Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1914. Volgn. 137. In dezelfde sectie werd gevraagd of het moge lijk was een memoriepost uit te trekken om aan hen, wier inkomen door de opkomst onder de wapenen belangrijk is afgenomen, de betaalde belasting te restitueeren. Hiertegenover werd en naar het inzien van rapporteurs terecht aangevoerd dat bij de uit voering der belastingverordeningen de bestaande voorschriften moeten worden gehandhaafd. Eventueel zal dus op andere wyze hulp geboden moeten worden. Volgn. 149. Aangedrongen wordt (III)* om den arbeid van de plantsoenarbeiders 's zomers om 6 uur te doen be ginnen; bij particulieren is dit aanvangsuur reeds vry algemeen ingevoerd. Tevens wordt aan Bur gemeester en Wethouders in overweging gegeven de proef te nemen met den vryen Zaterdagmiddag, terwijl verder nog wordt gevraagd om uitbreiding van het aantal verlofdagen, dat gemeente-werklie den voor eigen rekening kunnen nemen. Volgn. 150. In alle secties wordt de wenschelijkheid betoogd om wachthuisjes disponibel te stellen voor de hulp- brugwachters. Tevens wordt gevraagd (II) of, waar met uitzon dering van de Hunzebooten, bijna geen scheepvaart plaats heeft, de bruggen Zondags niet den geheelen dag kunnen gesloten blijven. Rapporteurs achten de, althans bijna, volkomen sluiting wenschelyk. Vernomen is dat sollicitanten zijn gevraagd voor noodbrugwachters die het door hen begeerde sala ris moesten opgeven. Is dit juist dan wordt dit ten zeerste afgekeurd. (III). Volgn. 154. Opgemerkt werd (II) dat de klank van de klok ken der Oldehove veel minder helder is dan vroeger. Gevraagd wordt of hierin verbetering gebracht kan worden. Volgn. 155. Gevraagd wordt (II) of door gemeentewerken niet meer vervoer te water kan geschieden omdat 't vervoer per as ontegenzeggelijk veel duurder is. Sommigen achten den post van 300.uitgetrok ken voor 't onderhoud en verven van de afkeering om den Wilhelminaboom te hoog, anderen willen hem afgevoerd zien met 't oog op de tijdsomstan digheid. De Commissie van Rapporteurs kan zich met de wensch der laatstgenoemden vereenigen. Volgn. 157. Onder de aandacht van Burgemeester en Wet houders wordt gebracht: 1. dat demping of schoonmaken van de slooten aan de Poppebuurt en de Zoutkeetsloot wegens de min frissche geuren er is zelfs gesproken van ondragelijke stank wenschelijk is; (II) 2. dat de toestand van de sloot bij de „Houtpol- le" evenmin rooskleurig is; (III) 3. dat de walbeschoeiïng bij de „Poppebrug", de walmuur op het terrein der houtveiling (III) en de kademuur aan de Deinumer Suupmarkt (I) drin gend verbetering eischen. Volgn. 158. Ter sprake is gebracht dat verplaatsing van 't wachthuisje in het Rengerspark naar den ingang het te houden toezicht zou ten goede komen. Diens volgens wordt die verplaatsing in overweging ge geven. (II). Volgn. 159. Aangedrongen wordt op: 1. het aanbrengen van waterspoeling in de uri noirs; 2. het amoveeren van het urinoir aan den Grachtswal; 3. eene meer frequente reiniging vooral van de inrichting tegenover den ingang van Oldegalileën. Tevens wordt eenerzijds aangedrongen op ver meerdering van het aantal dezer inrichtingen, ter wijl door anderen, meer ascetisch en aesthetisch aangelegd, meerdere opruiming wordt verlangd. De Commissie laat deze aangelegenheid aan de prudentie van Burgemeester en Wethouders over. Volgn. 172. Naar aanleiding van dezen post wordt er op aan gedrongen (III) dat de straatmakers, die 's zomers voor de Gemeente werken en 's winters werkeloos zijn, in laatstgenoemd seizoen bij voorkeur als losse werklieden in dienst behoorden genomen te worden. De Commissie van Rapporteurs ondersteunt dit verzoek. Volgn. 174. Vrij algemeen wordt aangedrongen op afdoende verbetering van het talud, of, indien daarvoor geene termen bestaan naar het inzien van Burge meester en Wethouders, den uitgetrokken post te schrappen. De Commissie sluit zich hierbij volko men aan. Wdgn. 175. Deze post werd met ingenomenheid begroet (I) en aan Burgemeester en Wethouders in overweging gegeven ook ter hand te nemen de rioleering van den verbindingsweg Achter de Hoven Overweg S. S. Anderzijds werden de tijdsomstandigheden hiervoor niet gunstig geacht. Volgn. 