O', 1 Bijlage no. 7. I I iV 1 ■I _J| I if.p Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1912. Bijl. no. 7. VERORDENING op het beheer van het electriciteitbedrijf. Aan den Gemeenteraad. Gelijk na de jongste aanvulling der Gemeentewet (Wet van 30 December 1909, Stbl. no. 416) voor de gemeentelijke gasfabriek eene verordening in het leven is geroepen (gemeenteblad no. 30 van 1910), waarbij voor dit bedrijf de inkomsten en uitgaven buiten de gemeentekas zijn gehouden en eene afzon derlijke begrooting en rekening zijn voorgeschreven, zal voor het electriciteitbedrijf hetzelfde dienen te geschieden. Nu in den loop van dit jaar stroom zal kunnen worden geleverd, is dus thans het oogenblik aangebroken om tot do vaststelling van soortgelijke regelen, als voor de gasfabriek gelden, ook voor het electrisch bedrijf over te gaan. Voor de alge- meene toelichting moge hier naar ons voorstel van 4 Augustus 1910 (bijlage no. 13) worden verwezen, dat tot het ovengenoemde in gemeenteblad no. 30 van dat jaar opgenomen raadsbesluit heeft geleid het onderstaande voorstel is op hetzelfde stramien opgezet. Wat de in artikel 3 en andere artikelen bedoelde raadscommissie van bijstand betreft, er is op gerekend? dat tijdig de Commissie voor de gasfabriek kan zijn omgevormd in eene. voor de lichtfabrieken, zoodat haar bijstand zich ook over de centrale zal uitstrekken. In de artikelen 3 en 4 is niet alleen aan den boek houder een eenigszins zelfstandiger positie gegeven dan aan dien voor de gasfabriek, doch eveneens is de betrekking van kassier geschapen, omdat het voor een goede controle gewonscht voorkwam deze beide functiën gescheiden te houden. De boekhouder is dus alleen voor het administratief beheer, onder toezicht van den Directeur, verant woordelijk. Het zal niet noodig zijn van den bookhouder en den kassier volslagen ambtenaren to maken, de betrekkingen zullen wellicht met andere kunnen worden gecombineerdde scheiding van boekhouding en kas kan zoodoende plaats hebben zonder, althans zonder belangrijke, vermeerdering van kosten. Uit den aard der zaak heeft de kassier van dit bedrijf, waar minder werklieden zijn dan aan de gasfabriek, geregeld een minder groote kas noodig dan de boekhouder ginds, die 3000.onder zich kan houden en dan eerst bij den gemeente ontvanger behoeft te storten. Dit bedrag is dus hier op f 300.bepaald, terwijl dat van de zekerheid in artikel 10 iets hooger moet zijn en alzoo op f 1000.is gesteld. Artikel 18. Ha. Deze bepaling is vooral opge nomen met het oog op de onvermijdelijke nadeelige saldi der eerste jaren, die uit den aa.rd der zaak niet aanstonds kunnen worden aangezuiverd. Zoo lang deze aanzuivering niet hoeft plaats gehad, kan echter in verband met Iln geen winstuitkeering plaats hebben. Artikel 22b. Hier is duidelijker dan bij de ver ordening voor de gasfabriek in het oog gehouden het verschil tusschen de bedrijfs- en de winst- en verliesrekening. Artikel 27. De afschrijving, die wordt uitgedrukt in percentages van wat de roerende en onroerende goederen bij de aanschaffing of oprichting hebben gekost, schijnt een juistere dan die, welke rekening houdt met de balanswaarde. Dit artikel is dus iets anders geredigeerd dan het overeenkomstige artikel 28 der bedrijfsverordening voor de gasfabriek. De beide slotalinea's zijn nieuw. Wij hebben de eer U voor te stellen tot het vaststellen eener verordening op het beheer van het gemeentelijk electriciteitbedrijf en daartoe te nemen het in ontwerp overgelegde besluit. Leeuwarden, 9 Maart 1912. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J. PATIJN, Burgemeester. M. GOSLINGS, Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1912 | | pagina 48