Bijlage no. 27.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1912.
Door een lid der eerste sectie werd gevraagd of
spoedige indiening der voorstellen tot wijziging der
verordening is tegemoet te zien, terwijl in de eerste
en in de derde sectie tevens gevraagd werd of de
behandeling van de motie-Boosman (vrijstelling
lage inkomens) en van het schrijven van den heer
Boosman (omtrent verplichte aangifte en controleur)
spoedig is te verwachten.
Volgno. 7. In de eerste sectie werd gesproken over
de toepassing dezer belasting het had n.l. de aan
dacht getrokken, dat de kaarten der leden van de
Friesche Maatschappij van Landbouw voor de ten
toonstelling werden belast naar eene waarde van
f 4.terwijl de prijs der lidmaatschapskaarten
werkelijk is 2.50.
Voorts werd door een lid dier sectie gevraagd of
voor toegang naar het terrein der meeting, gehouden
door de sociaal-democratische arbeiderspartij, wel
belasting was verschuldigd.
Rapporteurs merken nog op, dat, naar verluidt,
verschillende malen door ondernemers van vermake
lijkheden van het publiek meer belasting wordt
gevraagd, dan de gemeente vordert. Gevraagd werd
of dit zal kunnen worden voorkomen.
Volgno. 26. In de eerste sectie werd er door een
lid op gewezen, dat blijkbaar tusschen bijlage B
van het „Verslag van den toestand der gemeente
over 1911" en de onder volgnos. 26 en 27 vermelde
eigendommen, verschillen bestaan. Volgnos. 6, 7,
21 en 80 van bijlage B werden bijv. niet onder
volgno. 27 dezer begrooting aangetroffen, terwijl
onder volgno. 27 dezer begrooting enkele posten
voorkomen die niet in bijlage B zijn vermeld.
Volgno. 27. Door een lid der eerste sectie werd
voorts gevraagd, of niet alsnog het pas gekochte
en verhuurde pand Achter de Hoven naast school
12 in deze begrooting zal moeten worden opge
nomen.
Volgno. 45. Door een lid der derde sectio werd
de wenschelijkheid betoogd om van gemeentewege
actie te voeren voor eene algemeene adresbeweging
aan de Regeering, ter verkrijging van het volle
bedrag van de kosten van het lager onderwijs.
Begrooting gasfabriek. (Bijlage 2, 1913).
Lasten.
Punt If. In de tweede sectie werd gevraagd welke
de belooning is van de lantaarnopstekers en hoe
deze belooning is geregeld.
Punt Ij. In de derde sectie werd door een der
leden gevraagd of het noodig is, de administratie
te doen controleeren door een accountant van elders
zijn daarvoor hier ter stede geene goede krachten
beschikbaar
Baten.
Punten Ia tot en met f. Door een lid der derde
sectie werd gevraagd de prijs van het gas te ver
lagen.
Begrooting gemeentelijk electriciteitbedrijf.
(Bijlage 3, 1913).
ALGEMEENE BESCHOUWINGEN.
In de derde sectie werd gevraagd wat de oor
zaak is geweest van de scheur in de fundeering
van den fabrieksschoorsteen.
Baten
Punt V. Door een lid der derde sectie werd ge
vraagd, hoe het komt dat de hier uitgetrokken som
zooveel liooger is, dan destijds als vermoedelijk
noodig werd aangegeven.
Leeuwarden, 3 October 1912.
J. BOOSMAN,
Rapporteur der eerste sectie,
algemeen rapporteur.
W. FRANSEN Jzn.,
Rapporteur der tweede sectie.
S. TULP Sm,
Rapporteur der derde sectie.
174
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1912. Bijl. 710. 27.
HERZIENING van de verordening, regelende het
geneeskundig onderzoek van per
sonen, die in aanmerking komen
voor aanstelling in den dienst der
gemeente en van hare instellingen
(gemeenteblad no. 49 van 1905).
Aan den Gemeenteraad.
