Bijlage tot liet verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1914.
ONTWERP.
BESTAANDE REDACTIE.
Art. 1.
Aan de gemeentelijke gasfabriek worden, ten behoe
ve barer exploitatie, benoemd:
a. een directeur;
b. een boekhouder;
c. een opzichter;
d. een tweede opzichter.
Art. 2.
De directeur en de boekhouder worden benoemd door
den Raad, die vooral' eene aanbeveling ontvangt van
drie personen, door Burgemeester en Wethouders op
gemaakt, de vaste raadscommissie voor de gemeente
lijke gasfabriek gehoord.
Zij kunnen door Burgemeester en Wethouders wor
den geschorst en worden door den Raad ontslagen, in
beide gevallen nadat deswege de raadscommissie is ge
hoord.
Het aan hen, op verzoek, te verleenen ontslag gaat
niet eerder in dan drie maanden na den dag, waarop
de aanvrage om ontslag is ingekomen.
De opzichters worden door Burgemeester en Wet
houders, de raadscommissie gehoord, benoemd, ge
schorst en ontslagen.
De Raad der gemeente Leeuwarden;
gezien het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders
besluit:
de verordening, regelende den rang, het getal, de be
zoldiging en de wijze van benoeming van de ambtena
ren der gemeentelijke gasfabriek
te wijzigen als volgt:
Art, 1.
In art. 1 wordt het sub c bepaalde gelezen als volgt:
„c. een eerste opzichter",
en worden aan het artikel toegevoegd de volgende zin
sneden:
e. een opzichter-teekenaar;
f. een chef-machinist.
Art. 11.
in art. 2, le lid, wordt voor ,,de vaste raadscommissie
voor de gemeentelijke gasfabriek" gelezen:
„de vaste raadscommissie voor de gemeentelijke
lichtfabrieken".
De aanhef van het laatste lid wordt gelezen:
„De opzichters, de opzichter-teekenaar en de chef-
machinist worden" enz.
Art. 3.
Art. III.
De jaarlijksche bezoldiging van de in art. 1 genoem
de ambtenaren bedraagt:
voor den directeur van
voor den boekhouder van
voor den opzichter van
voor den tweeden opzichter
van
2500.-
1300.-
1000.-
tot 3000
tot 1700
tot 1500.
800.— tot 1000,-
Het juiste bedrag der bezoldiging wordt voor den di
recteur door den Raad, voor de andere ambtenaren
door Burgemeester en Wethouders bepaald.
Aan den opzichter en den tweeden opzichter wordt
boven hunne bezoldiging een jaarlijksche toelage
toegekend van 50.voor het bezit van die akten of
diploma's als voor de gemeente van belang worden ge
acht en als zoodanig door Burgemeester en Wethou
ders worden aangewezen. De toelage wordt jaarlijks
slechts eenmaal genoten en gaat in met den eersten
dag van de maand, volgende op dien, waarin de akte of
het diploma is behaald, voor zoover de ambtenaar bij
zijne aanstelling niet reeds in bet bezit er van is.
In art. 3, le lid, wordt:
in de 4e zinsnede tusschen „den" en „opzichter" in-
gelascht het woord „eersten";
na de 5e zinsnede toegevoegd:
voor den opzichter-teekenaar van/800.tot 1000.—
voor den chef-machinist van 900.— tot 1100.—
Aan het 2e lid wordt, na vervanging van de punt door
een komma, het volgende toegevoegd
„met dien verstande dat in den regel en voor zoover
de ijver, toewijding en geschiktheid van den betrokkene
niet te wenschen overlaten, telkens na 3 jaren diensttijd
verhooging van bezoldiging plaats vindt voor den di
recteur, den boekhouder en den eersten opzichter van
tenminste 100.en voor de anderen van ten min
ste 50.—."
De aanhef van het 3e lid wordt gelezen: „Aan de op
zichters en den opzichter-teekenaar wordt"... enz.
96
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1914. BijlNo. 4.
Art, 5.
De directeur, de boekhouder en de opzichters mogen
buiten goedkeuring van Burgemeester en Wethouders
geene andere openbare ambten of bedieningen be-
kleeden, noch eenig ander beroep of bedrijf aanvaarden
of waarnemen. Zij mogen noch onmiddellijk ol' mid
dellijk deelnemen aan leveringen of aannemingen ten
behoeve der fabriek.
Art, IV.
In art, 5 wordt in plaats van „en de opzichters" gele
zen: „de opzichters, de opzichter-teekenaar en de chel'-
machinist".
Art. 6.
De directeur en de boekhouder ontvangen bij de
aanvaarding hunner betrekking een instructie, die door
den Raad, de opzichters eene, die door Burgemeester
en Wethouders wordt vastgesteld.
Onverminderd de bepalingen dier instructiën, zijn zij
gehouden de nadere huishoudelijke voorschriften, hun
door Burgemeester en Wethouders te geven, stiptelijk
op te volgen.
Art. 8.
Ten kantore van de gemeentelijke gasfabriek kun
nen worden benoemd:
een adjunct-boekhouder op een jaarlijksche bezoldi
ging van 1000.— tot 1400.
een eerste klerk op een jaarlijksche bezoldiging van
750.tot 1000.
een tweede klerk op een jaarlijksche bezoldiging van
500.— tot 800.—
een derde klerk op eene jaarlijksche bezoldiging van
130.— tot 364.—
een kantoor- en fabrieksbediende op eene jaarlijk
sche bezoldiging van 468.tot 836.
een magazijnmeester op eene jaarlijksche bezoldi
ging van 500.tot 700.
Het juiste bedrag der bezoldiging wordt door Burge
meester en Wethouders bepaald.
Art, V.
In art. 6, le lid, wordt na „de opzichters" ingevoegd:
„de opzichter-teekenaar en de chef-machinist".
Art. VI.
Het eerste lid van art. 8 wordt gelezen als volgt:
Ten kantore van de gemeentelijke gasfabriek kun
nen worden benoemd:
3 eerste klerken op een jaarlijksche bezoldiging van
800.— tot 1000,—
2 tweede klerken en 1 tweede klerk-magazijnmees
ter op een jaarlijksche bezoldiging van 500.tot
800.-;
1 derde klerk op een jaarlijksche bezoldiging van
300.— tot 500.—.
Aan het laatste lid van het artikel wordt, na vervan
ging van de punt. door een komma, toegevoegd het na
volgende
met dien verstande dat in den regel en voor zoover de
ijver, toewijding en geschiktheid van den betrokkene
niet te wenschen overlaten, telkens na3 jaren diensttijd
verhooging van bezoldiging plaats vindt van ten min
ste 50.
Art. VII.
Deze wijziging wordt geacht in werking te zijn getre
den den len Januari 1914.
Leeuwarden, 19
De Raad voornoemd
97