I
y,;
if"
i m
m
- 1 i
'I
i I
r
i i' i
t4
;v-i 1
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1912.
bevolen, behalve voor zoover blijkt dat zij met
voorkennis van Burgemeester en Wethouders zijn
geschied, persoonlijk aansprakelijk jegens de ge-
gemeente, indien die uitgaven door den Raad niet
onder de uitgaven van het bedrijf worden opgenomen.
Burgemeester en Wethouders worden wegens met
hunne voorkennis geschiede uitgaven, tenzij blijke
dat zij niet hebben medegewerkt, persoonlijk aan
sprakelijk jegens de gemeente, indien die uitgaven
door den Raad niet onder de uitgaven van het bedrijf
worden opgenomen.
De Raad benoemt, zoo noodig, iemand uit zijn
midden met de rechtsvordering tot schadevergoeding
belast.
VAN HET AFSCHRIJVINGS- ER
VERNIEUWINGSFONDS.
Art. 27.
Er wordt een afschrijvings- en vernieuwingsfonds
gevormd.
De jaarlijksche storting daarin, bedoeld in artikel
18 II, sub k, bedraagt
a. 2 van de bouwkosten der onroerende goe
deren, behoudens het bepaalde sub b
b. 5 van machinerieën en toestellen (met uit
zondering van hetgeen sub d is genoomd)
c. 2l/2 van het kabelnet
d. 10 °/0 van electriteitmeters en diversen
alles volgens de aanschafwaarde.
De afschrijvingspercenten worden om do vijf jaren
herzien.
Van goederen, die van de balans worden afgevoerd,
wordt hot volle bedrag der boekwaarde in hot
fonds gestort.
Art. 28.
Uit dit fonds wordt betaald eene aflossing naar
81/'3 per jaar van de door de gemeento voor het
bedrijf geleende of nog te leenon bedragen.
Voor zoover de stand van het fonds dat toelaat
worden hieruit mede betaald
a. de uitgaven voor vernieuwing en verbetering
00
van het bedrijf, voor zoover de waarde van hot ver
kregen goed do boekwaarde van het daardoor ver
vangen bezit te boven gaat
b. de uitgaven voor uitbreiding van het bedrijf.
Uitgaven beneden een bedrag van 100.worden
niet als uitgaven voor vernieuwing of verbetering
beschouwd.
Uitgaven voor uitbreiding van het bedrijf zijn
alleen die uitgaven, waardoor de capaciteit van de
inrichting wordt verhoogd.
V' !l
Art. 29.
De beschikbaar gebleven gelden van het afschrij
vings- en vernieuwingsfonds worden belegd in
Nederlandsche Staats-, Provinciale en gemeentelijke
102
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1912. HO. i
leeningen, voor zoover zij ter beurzo van Amsterdam
zijn genoteerd, in pandbrieven van hypotheekbanken
die in aanmerking komen voor beleggingen van de
Rijkspostspaarbank, of door uitleening aan de ge
meente zelve.
De gekweekte rente komt niet aan het fonds doch
aan het bedrijf ten goede.
YAN DE WINSTVERDEELING EN HET
RESERVEFONDS.
Art. 30.
Er wordt een reservefonds gevormd.
Yan de te maken winst wordt 40 °/0 in dit fonds
gestort en 60 aan de gemeente uitgekeerd.
Als winst wordt aangemerkt de netto-winst volgens
de laatstelijk door den Raad vastgestelde winst
en verliesrekening.
De gekweekte rente komt aan het fonds ten
goede.
Zoodra en zoolang het reservefonds ƒ100,000.—
bedraagt, worden de stortingen in dat fonds ge
staakt en wordt de geheele zuivere winst aan de
gemeente uitgekeerd.
Het reservefonds wordt op dezelfde wijze belegd
en bewaard als het afschrijvings- en vernieuwings
fonds.
Art. 31.
Het reservefonds strekt in de eerste plaats tot
dekking van geleden verliezen. Yerdor mag daaruit
de winstuitkeering aan de gemeente worden ver
hoogd.
In buitengewone omstandigheden kan de Raad
besluiten daaruit extra-aflossing van de aan het
bedrijf geleende gelden te doen.
OVERGANGS- EN SLOTBEPALING.
Art. 32.
Deze verordening treedt met den aanvang van
het bedrijf in werking.
Inmiddels vinden reeds dadelijk na hare vast
stelling de artikelen 17, 18 en 19, ten behoeve van
eene tijdige samenstelling der bedrijfsbegrooting
voor het overblijvende gedeelte van het dienstjaar
1912, toepassing.
De artikelen 17, le lid en 19 worden voor dat
gedeelte van het dienstjaar 1912 in dien zin toe
gepast, dat tegelijk met de bedrijfsbegrooting een
daarmede verband houdende wijziging der gemeente-
begrooting aan den Raad wordt aangeboden, die in
de in artikel 19 aangegeven volgorde worden
vastgesteld.
Artikel 27 treedt met den 1 Januari 1918 in
werking.
Leeuwarden, 19
De Baad voornoemd,
103