Bijlage no. 10.
Bijlage tot, het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1912.
b. het indienen eener aanbeveling aan Burge
meester en Wethouders voor de benoeming van
eenen Kapelmeester
c. het benoemen en ontslaan der verdere leden
van het Korps
d. do zorg. zoover van haar afhangt, voor de
aanschaffing en instandhouding der benoodigde
muzijkinstrumenten en van do vereischte muzijk-
stukken
e. de regeling der repetition en het toezigt op
dezen
f. het vaststellen der instructien voor don Kapel
meester en verdere leden van het Muzijkkorps, onder
goedkeuring van Burgemeester en Wethouders;
g. het beheer der gelden ten behoeve van het
Korps uit de gemeentekas verstrekt of uit anderen
hoofde door het Korps genoten wordende.
Art. 4.
Do Commissie stelt zich in betrekking met den
Kommandant der dienstdoende schutterij en regelt,
in overleg met dezen, datgene wat strekken kan
om het Stedelijk Muzijkkorps op do besto wijze
tevens dienstbaar te doen zijn bij de schutterij en
het te dien einde te zijner beschikking te stellen.
Oud art. 5.
Oud art. 6.
b. hot indienen eener aanbeveling aan Burge
meester en Wethouders voor do benoeming van
een Directeur
c. het benoemen en ontslaan der verdere leden
van het korps;
d. de zorg, zoover van haar afhangt, voor de
aanschaffing en instandhouding der benoodigde
muziekinstrumenten en van de vereischte muziek
stukkon
e. de regeling der repetitien en hot toezicht op
deze
f. het vaststellen der instructien voor den Direc
teur en verdere leden van het Muziekkorps;
g. het beheer der gelden, die ten behoeve van het
korps uit de gemeentekas verstrekt of uit anderen
hoofde door het korps genoten worden.
De instructien, onder f van het eerste lid be
doeld, worden goedgekeurd door Burgemeestor en
Wethouders.
Art. 4.
Zij ziet toe op het behoorlijk houden der publieke
muziekuitvoeringen van het korps op door Burge
meester en Wethouders daarvoor te bepalen tijd en
plaats.
Art. 5.
Zij doet jaarlijks, vóór den 15en Februari rekening
en verantwoording van haar beheer aan Burge
meester en Wethouders en zendt daarbij tevens
verslag in betrekkelijk den toestand van het korps
over het afgeloopen jaar.
Art. 6.
Deze verordening treedt in werking met den dag
van uitgifte van het gemeenteblad, waarin zij ge
plaatst is.
Met dat tijdstip vervalt de verordening, regelende
den werkkring van de vaste raadscommissie voor
het toezigt op en beheer van het Stedelijk Muzijk
korps te Leeuwarden, van 4 Mei 1864 (gemeente
blad no. 51 van 1905).
Overgangsbepaling.
Art. 7.
De leden der Commissie, die, ingevolge artikel 2
der verordening, regelende den werkkring van de
vaste raadscommissie voor het toezigt op en beheer
van het Stedelijk Muzijkkorps te Leeuwarden, van
4 Mei 1864 (gemeenteblad no. 51 van 1905), in de
eerste raadsvergadering van Maart 1912 benoemd
zijn, treden reeds met de eerste vergadering van
September 1912 af.
Leeuwarden, den 19
De Raad voornoemd,
106
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1912. Bijl. no. 10.
WIJZIGING der verordening, regelende
de inrigting van het personeel der
politie (gemeentebladen nos. 45
van 1905, 19 van 1906, 27 van
1908 en 21 van 1910).
Litt. A.
Voorstel van Burgemeester
en Wethouders.
Aan den Gemeenteraad.
Van den Burgemeester ontvingen wij een voorstel
tot verhooging van de jaarwedden der politiedienaren
der 3e klasse, voor zooveel betreft de bezoldiging
gedurende den proeftijd en het minimum-bedrag,
en in verband met dit laatste tot wijziging van de
termijnen, waarin de periodieke verhoogingen worden
toegekend, terwijl voorts eene regeling is opgenomen
om de jaarwedden van de in dienst zijnde functio
narissen met de nieuwe bepalingen in overeen
stemming te brengen.
Met dit voorstel kunnen wij medegaan, zoodat
wij het tot het onze maken. Voor de beweegredenon,
welke tot het indienen daarvan hebben geleid,
verwijzen wij naar het hierna onder litt. C afgedrukt
schrijven van den Burgemeester.
Van deze gelegenheid wenschen wij tevens gebruik
te maken, om U in overweging te geven artikel 8
van deze verordening te doen vervallen. De daar
voorgeschreven beëediging had de laatste jaren niet
meer plaats, terwijl voor de toekomst aan het behoud
dier bepaling evenmin behoefte wordt gevoeld,
omdat de inspecteurs en dienaren van politie
allen ook onbezoldigd rijks- of gemeente-veldwachter
zijn en als zoodanig reeds een eed of belofte heb
ben afgelegd. In die hoedanigheid worden door hen
processen-verbaal opgemaakt.
Wij geven U in overweging te besluiten over
eenkomstig het onder litt. B hieraan toegevoegd
ontwerp.
Leeuwarden, 20 Maart 1912.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden
J. PATIJN, Burgemeester.
F. KROON, L. Secretaris.
Litt. B.
ONTWERP.
Bestaande redactie.
de politiedienaren der derde klasse ieder 550.
- ƒ675.
voor die dor derde klasse van ten minste 25.—,
onderscheidenlijk na 2, 4, 6, 8 en 10 jaar diensttijd
Geschiedt de benoeming van een politiedienaar
der 3e klasse voor een proeftijd, dan wordt zijne
bezoldiging gedurende dien proeftijd berekend naar
ƒ500.per jaar.
De Raad der gemeente Leeuwarden
Gezien het voorstol van Burgemeester en Wet
houders
besluit:
I. artikel 2 der verordening, regelende de in
rigting van het personeel der politie in de gemeente
Leeuwarden, waarvan de gewijzigde tekst is opge
nomen in gemeenteblad no. 45 van 1905 en nader
gewijzigd bij gemeentebladen nos. 19 van 1906, 27
van 1908 en 21 van 1910, te wijzigen als volgt:
a. het laatste zinsgedeelte van het eerste lid
wordt gelezen
„de politiedienaren der 3e klasse ieder ƒ600.—
*- ƒ675.-"
b. het laatste zinsgedeelte van het tweede lid
wordt gelezen
„voor die der 3e klasse van ten minste ƒ25.
„onderscheidenlijk na 2, 4 en 6 jaar diensttijd;"
c. in het derde lid wordt in plaats van „ƒ500.
gelezen: „ƒ550.
II. te bepalen
a. dat de sub I bedoelde wijzigingen in werking
treden den 1 Januari 1913
107