Bijlage no. 35. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1914. lid gestelde grenzen verhooging van wedde plaats vindt voor de inspecteurs van ten minste 100.tel kens na 3 jaar diensttijd; voor de politiedienaren der le klasse tot het maximum na 3 jaar diensttijd; voor die der 2e klasse van ten minste 25. telkens na 3 jaar diensttijd; voor die der 3e klasse van ten minste 25. onderscheidenlijk na 2, 4 en 0 jaar diensttijd. Geschiedt de benoeming van een politiedienaar der 3e klasse voor een proeftijd, dan wordt zijne bezoldiging gedurende dien proeftijd berekend naar 550.per jaar. Artikel 2bis. Aan de politiedienaren der le, 2e en 3e klasse wordt boven de jaarwedde, in het vorig artikel be doeld, eene jaarlijksche toelage van 25.toege kend voor het bezit van het diploma met aantee- kening, uitgereikt door den Algemeenen Neder- landschen Politiebond. Die toelage gaat in met den eersten dag van de maand, volgende op die, waarin het diploma met aanteekening is behaald, voor zoover de politie dienaar bij zijne aanstelling niet reeds in het bezit daarvan is. jaar diensttijd binnen de in het eerste lid gestelde grenzen verhooging van wedde plaats vindt van ten minste 100.voor de inspecteurs en van ten minste j 25.voor de politiedienaren. lil. wordt in het derde lid het cijfer „550" ver vangen door „625". V. wordt aan het slot een nieuw lid toegevoegd van den volgenden inhoud: „De verhooging van jaarwedde gaat ais regel in, „wanneer de indiensttreding op den eersten dag „der maand heeft plaats gehad, op dien dag en „wanneer de indiensttreding in den loop eener „maand heeft plaats gehad, op den eersten dag der „volgende maand". 2. het tweede lid van artikel 2bis wordt gelezen als volgt: „Die toelage gaat in, wanneer het diploma met „aanteekening op den eersten dag der maand is „behaald, op dien dag en wanneer dit in den loop „eener maand het geval is, op den eersten dag der „volgende maand, een en ander voor zoover de poli tiedienaar bij zijne indiensttreding niet reeds in het bezit daarvan is." B. te bepalen, dat de onder A vastgestelde wij zigingen den 1 Januari 1915 in werking treden; C. te bepalen 1. dat met ingang van 1 Januari 1915 de jaar wedden van de politiedienaren: a. voor zoover zij in hun tegenwoordigen rang alsdan minder dan 4 dienstjaren hebben, worden gesteld op het nieuwe minimum; b. voor zoover zij in hun tegenwoordigen rang alsdan 4 of meer dienstjaren hebben, worden ge steld: die der le klasse op het maximum; die der 2e klasse op 825. die der 3e klasse op 50.boven de jaar wedde, waarop zij krachtens de regeling, die den 1 Januari 1933 in werking is getreden, aanspraak hebben. 2. dat de volgende verhoogingen volgens het huidige raadsbesluit niet eerder dan 1 Januari 1918 ingaan. D. Burgemeester en Wethouders te machtigen bij een herdruk van de onder A genoemde veror dening de tegenwoordig gebruikelijke spelling te volgen. Leeuwarden, 19 De Raad voornoemd 232 Bijlage tot het verslag der handelingen van den g< AANVULLING der Verordening op eet- en drinkwaren en gebruiksartikelen (bij lage no. 28). Aan den Gemeenteraad. Door den heer Vonck zijn op artikel I van het ont werp tot wijziging der bovenaangehaalde verorde ning (bijlage no. 28) eenige amendementen inge diend, in verband waarmede m Uwe vergadering van 13 October 1.1. het voorstel onzer commissie van 25 Augustus/7 September 1914, in genoemde bijlage afgedrukt, is aangehouden. De amendementen zijn de navolgende: in A, 1, artikel 1, 4, na „kindermelk" te laten vol- gen „en verdere melkpraeparaten voor zuigelingen bestemd," en na het voor de eerste maal gebruikte woord: „waarop" „behalve de gegevens ter beoordeeling van de „samenstelling,"; aan A, I, art. 1, 4, nog het volgende toe te voegen: „De flessehen moeten zoo zijn verpakt, dat ope- „ning niet mogelijk is zonder verbreking van een .sluitetiket, waarop de datum der bereiding is aan gegeven." Naar aanleiding daarvan en in overleg met de scheikundigen van den keuringsdienst heeft de com missie de eer haar voorstel in dien zin te wijzigen, dat, in plaats van de zinsneden onder 3 en 4 van art. I, wordt gelezen het volgende: „3. flessehen met gepasteuriseerde melk, die niet „voorzien zijn van een etiket, waarop de tempera tuur, waarbij de pasteurisatie heeft plaats gehad, „duidelijk staat vermeld; „4. flessehen met kindermelk en verdere voor „zuigelingen bestemde melkpreparaten, die niet van Leeuwarden, 1914. Bijl. no. 35. „voorzien zijn van een etiket, waarop duidelijk staat „vermeld of de inhoud gepasteuriseerd of gesterili- „seerd is, alsmede bevattende den naam en het adres „der inrichting, waar, en den datum, waarop deze „kunstbewerking heeft plaats gehad en voorts ge gevens ter volledige beoordeeling van de samen- „stelling. „De onder 3 en 4 bedoelde flessehen, alsmede fles sehen met karnemelk of met karnemelk en gort, „moeten zoodanig gesloten zijn, dat de opening niet „mogelijk is, zonder verbreking van een sluitetiket, „waarop de dag van bereiding van den inhoud is „aangegeven." Nieuw is daarbij de uitbreiding onder 4 van kin dermelk tot andere melkpreparaten voor zuigelin gen bestemd; dat op het etiket van flessehen met die producten ook gegevens ter volledige beoordee ling van dien inhoud moeten vermeld worden en eindelijk dat voor flessehen met bereide melk en karnemelk of karnemelk en gort een sluitetiket wordt voorgeschreven met den dag van bereiding van den inhoud daarop aangegeven. Dit sluitetiket is iets nieuws en het oorspronkelijk ontwerp heeft deze regeling niet, doch met den voorsteller blijkt ook de keuringsdienst er aan te hechten, zoodat dit voorschrift is overgenomen. De datum van in wer- kingtreding moet thans op 1 Maart 1915 gesteld worden. Met deze wijzigingen heeft de commissie de eer het ontwerp opnieuw bij den Raad ter tafel te bren gen. Leeuwarden, 5 December 1914. l)e Commissie voor het ontwerpen van stro fver ordeningen, De Voorzitter, J. PATIJN.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1914 | | pagina 115