Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1914. Op grond van het voorafgaande hebben wij de eer 1' voor te stellen te besluiten: 1°. Burgemeester en Wethouders voor het aan brengen in het Waaggebouw, overeenkomstig of nagenoeg overeenkomstig de teekeningen en be grooting gevoegd bij het schrijven van den Direc teur der Gemeentewerken van 24 Maart no. 294/7, van een afrekenkamer, bovendien met twee nissen en de noodige tafels en stoelen, en voorts voor de verplaatsing van de bergplaats van het brandweer- materieel, alsnog een crediet te verleenen van 3800.—, daartoe volgno. 276 der loopende begroo ting van uitgaven „Onderhoud en schoonmaken van het beurs en waaggebouw" met 3800.te ver- hoogen en daartegenover volgno. 5 der inkomsten „Hoofdelijke omslag naar het geschatte inkomen" met gelijk bedrag te verhoogen. 2. aan T. Steenstra, kaashandelaar te Jelsum en R. W. Seinstra, kaashandelaar alhier, op hun adres van 17 Maart 1913, alsmede aan de Vereen i- ging van Boter- en Kaashandelaren in Friesland m antwoord op hare adressen, ingekomen 10 Juli 1912 en 20 Januari 1.1., te doen weten, dat op de verzoeken is gelet. 3". tot gewijzigde vaststelling van de verorde ning tot heffing en tot wijziging van de verorde ning op de invordering van rechten aan de Waag. overeenkomstig de in ontwerp overgelegde be sluiten. 4 Burgemeester en Wethouders te machtigen te zijner tijd tot verhuring van het kantoorvertrekje en van de nissen en tot verpachting van de op brengst van het buffet over te gaan. o. te aanvaarden de garantie van de Vereeni- ging van Zuivelfabrikanten in Nederland voor de opbrengst der ter zake het afrekenlokaal te heffen abonnementsprijzen tot een bedrag van 400.ge durende vijf achtereenvolgende jaren. Leeuwarden, 3 October 1914. Burgemeester en Wethouders run Leeuwarden, J. PATIJN, Burgemeester. M. GOSLINGS, Secretaris. ONTWERP. B EST AA N DE R E DA CTIE. Art. 1. Ten behoeve der gemeente Leeuwarden worden rechten geheven: a. voor toelating in het waaggebouw; h. voor het wegen en plaatsen van aan de waag aangevoerde waren en voor het plaatsen van boter in de waag; c. voor het bewaren van kaas en boter in de waag d. voor het gebruik van standplaatsen in de waag e. voor het gebruik van aanplakborden en muur vlakten in de waag. Art. 2. Het recht voor de toelating in het waaggebouw gedurende den tijd dat de waag op de wekelijksche marktdagen geopend is, bedraagt voor ieder per soon en voor elk bezoek tien cent. Dit recht kan bij wijze van abonnement worden afgekocht. Het bedraagt alsdan voor ieder persoon drie gul den, indien het abonnement genomen wordt in de A. De Raad der gemeente Leeuwarden; Overwegende dat het wensehelijk is de verorde ning tot het heffen van waagrechten, vastgesteld bij raadsbesluit van 29 April 1913, te wijzigen; Gelet of) de artt. 235, 238, 240 en 254 der gemeen tewet; Besluit: a. de verordening tot het heffen van waagrech ten, vastgesteld bij raadsbesluit van 29 April 1913, opnieuw vast te stellen met de volgende wijzigin gen: 1. In artikel 1 wordt onder a gelezen: „voor toela ting in het waaggebouw en in het daarin aan wezige afrekenlokaal" en dit artikel, na vervanging van de punt door een kommapunt, voorts aange vuld met het volgende: „f. voor het gebruik van een vaste tafel met ten minste drie stoelen in het afrekenlokaal". II. In artikel 2 worden de eerste drie leden gelezen als volgt: Het recht voor de toelating in het waaggebouw en in het afrekenlokaal gedurende den tijd dat de waag op de wekelijksche marktdagen geopend is, bedraagt voor ieder persoon en voor elk bezoek a. in het waaggebouw 10 cent, b. en het afrekenlokaal 15 cent. 216 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1914. Bijl. No. 30. eerste zes maanden van het belastingjaar, en een gulden 50 cents indien het later wordt genomen. Deelgenooten eener firma, medebestuurders eener vennootschap en bedienden van patroons, firma s of naamlooze vennootschappen kunnen zich abon- neeren tegen betaling van de helft der bedragen, in de vorige alinea bepaald, mits door een lid der firma of een medebestuurder der naamlooze ven nootschap of den patroon het volle abonnements geld is betaald. c. in het afrekenlokaal, van uit het waaggebouw, 71/., cent. Het recht sub a enb kan bij wijze van abonnement worden afgekocht. Het bedraagt alsdan, indien het abonnement ge nomen wordt in de eerste zes maanden van het belastingjaar, voor ieder persoon: voor toelating in het waaggebouw 3. voor toelating in het waaggebouw en het afreken lokaal 5. en, indien het later wordt genomen, de helft van die bedragen. III. Na artikel 19 wordt tussehengevoegd een nieuw artikel lObis, luidende: Voor het gebruik van een vaste tafel met ten min ste drie stoelen in het afrekenlokaal bedraagt het recht voor het geheele belastingjaar J 6. Indien tusschentijds een tafel in gebruik wordt genomen, wordt het recht over het loopende belas tingjaar naar tijdsgclang berekend. De aanwijzing dei- tafels geschiedt door den waag- meester, zoo noodig bij loting, op de wijze, door hem te bepalen. IV. In artikel 11 wordt in plaats van: „9 en 10" ge lezen: „9, 10 en 10 bis". V. In artikel 12 wordt in plaats van „9 en 10" ge lezen: „9, 10 en lObis. Art. 13. De rechten in de artikelen 4 en 5 vermeld, zijn verschuldigd door den eigenaar der ter waag ge brachte goederen of door hem, die de weging heeft verlangd. Zij zijn dadelijk na de weging of het plaat sen der goederen invorderbaar. De rechten, in artikel 8 vermeld, zijn verschuldigd door den eigenaar der boter of kaas, of die hem vervangt. Zij zijn invorderbaar telkens na het ein digen van een tijdvak als in gemeld artikel is be paald. Geene goederen mogen uit de waag worden weg gevoerd, zonder dat de daarvoor verschuldigde rechten zijn betaald. Overtreding dezer bepaling wordt als ontduiking van belasting beschouwd. De rechten, in de artikelen 9 en 10 vastgesteld, zijn verschuldigd door hen, die aanvrage om een standplaats of een aanplakbord of muurvlakte heb ben gedaan. Zij zijn dadelijk na de aanwijzing dooi den waagmeester voor het volle bedrag invorder baar. VI. Het laatste lid van artikel 13 wordt gelezen als volgt: De rechten, in de artikelen 9, 10 en lObis vastge steld, zijn verschuldigd door hen, die aanvrage om een standplaats, een aanplakbord of muurvlakte ot een vaste tafel hebben gedaan. Zij zijn dadelijk na de aanwijzing door den waagmeester voor het volle bedrag invorderbaar. b. te bepalen dat het besluit sub a in werking treedt den 1 Januari 1915. Leeuwarden, 19 De Raad voornoemd,

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1914 | | pagina 106