappij tot exploi tatie van voestallen, hebben bij de Commissie voor het ontwerpen van strafverordeningen de vraag doen rijzen, of de verordening tot voorziening tegen en bij brand wel de noodige waarborgen biedt tot voorkoming van dergelijke onheilen in onze gemeente. Ten aanzien van het eerste punt, het brandgevaar dat ontstaat door het onvoorzichtig omgaan mot vuur op torens en daken, bevat de verordening (gemeenteblad 1911 no. 22) de volgende bepaling- Artikel 3. Met hechtenis van ten hoogste zes dagen of geldboete van ten hoogste vijf en twintig gulden wordt gestraft 1°. hij die werkzaamheden aan een dak, muur of goot of aan gas-, telegraaf-, telefoon- of andere leidingen, indien daartoe heet of gesmolten metaal wordt gebezigd, verricht tusschen zonsondergang en zonsopgang 2°. hij die dit metaal heet maakt of smelt anders dan op den beganen grond. Het is duidelijk dat dit voorschrift onvoldoende is, omdat het allerlei werkzaamheden vrij laat, die zonder heet of gesmolten metaal worden verricht, maar waarbij niettemin gevaar voor brand kan ontstaan, zooals afbranden van verf, terwijl het anderzijds vele van die verrichtingen, soldeeren b.v., ten eenenmale onmogelijk maakt. In de ontworpen artikelen 3 en 3bis is een en ander thans vollediger geregeld. In het algemeen zullen ook nu die werkzaamheden in den nacht verboden zijn (aitikel 3, 1° ontwerp), terwijl sub 2° een bepaling is gegeven voor het gevaarlijke gebruik van zoo genaamde benzinebouten. Het minst gevaarlijke soldeeren, dat met behulp van koperen bouten, blijft op daken enz. alleen toegestaan, wanneer zij op of, zoo de werkzaam heden daartoe leiden, onder den beganen grond heet gemaakt zijnhet werken met asfalt enz. slechts, voorzoover die stoffen beneden in de open lucht in goed beveiligde ijzeren potten verhit zijn. Voor brandgevaar in hooi- en soortgelijke bewaar plaatsen luiden de beide hier in aanmerking komende artikelen als volgt Artikel 5. Hij, die een turfhoop, hooiblok of verzameling van andere licht brandbare stoffen in de open lucht heeft, plaatst of doet plaatsen, tenzij met vergunning van Burgemeester en Wethouders en met opvolging van de door dezen aan de ver gunning te verbinden voorwaarden, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste zes dagen of geld boete van ten hoogste vijf en twintig gulden. Artikel 6. Met hechtenis van ten hoogste zes dagen of geldboete van ten hoogste vijf en twintig gulden wordt gestraft de houder van een magazijn of bergplaats van hooi of andere aan broeiing of zelfontbranding onderhevige stoffen 1°. die niet gedoogt, dat deze stoffen worden onderzocht op de door Burgemeester en Wethouders te bepalen wijze en door personen, door dezen aan te wijzen 2°. die, na afloop van het sub 1° bedoelde onder zoek verzuimt of nalaat, de door Burgemeester en Wethouders voor te schrijven maatregelen van voorzorg op te volgen en uit te voeren. Ook deze bepalingen schenken Burgemeester en Wethouders niet de gelegenheid om in voorkomende gevallen zóó in te grijpen als wenschelijk kan zijn. Voor hooibergplaatsen b.v. kunnen ook niet volgens de bouwverordening ten opzichte van de inrichting van het gebouw of van de te bergen hoeveelheid enz. geen algemeene voorschriften worden gegeven. Die van artikel 6, 2°., slaan alleen op bijzondere gevallen. Het komt dus wenschelijk voor aan artikel 6 een nieuwe zinsnede toe te voegen. In verband met het voorgaande heeft eindelijk artikel 37 eene uitbreiding ondergaan. De Commissie voor het ontwerpen van straf verordeningen heeft alzoo de eer de in het hierna volgend ontwerp opgenomen wijzigingen der ver ordening tot voorziening tegen en bij brand aan 's Raads goedkeuring te onderwerpen. T .15 December 1911. Leeuwarden, De Commissie voornoemd, De Voorzitter, J. PATI.JN. 85

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1912 | | pagina 43