Bijlage tot liet verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1912.
BESTAANDE REDACTIE.
Art. 1.
In den dienst der gemeente of van hare instellingen
worden door den Raad, door Burgemeester en
Wethouders of door aan een dezer ondergeschikte
besturen of ambtenaren geene personen aangesteld
of overgeplaatst dan na gebleken lichamelijke ge
schiktheid, wat overplaatsing betreft, alleen behou
dens het geval, dat naar het oordeel van Burge
meester en Wethouders deze geschiktheid niet nader
behoeft te zijn gebleken.
onderzoek van personen, die in aanmerking komen
voor aanstelling in den dienst der gemeente en van
hare instellingen (gemeenteblad no. 49 van 1905),
op nieuw, gewijzigd, vast te stellen als volgt
Artikel 1.
In den dienst der gemeente of van hare instellingen
worden door den Raad, door Burgemeester en Wet
houders of door aan een dezer ondergeschikte besturen
of ambtenaren geene personen aangesteld of over
geplaatst dan na gebleken lichamelijke geschiktheid.
In bijzondere omstandigheden kan hiervan worden
afgeweken.
Bij overplaatsing mag van den in het vorig lid
neergelegden regel alleen dan worden afgeweken,
wanneer naar het oordeel van Burgemeester en
Wethouders de daar bedoelde geschiktheid niet
nader behoeft te blijken.
Art. '2.
Deze geschiktheid moet blijken uit een onderzoek,
verricht door den Geneesheer-Directeur van het
Stadsziekenhuis, die voor ieder onderzoek een
honorarium van 2.50 geniet.
Indien deze de huisdokter is van den sollicitant,
dan wordt dit onderzoek opgedragen aan een door
Burgemeester en Wethouders aan te wijzen genees
heer in dienst der gemeente.
Art. 3, le lid,
is gelijkluidend.
Artikel 2.
De in het vorig artikel bedoelde geschiktheid
moet blijken uit een onderzoek, verricht door den
geneesheer-directeur van het Stadsziekenhuis.
Is de uitslag van dat onderzoek voor den sollicitant
niet gunstig, dan wordt hem hiervan binnen acht
dagen na dat onderzoek door Burgemeester en
Wethouders mededeeling gedaan. Binnen acht dagen
na de verzending van dien brief kan de sollicitant
aan Burgemeester en Wethouders herkeuring op
zijne kosten vragen. Daarmede wordt door Burge
meester en Wethouders de in diensttijd, of, bij ge
lijken diensttijd, de in jaren oudste stadsarts belast.
Is de conclusie van dat onderzoek niet gelijk aan
die van het eerste, dan gelasten Burgemeester en
Wethouders binnen 8 dagen, nadat het onderzoek te
hunner kennis is gebracht, een nieuw onderzoek
door den anderen stadsarts.
De geschiktheid wordt vastgesteld in overeen
stemming met den uitslag van het onderzoek van
de meerderheid der geneesheeren.
Indien een der bovengenoemde artsen de huis
dokter van den sollicitant is, wordt het onderzoek
aan een door Burgemeester en Wethouders aan te
wijzen geneesheer opgedragen.
Yoor ieder onderzoek wordt den geneesheer 2.50
uitgekeerd, welke som, zoo het ten koste van den
sollicitant geschiedt, vóór het onderzoek wordt
voldaan. De kosten van het tweede onderzoek wor
den teruggegeven, bijaldien het derde onderzoek
voor den sollicitant gunstig is.
Art. 3.
Indien de benoeming bij den Gemeenteraad berust,
wordt bij de aanbeveling of voordracht omtrent
ieder der aanbevolenen of voorgedragenen de con
clusie van het onder art. 2 bedoelde onderzoek aan
den Raad overgelegd.
176
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1912. Bijl. no. 27.
2e lid.
Indien de Gemeenteraad een persoon benoemt,
die niet op de betreffende aanbeveling voorkomt,
draagt deze benoeming een voorwaardelijk karakter
en doen Burgemeester en Wethouders zoo spoedig
mogelijk het geneeskundig onderzoek geschieden.
De benoeming wordt geacht niet te zijn geschied,
indien de conclusie van dit onderzoek niet gunstig
mocht zijn.
Art. 4.
De ter zake van het in art. 2 bedoelde onderzoek
gemaakte reiskosten worden aan de tot dit onderzoek
opgeroepen, niet benoemde, sollicitanten naar billijk
heid, ter beoordeeling van Burgemeester en Wet
houders, vergoed.
Artikel 5
is gelijkluidend.
Artikel 6.
Deze verordening treedt in werking op 1 Januari
1906.
Indien de Raad een persoon benoemt, die
niet op de betreffende aanbeveling voorkomt,
draagt deze benoeming een voorwaardelijk karakter
en doen Burgemeester en Wethouders zoo spoedig
mogelijk door den geneesheer-directeur van het
Stad-ziekenhuis en den in diensttijd, of bij gelijken
diensttijd, den in jaren oudsten stadsarts het ge
neeskundig onderzoek geschieden. De benoeming
wordt geacht niet te zijn geschied indien de een
parige conclusie van dit onderzoek niet gunstig is.
Indien tusschen beide geneesheeren geen over
eenstemming bestaat, heeft een nieuw onderzoek
door alle drie stadsartsen plaats.
Het 4e lid van artikel 2 is toepasselijk. De be
noeming wordt alsdan geacht niet te zijn geschied,
indien de uitslag van de meerderheid der genees
heeren niet gunstig is.
Het 5e lid van artikel 2 is toepasselijk.
Yoor ieder onderzoek wordt den geneesheer
2.50 uitgekeerd.
Artikel 4.
De reiskosten ter zake van het in artikel 2 be
doelde onderzoek worden aan de tot dit onderzoek
opgeroepen, niet benoemde, sollicitanten naar bil
lijkheid, ter beoordeeling van Burgemeester en Wet
houders, vergoed, voor zoover die kosten zijn ge
maakt
a. wegens het eerste onderzoek;
b. wegens het tweede onderzoek, bijaldien het
derde voor den sollicitant gunstig is
c. wegens het derde onderzoek.
De reiskosten ter zake van het in artikel 3 be
doelde onderzoek worden aan den niet goedgekeurde
naar billijkheid, ter beoordeeling van Burgemeester
en Wethouders, vergoed.
Artikel 5.
Deze verordening is niet toepasselijk op personen,
die tijdelijk voor een jaar of korter worden aange
steld, noch op hen, die na het verstrijken van den
tijd waarvoor zij werden aangesteld, volgens de be
trekkelijke verordeningen voor een herbenoeming
in aanmerking kunnen komen.
Artikel 6.
Deze verordening treedt in werking op 1 Januari
1913.
Leeuwarden, 19
De Raad voornoemd,
177