Bijlage no. 31.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1914.
BESTAANDE REDACTJE.
Art. 2.
De betaling der in de heffingsverordening ver
melde rechten moet plaats hebben:
die, genoemd in artikel 2 bij de intrede in het
waaggebouw
die, genoemd in artikel 4 nadat de weging heeft
plaats gehad;
die, genoemd in artikel 5 zoodra de plaatsing is
geschied;
die, genoemd in artikel 7 bij de afgifte der bil
jetten;
die genoemd in artikel 8 na het eindigen van het
tijdvak in gemeld artikel bepaald;
die, genoemd in artikel 9 vóór dat van de stand
plaatsen gebruik wordt gemaakt;
die genoemd in artikel 10 vóór dat van de aan
plakborden en muurvlakten gebruik wordt gemaakt.
B. De Raad der gemeente Leeuwarden;
Belet op zijn besluit van heden, tot gewijzigde
vaststelling van de verordening tot het heffen van
waagrechten
Besluit:
a. de verordening op de invordering der waag
rechten, vastgesteld bij raadsbesluit van 29 April
1913, te wijzigen als volgt:
In artikel 2 wordt voor: „die, genoemd in
artikel 2 bij de intrede in het waaggebouw" gelezen:
„die, genoemd in artikel 2 bij de intrede in het
waaggebouw of in het afrekenlokaal" en het arti
kel aan het slot, na vervanging van de punt door een
kommapunt, voorts aangevuld met het volgende:
»clie, genoemd in artikel lObis vóór dat van de
daarbedoelde tafels en stoelen gebruik wordt ge
maakt.
b. te bepalen dat deze wijziging in werking
treedt den 1 Januari 1915.
Leeuwarden, 19
De Raad, voornoemd
218
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1914. Bijl. no. 31.
WIJZIGING van de verordening betreffende
het personeel aan de Stadsreiniging
(Gem.blad 1911 n°. 40).
Aan den Gemeenteraad.
Bij raadsbesluit van 21 October 1913 (blz. 222
van 's Raads handelingen) is bepaald, dat het eervol
ontslag van den directeur der Stadsreiniging, den
heer Soutendam, waartoe reeds 11 Februari te
voren besloten was, zou ingaan op een nader door
Burgemeester en Wethouders vast te stellen dag
in hot begin van 1914, zulks in het vertrouwen
dat dan inmiddels de plannen tot verplaatsing van
het Aschland een vasteren vorm zouden hebben
aangenomen. Dat vertrouwen is, al is Burgemeester
en Wothouders bekend dat de Commissie tot ver
plaatsing van dat terrein aan do haar opgedragen
taak arbeidt, tot dusver nog niet in vervulling
gegaan en ook is een oplossing van het vraagstuk
in don naasten tijd nog niet te verwachtenaldus
is de heer Soutendam, zij het dan ook dat het
jaar 1914 niet meer in zijn begin is, nog steeds
in functie.
De voortduring van dezen toestand verdient geen
aanbeveling en wij zijn daarom te rade gegaan den
hoer Soutendam zijn welvordiende rust niet langer
te onthouden en intusschen uit te zien naar iemand
wien, zoolang de omstandigheden bij dezen diensttak
blijven gelijk thans, de leiding aldaar zou kunnen
worden opgedragen. Deze moet dan met den tot
dusver niet bestaanden rang van hoofdopzichter
worden bekleedsalaris evenals voor den eersten
opzichter aan de Gasfabriek, ƒ1300.ƒ1600.
Wij meenen onder het tegenwoordige opzichters-
personeel een voor het doel alleszins geschikt
titularis te hebben gevonden wien, behoudens Uwe
beslissing, binnen de bovengenoemde grenzen een
aanvangsjaarwedde van 1400.-- in uitzicht is
gesteld. Zoodra later definitief tot de benoeming
van den Directeur wordt overgegaan, kan dan aan
den tot aan dat oogenblik dus met de functie van
onderdirecteur belast geweest zijnden hoofdopzichter
bij de nieuwe organisatie do zorg voor een afzon
derlijk onderdeel worden opgedragen.
Wij stellen U alzoo voor den rang van hoofd
opzichter in do verordening, regelende de formatie
enz. van het porsoneel aan de Stadsreiniging, op
te nemen, waartoe eon ontwerp-besluit U hiernevens
ter vaststelling wordt aangeboden.
Leeuwarden, 3 October 1914.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J. PATI.JN, Burgemeester.
M. GOSLINGS, Secretaris.
O NT WEB P.
De Raad der gemeente Leeuwarden
gelet op het voorstel van Burgemeester en Wet
houders
besluit
A. vast te stellen de navolgende
VERORDENING tot wijziging van de veror
dening, regelende den rang, het getal,
de bezoldiging en de wijze van be
noeming van de ambtenaren en be
dienden, belast met de stadsreiniging
en de exploitatie van het aschland
in de gemeente Leeuwarden.
I.
In artikel 1, le lid, letter b, wordt vóór: „een
terreinopzichter" ingelascht: „een hoofdopzichter,".
II.
In artikel 3, le en 2e lid, wordt tusschen „van"
en „den" telkens ingelascht: „den hoofdopzichter,".
III.
In artikel 4 wordt ingelascht:
a. in het le lid na 2600.— „die van den
hoofdopzichter 1300.1600.
219