VERBETERBLAD Bijlage no. 34. -f 800 750 - 675 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1914. 1915 komt 1914 dus pas voor een gedeelte in aan merking, terwijl daarvan de tijd na 1 Augustus nog slechts valt in de critieke periode- Overigens is aan genomen dat door de bijzondere conjunctuur ook wel door sommigen extra winsten zullen zijn ge maakt, die tegen het vermogens- of beter: rente verlies, dat weer anderen lijden, eenigszins opwe- gen. Burgemeester en Wethouders zijn van oordeel dat door de bovenbedoelde lagere schatting van het belastbaar inkomen en de steeds hoogere eischen, aan de gemeentelijke schatkist gesteld een belas- tingverhooging met 10 van alle aanslagen te ver dedigen is, al betreuren zij de noodzakelijkheid daarvan niet minder dan de leden van wie de onder dat volgno. geplaatste opmerkingen afkomstig zijn. Ingevolge het verzoek van den Raad, bij een vo rige gelegenheid uitgesproken, zal bij de behande ling van het eerstvolgend suppletoir kohier de ter visielegging plaats hebben voor zooveel dit met het gemeentebelang is overeen te brengen, waarmede dan aan de geopperde bezwaren naar Burgemeester en Wethouders zich vleien zal zijn tegemoetgeko men. Zij nemen overigens gaarne acte van de mede- deeling in het rapport gemaakt, dat g e h e i m h o u- d i n g hier o n m i s b a a r moet worden geacht. NOTA VAN WIJZIGINGEN. Inkomsten. Hoofdstuk VI. Aan dit hoofdstuk onder volgno. S7a toe te voegen een nieuw artikel 20. Terug ontvangen gelden voor genomen maatregelen in verband met den oorlogstoestand „Memorie". Met de volgende toelichting: De mogelijkheid is niet uitgesloten dat van de onder volgno. 335 uitgetrokken som een gedeelte b.v. wegens verkoop van ingeslagen levensmiddelen, wordt terugontvangen. Daar niets bekend is om trent de hoegrootheid van het te ontvangen bedrag wordt het artikel voor memorie vermeld. Uitgaven. Volgno. 155. Hoofdstuk III, afdeeling II, artikel 2, onderhoud van wegen en voetpaden, straten, pleinen, kolken, riolen enz. nader uit te trekken op 31.255,In de toelichting het cijfer 300.voor het verven van het hek om den Wilhelminaboom te vervangen door 35. Hierna het totaal van afdeeling II te brengen op 58.941,50 en het totaal van hoofdstuk III op 138.241,60. Hoofdstuk VIL Aan dit hoofdstuk onder volgno. 214a toe te voegen een nieuw artikel 19. Subsidie aan de Vereeniging tot bestrijding van de tubercu lose te Leeuwarden 600, Met de volgende toelichting: Wenschelijk is het aan bedoelde vereeniging voor de jaren 19151917 een subsidie toe te kennen van 600,per jaar. Hierna het totaal van Hoofdstuk VII te brengen op 49.112,49. Volgno. 247. Hoofdstuk VIII, afdeeling IV, artikel 1. Kosten van bewaarscholen nader uit te trekken op 21.365,In de toelichting het cijfer 1.400,te vervangen door 1.450, Hierna het totaal van afdeeling IV te brengen op 30.655,en het totaal van hoofdstuk VIII op 326.601,50. Volgno. 316. Hoofdstuk XIV, artikel 5. Subsidie ten behoeve van de afdeeling Leeuwarden van liet Centraal Ge nootschap voor kinderherstellings- en vacantieko- lonies 100te doen vervallen. Door het bestuur is verzocht met het oog op de ernstige omstandigheden voor 1915 geen subsidie te verleenen. Hierna het totaal van hoofdstuk XIV te brengen op 381.749,—. Volgno. 336. Hoofdstuk XV, artikel 1, onvoorziene uitgaven nader uit te trekken op 61.726,20. In de toelich ting de cijfers 62.111,20 en 8.621,74® te vervan gen door 61.726,20 en 8.336,74®. Hierna het totaal van Hoofdstuk XV te brengen op 61.461,20. Leeuwarden, 7 November 1914. Burgemeester en Wethouders van Leemvarden, J. PATIJN, Burgemeester. M. GOSLINGS, Secretaris. 230 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1914. Bijlno34. WIJZIGING der Varordening, regelende de inrigting van het personeel der politie (gemeentebladen 1912 nos. 13,23 en 36). In Uwe Vergadering van 9 Juni 1.1. is naar aan leiding van een adres der vereeniging van bezol digde dienaren van politie „In samenwerking ligt onze kracht", alhier, de navolgende motie aange nomen: „De Raad, overwegende dat het gehalte van het personeel der politie verband houdt met de hoogte der be- ■znldifnnov lijk thans ook reeds voor de andere agenten en voor vrijwel alle gemeenteambtenaren geldt. Wordt de voorgestelde regeling aanvaard, dan moet een overgangsbepaling regelen hoe deze ten aanzien van het bestaande personeel zal werken. Billijk en in aansluiting aan de overgangsbepaling van het raadsbesluit van 16 April 1912 (de thans nog geldende verordening) is geoordeeld dat zij, die 4 of meer dienstjaren hebben, komen boven het nieuwe minimum! dat voor de le en 2e klasse agen ten hooger is dan het tegenwoordige maximum) voor de le klasse wordt dat het nieuwe maximum, voor de 2de klasse de eerste verhooging of 825. voor de 3e klasse agenten is het nieuwe minimum ii lr fiön linf in movimni ^7-ï-ï VAN BIJLAGE no 33 van 1914, MEMORIE VAN ANTWOORD op het Sectieverslag om trent de ontwerp-begrootingen voor het dienstjaar 1915. In de laatste alinea, le zinsnede, van het ant woord van Burgemeester en Wethouders omtrent volgnummer 5 der ontvangsten, op pag. 230, eerste kolom moet in plaats van: „voor zooveel dit met het gemeentebelang is over een te brengen", worden gelezen: „op een Avijze zooals dit met het gemeentebelang bet best is overeen te brengen", BESTAANDE REDACTIE. Art. 2. De jaarwedden dezer beambten zijn voor: de politiedienaren der le klasse ieder f 775- 2e 700- 3e 600- De nadere bepaling van het bedrag der jaarwed den geschiedt door Burgemeester en Wethouders, met dien verstande, dat in den regel, en in elk geval voor zoover de ijver en de geschiktheid van den betrokkene naar het oordeel van den Burgemeester niet te wenschen overlaten, binnen de in het eerste De Raad der gemeente Leeuwarden, gelet op het voorstel van Burgemeester en Wet houders besluit: A. de verordening, regelende de inrigting van het personeel der politie in de gemeente Leeuwar den, te wijzigen als volgt: 1. in artikel 2: I. worden in het eerste lid de vijfde, zesde en zevende zinsnede gelezen als volgt: de politiedienaren der le klasse ieder f 875f 900 2e 800-, 850 n n n 675 750 II. Avordt het tweede lid gelezen als volgt: De nadere bepaling van het bedrag der jaarwed den geschiedt door Burgemeester en Wethouders, met dien verstande, dat in den regel, en in elk ge val voor zoover de ijver en de geschiktheid van den betrokkene naar het oordeel van den Burge meester niet te wenschen overlaten, telkens na drie Een overzicht van de salarissen in andere gemeente ligt bij de stukken. 231

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1914 | | pagina 113