In ons prae-advies omtrent het adres van de
afdeeling Leeuwarden van den Bond van Neder-
landsche Onderwijzers, om de salarisregeling van
de onderwijzers te wijzigen (zie Raadshandelingen
1912, bladzijde 11), gaven wij, zulks naar aanleiding
van eene opmerking van de Commissie van toezicht
op het lager onderwijs in haar ter zake uitgebracht
advies, dat het stelsel van de verordening op de
geneeskundige keuring van hen, die voor gemeente
betrekkingen in aanmerking wenschen te komen,
invloed heeft op het aanbod van onderwijskrachten
bij vacatures in deze gemeente te kennen, dat
ook volgens ons oordeel die verordening nader
onder de oogen zal moeten worden gezien. Hier
aan werd de mededeeling toegevoegd, dat wij
dit punt mettertijd tot een onderwerp van bespreking
in ons college maken en niet nalaten zouden de
daaruit voortvloeiende voorstellen alsdan bij den
Raad in te dienen.
Bij die sinds gehouden bespreking zijn wij tot
de slotsom gekomen, dat het wenschelijk kon zijn
sollicitanten in de gelegenheid te stellen bij een
voor hen ongunstigen uitslag van het geneeskundig
onderzoek herkeuring aan te vragen.
Reeds bij de beraadslagingen over het ontwerp
van de bestaande verordening zijn uit Uwe Ver
gadering daartoe stemmen opgegaan, zij het dan
ook alleen ten behoeve van hen, die door den Raad
buiten eene aanbeveling worden benoemd (Raads
handelingen 1905, bladzijde 278 e. v.). Wij willen
die bevoegdheid evenwel gegeven zien niet alleen
aan dezen, maar aan allen, die voor een gemeente
lijke betrekking bij het eerste onderzoek ongeschikt
zijn verklaard.
Het kan toch voor de betrokkenen hard zijn, dat
de uitspraak van één deskundige beslissend zal zijn,
al is diens oordeel dan ook strikt onpartijdig en
eerst na grondig onderzoek gevestigd. Hoe wij
ons de regeling daarvan gedacht hebben, blijkt
voldoende uit de voorgestelde wijziging en behoeft
geen nadere toelichting. Als gevolg hiervan zal
het daarenboven noodig zijn artikel 4 der verorde
ning op den genees-, heel- en verloskundigen dienst
voor behoeftigen, waarin de werkkring van de
stadsartsen is vermeld, aan te vullen.
Nu eerstgenoemde verordening staat gewijzigd te
worden, meenen wij van die gelegenheid gebruik
te moeten maken, om de mogelijkheid te openen in
bijzondere omstandigheden ook hen, die niet lichame
lijk geschikt zijn verklaard, in gemeentedienst te
kunnen nemen. Het kan toch voorkomen, dat een
op zichzelf niet belangrijk gebrek den doorslag voor
de ongeschiktverklaring heeft gegeven. In dit geval
is het verbod, om een overigens begeerenswaardigen
sollicitant te benoemen, al te streng. Daarom
wenschen wij die strengheid van de verordening
eenigermate te verzachten.
Op grond van het bovenstaande hebben wij de
eer U in overweging te geven de bovenaan-
geduide wijzigingen aan te brengen door vaststelling
van de hiernevens gevoegde ontwerp-besluiten.
Leeuwarden, 6 November 1912.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J. PATIJN, Burgemeester.
M. GOSLINGS, Secretaris.
ONTWERP 1.
De Raad der gemeente Leeuwarden
overwegende, dat het wenschelijk is de moge
lijkheid te openen, om personen, ondanks hunne
lichamelijke ongeschiktverklaring voor de begeerde
betrekking, in dienst van de gemeente en van hare
instellingen aan te stellen en om sollicitanten, die
ongeschikt zijn verklaard, eene herkeuring te doen
ondergaan
gelet op het voorstel van Burgemeester en Wet
houders
besluit
de verordening, regelende het geneeskundig
175