Bijlage No. 5. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1914. Bijl. No. 5. WIJZIGING van de Algemeene Politieverordening, van de verordening op de openbare verma kelijkheden en van enkele andere. Aan den Gemeenteraad. Onder de aandacht van de commissie voor het ont werpen van strafverordeningen is gebracht, dat enkele bepalingen van politie-verordeningen op sommige punten verduidelijking of verbetering van redactie of wel wijziging in de regeling moeten ondergaan. De aan te brengen veranderingen zullen hieronder stuksge wijze worden toegelicht. ONTWERP I. Art. 1. in art. 25 der Algemeene Politieverordening is thans bepaald dat bij gladheid tengevolge van vorst de straat en de stoep vóór en om het huis door de in gezetenen pas moeten worden bestrooid binnen i uur na het luiden 's morgens te half 9 van de klok op het stadhuis. Dit laatste nu levert moeilijkheden op, daar het luiden lang niet overal in de gemeente kan worden gehoord. Bovendien is niet bepaald dat bij later op den dag intredende gladheid dezelfde verplichting geldt. Zij wordt nu algemeen en onafhankelijk van het luiden van de stadhuisklok voorgeschreven. Art. 2. Uit de redactie van art. 27 a volgt dat straf rechtelijk pas kan worden ingegrepen, wanneer door eenige handeling de orde wordt verstoord. Het is wenschelijk dat politie en justitie reeds kunnen optreden zoodra de handeling daartoe aanleiding zou kunnen geven, zooals thans (zie het artikel sub b) alleen kan als een ander hinder of last van de te straf fen gedraging ondervindt. De mogelijkheid van de verstoring der openbare orde wordt dus als element naar het strafbare feit onder a van liet artikel overge bracht zoodat deze bepaling algemeen komt te luiden en daardoor het slot van b kan vervallen. A r t. 3. Evenals elders is ook hier reeds eenige malen gebleken, gelijk trouwens kort geleden ook in den Ge meenteraad door een der leden is medegedeeld, dat kwetsuren, sommige zelfs van zeer ernstigen aard. toe gebracht zijn door de punten van hoedepennen. Het is daarom noodig het gebruik van aldus onbeschermde pennen tegen te gaan. A r t. 4. In art. 1 zijn de open stoepen niet onder het begrip straat gebracht. Toch is het noodig dat het verkeer over deze feitelijk bij de straal behoorende doch particulier eigendom zijnde strooken grond geen belemmering ondervindt, Daartoe dient de aanvulling van het eerste lid van artikel 40. A r t. 5. Het reeds in art. 83 neergelegd verbod, om handwagens of voertuigen door jeugdige personen te doen besturen, wordt in art. 55 uitgebreid tot het lei den van hoornvee. A r t. 6. De overtreding van het verbod van het nieuwe artikel 37 bis wordt strafbaar gesteld met geldboete van ten hoogste 15. ONTWERP II. Art, i e n 4. Nu na de inwerkingtreding der Loterij- wet 1905 de verlotingen uit de verordening, die in dit ontwerp ter wijziging wordt voorgedragen, zijn ver vallen, kan de titel worden vereenvoudigd en kunnen de artikelen 8 en 9 alsnog formeel worden ingetrokken. Art, 2. De wenschelijkheid is aan den dag getreden om winkels, waar gelegenheid wordt gegeven om ter plaatse eet- en drinkwaren te nuttigen, voornamelijk de vischwinkels, te brengen onder de bepaling van het sluitingsuur. Sommige dezer inrichtingen geven, al- clandestiene drankgelegenheden zonder dat zij noch tans verlof hebben, aan de politie veel last. Zij worden in het slotlid dus gebracht onder de „plaatsen van ver- eeniging". Evenwel moet rekening gehouden worden met de gewoonte van hen, die te middernacht de kof fiehuizen verlaten, om meermalen uit die winkels nog kleinere eetwaren mee naar huis te nemen, üe klan- disie, die voor de betrokkenen hieruit voortspruit, wil het ontwerp niet ontnemen. Vandaar het verlate sluitingsuur dat door het nieuwe tweede lid wordt voor geschreven. A r t. 3. Ten einde ontduiking te voorkomen, moet uit art. 7 vervallen de bepaling, dat het verbod om na het sluitingsuur op plaatsen van vereeniging te verblijven, niet van toepassing is op reizende personen. Door een voudig te verklaren dat men reizende is zou men aldus aan de verbodsbepaling kunnen ontkomen, terwijl toch alleen de bedoeling is dat zij, die ter plaatse nachtver blijf hebben gevraagd, aldaar na 12 uur mogen vertoe ven. Deze laatste uitzondering wordt dus nu alleen ge handhaafd. Onder 2 wordt slechts eene redactie-verduidelijking voorgesteld. ONTWERPEN II1—V. Aangezien blijkens de constante jurisprudentie van den Hoogen Raad dispensatie van een verbodsbepaling te rangschikken is onder hare uitvoering en uitvoering der verordeningen, behoudens artikel 188 der Gemeen tewet, aan Burgemeester en Wethouders is opgedragen, zijn de .voorschriften, dat dergelijke speciale vergun ningen kunnen worden gegeven door ander gezag dan dit college, in strijd met de wet. De ontwerpen III, IV en V strekken, om in onderscheidene verordeningen dezen strijd weg te nemen. Leeuwarden, 24/27 November 1913. 5 Januari 1914. De Commissie voor het ontwerpen van Strafverordeningen, De Voorzitter, J. PATIJN.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1914 | | pagina 50