Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1912.
Litt. B,
Brief van Burgemeester en Wethouders
aan het gemeentebestuur van
Menaldumadeel.
No. 142/118.
5 bijlagen.
Leeuwarden, 30 Januari 1912.
Ten vervolge op onzen brief van 2 Februari 1911
no. 274/159, en in verband met de bespreking,
welke de heer Burgemeester Uwer gemeente heeft
gehad met onzen deskundige, den heer Bellaar
Spruijt, hebben wij de eer U mede te deelen, dat
wij bereid zijn den Gemeenteraad voor te stellen
te besluiten, om aan Uwe gemeente door onze
electrische centrale stroom te doen leveren, in dezer
voego dat
1. de voor de afneming benoodigde hoog- en
laagspanningsgeleidingen en -toestellen door en
voor rekening van Uwe gemeente worden gelegd
en geplaatst
2. de stroom geleverd wordt in onze centrale
in den vorm van hooggespannen draaistroom, span
ning ongeveer 6000 Volt, perioden 50 per seconde;
3. de daarvoor te bedingen prijs berekend wordt
naar het aantal in Uwe leiding geleverde eenheden
(kilowatturen), gemeten in onze centrale, en naar
het machinevermogen (kilowatt), dat voor de op
wekking daarvan noodig is.
Het benoodigde machinevermogen is afhankelijk
van het aantal gelijktijdig ontstoken lampen.
Bij de berekening van de door U te betalen
jaarlijksche vorgoeding voor den geleverden stroom
wordt de formule
A b x c y
gebruikt, waarin
A het jaarlijks voor den stroom te betalen
bedrag in guldens
b 60.
x het aantal kilowatt, gemeten in onze cen
trale, dat in het betrekkelijke jaar in maximum
door U wordt gevraagd
c 0.026
Y het aantal kilowatturen, gemeten in onze
centrale, dat in het betrekkelijke jaar aan U wordt
geleverd.
Aan
heeren Burgemeester en Wethouders
van
Menaldumadeel.
Deze wijze van berekenen, welke door verschillende
centraal-stations, die meerdere gemeenten bedienen,
met goed gevolg wordt toegepast, achten wij dan
ook zoowel in het belang van Uwe als in dat van
onze gemeente.
Hoewel wij dus aan die berekeningswijze de voor
keur geven en het daarom op prijs zouden stellen,
wanneer Gij U daarmede kondet vereenigen, hebben
wij toch geen overwegende bezwaren tegen een
tarief op anderen grondslag, dat dan in den door
U verlangden vorm uit het door ons aangegevene
kan worden afgeleid. Waar wij veronderstellen,
dat het in Uwe bedoeling zal liggen, om onze aan
bieding aan het oordeel van een deskundige te
onderwerpen, zouden wij U in overweging willen
geven, om dezen op te dragen met onzen adviseur
overleg te plegen omtrent den meest gewenschten
vorm of zoo Gij met de bovengenoemde hoofd
punten accoord gaat omtrent de détails, ten
einde daarna oen volledig contract te kunnen ge
reed maken.
Wat den duur van een te sluiten overeenkomst
betreft, meenen wij dat, in verband met de groote
vast te leggen kapitalen, een tijdvak van dertig
achtereenvolgende jaren voor beide partijen het
meest gewenscht is, met dien verstande evenwel,
dat wij bevoegd zijn het tarief na 10 jaar, te rekenen
van den dag van ingang der overeenkomst, te ver-
hoogen met ten hoogste 10 °/0.
Teneinde in de gelegenheid te zijn do prijzen te
noemen, welke bij bovenstaand tarief door Uwe
gemeente per ter plaatse van gebruik afgeleverd
kilowattuur betaald zouden worden, en om IJ de
beoordeeling van onze aanbieding gemakkelijker
te maken, hebben wij een avant-projet voor een
net voor Uwe gemeente doen vervaardigen.
Voor dit plan is als bijlage I de raming van
kosten aan dit schrijven toegevoegd.
In bijlage II worden verschillende cijfers aange
troffen, berekend uit eeno gemaakte schatting van
het te verwachten gebruik, welke voor U, ter be
oordeeling van onze aanbieding, van belang kunnen
zijn. Onder die cijfers komt voor de inkoopsprijs
per kilowattuur, gemeten aan de verbruiksplaatsen.
Voorts sluiten wij als bijlagen III en IV hierbij
in een rentabiliteitsberokening voor de electriciteits-
voorziening Uwer gemeente, zoowel bij aansluiting
op onze centrale als bij bedrijf met een eigen
machine-station.
Wie enz.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J. PATIJN, Burgemeester.
M. GOSLINGS, Secretaris.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1912. Hljl. 710. S.
Litt. C.
Brief van het gemeentebestuur
van Menaldumadeel.
No. 89.
Verlichting.
