I fit m 'M-mi Bijlage no28. J .3 A A; Dïl i 1 ■NnlHS&liHBUQ Af. ■'X- li WAP M •4.ififi)' Bijlage tot het verslag der handelingen van den g< AANVULLING der Verordening op eet- en drinkwaren en gebruiksartikelen (Ge meenteblad 1910, no. 8). Ann den Gemeenteraad. De scheikundigen van den gemeentelijken keu ringsdienst hebben bij Burgemeester en Wethou ders, door wie de stukken in onze handen zijn ge steld, het verzoek aanhangig gemaakt om bepalin gen in het leven te roepen, waarbij wordt voorge schreven dat vaatwerk, waarin volle of afgeroomde melk ten verkoop wordt rondgebracht of bewaard* het duidelijk opschrift moet bevatten wat de inhoud ervan is. Bij nader mondeling en schriftelijk overleg is dit verlangen nog met andere punten uitgebreid: het verbod om melk in open vaatwerk te vervoeren en om gesloten flesschen met geprepareerde melk of karnemelk anders te verkoopen dan onder be paalde waarborgen. Als door de scheikundigen van den keuringsdienst gezegd wordt dat zij deze aanvullingen voor de goede uitoefening van hun taak en de goede wer king der verordening bepaald behoeven, bestaat er bij onze Commissie geen bezwaar op deze voorstel len in te gaan. Mede bleek de behoefte aan een norm voor enkele andere melksoorten, boven of beneden welke het product ten onrechte zijn naam zou voeren. In het algemeen brengt het stelsel niet mede dergelijke normen in de verordening vast te leggen. Men laat in verband met de vindingrijk heid van producenten en fabrikanten en met de steeds wisselende wetenschappelijke inzichten lie ver aan den door den deskundige voorgelichten rechter over deze normen voor elk geval te stellen en uit te maken, wanneer een product ondeugdelijk van samenstelling is of in ondeugdelijken toestand verkeert. Anderzijds staat van vele andere artikelen het begrip voldoende vast en is eene omschrijving daardoor eer overbodig en schadelijk dan nuttig. Schadelijk kan b. v. een vaste norm zijn voor volle en tapte melk en daarom is zij in strijd met het gevoelen der Gezondheidscommissie in het hieronder volgend ontwerp ook niet opgenomen. In bepaalde tijden van het jaar toch is het vet gehalte lager dan in andere en hoewel de melk dan toch even uitstekend is voor de consumtie als anders, zou zij de norm niet bereiken en dus Met het oog op de praktijk is deze. onderscheiding ech ter alleen voor koemelk noodig'. van Leeuwarden, 1914. Bijl. No. 28. buiten den verkoop moeten blijven. Daarenboven zou de norm bij de verkoopers de neiging in de hand kunnen werken om van nature vette melk te verdunnen tot dat de grens bereikt is. Doch soms heeft het stellen eener norm zijn waar de. Zoo is in het onderhavige geval eene omschrij ving voor karnemelk en roomkarnemelk opgeno men, omdat deze artikelen, naar de gemeentelijke scheikundigen verklaren, een kunstproduct zijn, waarvan gebleken is dat het door de mate van watertoevoeging bij de bereiding zeer verschillend wordt verkregen. In art. 1 zijn dus, behalve het voorschrift betref fende vaatwerk, voor melk sommige normen op genomen, alsmede het verbod om melk enz. ;in flesschen, die niet behoorlijk geëtiketteerd zijn, te verkoopen. Het artikel geeft voorts eene regeling voor de temperatuur bij pasteurisatie. Het nieuwe art. 2bis bevat de verbodsbepaling omtrent het ver voer van melk hier niet alleen tot koemelk be perkt in open vaten. Art. eindelijk moet eene aanvulling ondergaan omdat thans ook het art. 2bis een strafbepaling inhoudt. De Gezondheidscommissie heeft tevens van de gelegenheid gebruik gemaakt om in haar over het bovenstaande uitgebrachte advies wederom tuin te dringen op de totstandkoming van eene melkverordening in deze gemeente. Deeds in 1905 deed zij daartoe stappen bij Burgemeester en Wethouders, blijkens haar verslag over dat jaar. Destijds is op verschillende gronden, niet het minst om de moeilijke uitvoering en handhaving van zoo danige bepalingen, op het voorstel niet ingegaan en evenmin is aan een dergelijke verordening be hoefte gevoeld, toen het algemeen toezicht op de levensmiddelen tot stand kwam. De scheikundigen hadden met de ruime formuleering der keurings verordening het voldoende in de hand om tegen het knoeien met melk op te komen. Hunner zijds hebben zij nimmer voor dit artikel op scherpere bepalingen aangedrongen, maar ook ontraden zij thans bij de aanvulling der verorde ning ten opzichte van dit voedingsmiddel verder te gaan dan hieronder wordt voorgesteld. Onze Com missie wenscht zich om die reden dan ook tot het hiernavolgend ontwerp te beperken. Het verslag der Gezondheidscommissie over 1905, waar de zaak der melkverordening wordt behan deld (blz- 4453), wordt bij de stukken ter visie gelegd. Ten slotte is nog in handen van Burgemeester en Wethouders om prae-advies het adres van Mei 1913 van het genootschap ter bevordering van melk- kunde met memorie van toelichting, waarbij adres sant mededeelt dat het naar zijn oordeel wenschelijk is dat een proef wordt genomen met het stelsel eener gemeentelijke melkcentrale in een niet te groote gemeente. Burgemeester en Wethouders heb ben onze Commissie verzocht dit adres tevens tot een onderwerp van bespreking in hare vergadering te willen maken en de daaruit voortvloeiende voor stellen bij den Raad in te dienen. 209

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1914 | | pagina 102