Bijlage no. 31. 189 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1912. Bijl. no. 31. WIJZIGING van onderscheidene verorde ningen het lager onderwijs betreffende (bijlagen nos. 7, 21, 28 en 37 van 1911). Aan den Gemeenteraad. Bij Uw besluit van 11 April 1911, no. 151r/68 (bijlage no. 7) werd onder meer in beginsel besloten tot eene reorganisatie van school no. 4, tot eene daarmede samenhangende gewijzigde klassificatie der openbare lagere scholen, zoomede tot liet in voeren eener, deels evenredige, schoolgeldheffing voor het openbaar lager onderwijs. Ter nadere uitvoering van genoemd besluit werden in Uwe vergadering van den 22 Augustus 1911 (bijlage no. 21) vastgesteld nieuwe verordeningen tot het heffen en op de invordering van school gelden voor het openbaar lager onderwijs en werden verschillende wij zigingen aangebracht in verschillende verordeningen, het openbaar lager onderwijs betref fende, o.a. in die tot regeling van het openbaar lager onderwijs, in die ter uitvoering van de ver ordening tot regeling van het openbaar lager onderwijs en in die, houdende bepalingen, waarop kunnen worden aangegaan gemeenschappelijke rege lingen met naburige gemeenten omtrent de toelating van kinderen uit die gemeenten tot openbare lagere scholen te Leeuwarden, een en ander noodzakelijk geworden ook in verband met de bepalingen der nieuwe schoolgeldverordening. Aan laatstgenoemde verordening, die, naar aan leiding van gemaakte opmerkingen, eerst van Gedeputeerde Staten en later van den Minister van Binnenlandsclie Zaken, bij Uwe besluiten van den 24 October, no. 394r/188 (bijlage no. 28) en van den 12 December 1911, no. 483r/231 (bijlage no. 37) eenige wijzigingen onderging, werd, zooals U bekend is, bij Koninklijk besluit van den 13 Mei 1912, no. 44, de vereischte goedkeuring onthouden. Reeds bij het be sluit van 12 December was, ten einde na 1 Januari 1912 met de heffing te kunnen doorgaan, de bestaande schoolgeldheffing met de nieuwe indeeling der scholen in overeenstemming gebracht. Wordt door U overeenkomstig het hierna aangeboden voorstel besloten, dan behoeft in die heffingsverordening dus geene wijziging meer te worden gebracht, maar kan zij blijven dienen. Vooreerst achten wij het nu, regelmatigheidshalve, wenschelijk de besluiten waarbij de nieuwe heffingsverordening en de daarbij behoorende verordening op de invordering werden vastgesteld en nader gewijzigd, in te trekken. Voorts is het noodzakelijk geworden de hiervoren aangehaalde onderwijs-verordeningen, voor zooverre daarin in verband met de alzoo niet van kracht ge worden schoolgeldheffing wijzigingen zijn aange bracht, nogmaals te herzien. Met betrekking tot het hierachter opgenomen daar toe strekkende ontwerp diene de volgende toe lichting A. a. I. Het tweede lid van artikel 1aangebracht bij raadsbesluit van 22 Augustus 1911, kan in zijn algemeenen zin blijven bestaan, doch dient eenige wijziging in de redactie te ondergaan. De invoeging van dit lid had plaats omdat de bepaling „dat het onderwijs op de scholen der derde klasse kosteloos wordt gegeven" (artikel 1laatste lid) met de oude heffingsverordening was vervallen. In de nieuwe was aan Burgemeester en Wethouders overgelaten te beslissen of de aanvragers om kosteloos onderwijs voor de scholen der le, 2e, 3e, en 4e klasse en de ouderlooze kinderen, waarvoor het gevraagd werd, tot de onvermogenden behoorden. Wel is waar blijft het oude artikel nu bestaan en komt de be paling dus feitelijk tweemaal voor, maar zij behoort toch eigenaardig thuis in de verordening tot regeling van het lager onderwijs. Daarom wordt zij hier, hoewel eenigszins gewijzigd, behouden. B. a. I. Hier is het oorspronkelijke artikel 3 her steld dat, aangezien het in verband met de nieuwe schoolgeld verordening geen recht van bestaan meer had immers voor de lagere inkomens was de distri butie der leerlingen over de scholen aan Burge meester en Wethouders overgelaten bij raadsbesluit van 22 Augustus 1911 werd geschrapt. C. a. I. Naar aanleiding van de bepalingen in de nieuwe schoolgeldverordening behoorde ook school no. 12 in de gemeenschappelijke onderwijsregelingen te worden begrepen. Nu de bestaande heffings verordening van kracht blijft en dus Burgemeester en Wethouders het in de hand hebben leerlingen van buiten tegen het volle schoolgeld toe te laten, kunnen de woorden „en der vierde klasse (no. 12)", uitgelicht worden. II, III en IY. Zie onder I. In artikel 4, eerste lid, artikel 5 en artikel 11 kan weder de oorspron kelijke tekst worden aangebracht met inachtneming, wat artikel 5 betreft, van de gewijzigde klasse- indeeling der scholen. De bedragen, als vergoeding van de buitengemeenten te ontvangen, waren ver laagd omdat de schoolgelden voor de buitenleer lingen waren verhoogd. De oorspronkelijke cijfers zijn hier thans weder opgenomen. Wij hebben de eer U voor te stellen te besluiten a. tot intrekking van Uwe besluiten d.d. 24 October 1911, no. 394R/188 en 22 Augustus 1911, no. 311R/155, waarbij werden vastgesteld verorde ningen tot het heffen en op de invordering van schoolgelden voor het openbaar lager onderwijs en

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1912 | | pagina 97