177. Niettegenstaande in het electriciteitbedrijf de Bijlage t,ot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1914. LjlJl. IIO. 8-urige arbeidsdag is ingevoerd wordt opgemerkt (11) dat de werklieden niettemin gewoonlijk 9 uur en langer werken, 't Betrokken lid dringt op verbe tering aan. Verder wordt de aandacht er op geves tigd dat een paar in dit bedrijf werkzame werklie den onder de wapenen geroepen zijn, zonder dat zij door anderen zijn vervangen. Volgn. 180. Ten aanzien van het aschland wordt de aandacht van Burgemeester en Wethouders gevestigd op de navolgende punten: 1. De invoering eener commerciëele boekhou ding wordt aanbevolen (II). 2. Meer intense controle wordt gewenscht om dat de ijver van een deel van het personeel, zooals op straat waar te nemen valt, vrij wat te wensehen overlaat. (II). 3. Met het oog op de eventueele verplaatsing van het aschland (optimisten uit de 2e sectie zijn hier aan het woord) wordt schrapping der sub C genoemde posten aanbevolen. 4. Het sub D. genoemde bedrag van 400. voor onderhoud en aankoop van tuigen wordt te hoog geacht. (II). 5. De opbrengst van een, door een ander te ver vangen paard wordt gemist. (I en 111). (5. Het bedrag voor vervoer van waardeloos af val is met 1300.— verhoogd. (III). 7. De post „provisie voor agenten" zou kunnen vervallen, wanneer de directeur of een opzichter den verkoop van compost ter hand nam. Volgn. 186. Geïnformeerd wordt hoe het staat met de ver lichting van de Groningerstraat en de particuliere straten van Werkmanslust. (II). Volgn. 193. Aangedrongen wordt op het geven van muziek uitvoeringen ook in andere stadsgedeelten dan op de „Lange Pijp". (II). Volgn. 194. Aan Burgemeester en Wethouders wordt in over weging gegeven (II) met instemming van de Commissie van Rapporteurs om de ten name dei Gemeente staande inschrijvingen op Grootboek A te doen overschrijven op Grootboek B, waardoor eene aanmerkelijke bezuiniging bij de inning dei- rente wordt verkregen. Volgn. 201. De aandacht van Burgemeester en Wethouders wordt gevestigd op de verschillende woningen aan de Boterhoek en op verandering aangedrongen. (III). De Commissie van Rapporteurs ziet ook eemger- mate een ondragelijke tegenstelling tusschen den toestand daar en het, in het leven roepen, eener Schoonheidscommissie. Volgn. 203. Geïnformeerd wordt wanneer het prae-advies omtrent onderwijs aan achterlijke kinderen mag worden tegemoet gezien. Volgn. 204. Door verscheidene leden der 2e Sectie wordt ge vraagd of de keurmeester van den keuringsdienst voor eet- en drinkwaren niet te veel bijbetrekkin gen krijgt. Gevreesd wordt voor misbruik door „smokkelaars". Volgn. 230. Aangedrongen wordt in meerdere secties op ver hooging van dezen post om de leerlingen der koste- looze scholen schoolpantoffels te kunnen verstrek ken (III) en ze te voorzien van boterhammen en kleeren. (II). Daartegen wordt ingebracht dat deze, reeds door het particuliere initiatief ter hand genomen, zorg daaraan behoort te worden overgelaten, terwijl ver der betoogd wordt dat maatregelen, die geen ver band houden met het bevorderen van het school bezoek, niet van gemeentewege behooren genomen te worden omdat zulks gewone armenzorg is. Dit werd van andere zijde bestreden. Volgn. 238. Gaarne wordt een nadere specificatie van dezen post tegemoet gezien. (II). Volgn. 242. Gevraagd wordt of het Burgemeester en Wet houders bekend was dat tot Directeur der Middel bare Technische school iemand zonder academische opleiding zou benoemd worden. Volgn. 247. Door meerdere leden is gewezen op den slechten toestand, waarin o.a. de urinoirs (II) en waschgele- genheden (III) van de armenbewaarscholen ver- keeren en op verbetering wordt aangedrongen. Spe ciaal wordt de aandacht gevestigd op de school bij den Prinsentuin. Tevens wordt gevraagd waarom, terwijl er 30 onderwijzeressen werkzaam zijn, slechts voor 28 een toelage van 50.— is uitgetrokken. Volgn. 251. In twee secties wordt voorgesteld de subsidie aan de „Leeszaal" met 400.— te verhoogen (II en III) waartegenover anderen aanvoeren dat de tijdsom standigheden daartoe niet geschikt zijn. Verder wordt er op gewezen (II) dat het ledental nog voor groote uitbreiding vatbaar is. Volgn. 254. De wenschelijkheid werd uitgesproken dat het stedelijk muziekkorps niet alleen een harmonie- 223 De tusschen haakjes geplaatste Romeinsche cijfers wijzen de desbetreffende secties aan. 222

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1914 | | pagina 109