Menaldum, den 9 Februari 1912.
Naar aanleiding van Uw schrijven, d.d. 30 Januari
1912, no. 142/118, hebben wij de eer U te berichten,
dat wij niet voornemens zijn, de daarbij gedane aan
bieding voor de levering van electrischen stroom aan
deze gemeente aan het oordeel van een deskundige
te onderwerpen. Na het onderhoud dat de Burge
meester dezer gemeente ter zake had met den heer
Wethouder Oosterhoff en waarbij onzerzijds werd
aangedrongen om bij de prijsbepaling de meest
mogelijke billijkheid te betrachten, vertrouwen wij,
dat hot overbodig zal zijn, omtrent het door U
ontworpen tarief het advies in te winnen van een
deskundige, te meer waar de Burgemeester Uwer
gemeente Zaterdag den 3 Februari 1.1. in een gesprek
met den Burgemeester dezer gemeente, verzekerde
dat Leeuwarden niet een goedkoopere aanbieding
had kunnen doen.
Alvorens den Raad een voorstel te doen om met
uwe gemeente eene overeenkomst aan te gaan voor
de levering van electrischen stroom op den grond
slag van uw aangehaald schrijven, zonden wij nog
gaarne eenige inlichtingen ontvangen omtrent de
volgende punten
1. Wat het project aangaat, lijkt ons het leggen
van een kabel voor rekening dezer gemeente van
de electriciteitsfabriek langs den Harlinger straatweg
naar Marssumeen afstand van ongeveer 6 K.M.,
Aan
Heeren Burgemeester en Wethouders
van Leeuwarden.
zeer onvoordeelig, in de eerste plaats, omdat die
kabel voor meer dan de helft der lengte komt te
liggen op het grondgebied uwer gemeente en in de
tweede plaats, omdat over de verdere lengte stroom-
afname slechts van 3 boeren- en 2 arbeiderswoningen
te verwachten is. De vraag is bij ons gerezen of
het leggen van een kabel langs Schenkenschans en
het meten van den geleverden stroom aan de grens
der gemeente niet de voorkeur zou verdienen, te
meer ook, omdat de aanwezigheid van fabrieken en
tal van woningen in de onmiddellijke nabijheid van
Schenkenschans toch het leggen van een geleiding
aldaar van uwentwege noodig zal maken.
2. Bij de prijsbepaling van den stroom wordt
door U rekening gehouden mot het aantal geleverde
eenheden (kilowatturen) en met het machine-ver-
mogen (kilowatt).
In de formule (A b x c y) is b de prijs per
K. W. of 60.en wordt volgens bijlage II van
uw aangehaald schrijven, de maximale belasting in
het eerste bedrijfsjaar gesteld op 40 K. W. Het
zal ons aangenaam zijn van U te mogen vernemen
naar welken grondslag de prijs per K. W. door
Uwen deskundige berekend is, zoomede of bij mindere
afnamo dan de geraamde 56000 eenheden en alzoo
bij mindere belasting dan de maximale, dit mindere
aan de gemeente in rekening zal worden gebracht
tegen het bedrag van 60.per K. W.
Voorts zouden wij gaarne van U vernemen of
wanneer de vereischte overeenstemming tusschen
beido gemeenten verkregen is, het Uwerzijds bezwaar
zou ontmoeten, dat de aanleg en de uitvoering van
het werk geschieden onder leiding en toezicht van
deu directeur Uwer electrische centrale, indien deze
op ons verzoek zich daarmede zou willen belasten.
Burgemeester en Wethouders van Menaldumadeel,
A. v. W. RENGERS, Burgemeester.
C. PALS, Secretaris.
Litt. IJ.
Nader schrijven van
Burgemeester en Wethouders
van Leeuwarden.
No. 557/234.
Leeuwarden, 6 Maart 1912.
Naar aanleiding van Uw schrijven van 9 Februari,
no. 89, 24 Februari, no. Ill, en 29 Februari j.l., no.
117, hebben wij de eer IJ mede te deelen dat wij
Aan
Burgemeester en Wethouders
van Menaldumadeel.
bereid zijn aan den Raad voor te stellen met Uwe
gemeente een overeenkomst aan te gaan op de
grondslagen, genoemd in ons schrijven van 30
Januari 1912, no. 142/118, mot weglating van de
voorgestelde bepaling betreffende verhooging na
j 10 jaren.
Ofschoon wij in beginsel geen bezwaar hebben
tegen opneming van een bepaling dat na 10 jaar
het tarief zal worden verlaagd of verhoogd, al
naar mate van de uitkomsten gedurende dat tijdvak,
meenen wij dat zulk een bepaling beter achterwege
blijft, omdat het niet mogelijk schijnt een formule
te maken, volgens welke de prijsbepaling over 10
jaar zou moeten geschieden.