5' 6 en 7' OVERGANGSBEPALING. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1914. tweede klasse de tegenwoordige scholen nos. 1, XIII. derde klasse de tegenwoordige scholen nos. 8, 9, tt ui.-ii.-iTi m Het bepaalde bn het le lid van art. 9 geldt met 10 en 11,f vierde klasse de tegenwoordige school no. 12. ONTWERP II. voor het benoemde hoofd van school no. 4. B. te bepalen dat deze wijziging in werking treedt den 1 September 1914. Leeuwarden, 19 De Raad voornoemd BESTAANDE REDACTIE. Art. 1. (le lid). Om op de scholen der eerste, der tweede en der derde klasse te worden toegelaten, moeten de kin deren den leeftijd van zes, om op de school der vier de klasse te worden toegelaten, dien van twaalf jaren hebben bereikt. Art. 4bis. Aan iedere school, genoemd in artikel 1, is zoo veel mogelijk een gymnastieklokaal verbonden. Art. 5. Aan iedere school, genoemd in artikel 1, is eene schoolbibliotheek verbonden. Daarvoor wordt jaarlijks eene som op de gemeen- tebegrooting gebracht. Art. 6, le lid. Behoudens het bepaalde in art. 8 van het regle ment voor de herhalingsschool (vervolgcursus op de school der vierde klasse), worden de leermidde len door de gemeente verstrekt, met uitzondering van die, welke door de leerlingen ook te huis kunnen worden gebruikt. Art. 10. Aan de leerlingen van de scholen der tweede en der derde klasse, die de school doorloopen en zich goed gedragen hebben, wordt door de commissie van toezicht op het lager onderwijs op voordracht van het hoofd der school een getuigschrift uitge reikt. Op de getuigschriften van de leerlingen, die be kwaam worden geacht tot het volgen van de lessen aan de school der vierde klasse, wordt eene aantee- De Raad der gemeente Leeuwarden; gelet op zijn besluit dd. 21 October/11 November 1913, no. 2852/217; gezien het voorstel van Burgemeester en Wet houders; besluit A. de verordening ter uitvoering van de veror dening tot regeling van het Openbaar Lager Onder wijs in de gemeente (gemeenteblad no. 34 van 1912) te wijzigen als volgt: I. Art. 1, le lid, wordt gelezen als volgt: „Om op de openbare lagere scholen te worden toe gelaten, moeten de kinderen den leeftijd van zes ja ren hebben bereikt. II. In art. 4 vervallen de woorden: „(gemeenteblad no. 6 van 1904)". III. In de artt. 4bis en 5 vervallen de woorden: ge noemd in artikel 1," IV. Art. 6, le lid, wordt gelezen als volgt: De leermiddelen worden door de gemeente ver strekt, met uitzondering van die, welke door de leerlingen ook te huis kunnen worden gebruikt. V. Art. 10 wordt gelezen als volgt: Aan de leerlingen van de scholen der tweede en der derde klasse, die de school doorloopen en zich goed gedragen hebben, wordt door de commissie van toezicht op het lager onderwijs op voordracht van het hoofd der school een getuigschrift uitgereikt. Aanvragen voor overplaatsing van leerlingen eener openbare of bijzondere lagere school in deze gemeente, of van zoodanige scholen in andere ge 124 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1914. Bijl. No. 11. kening gesteld, die hun den toegang verleent tot ge noemde school. Een zoodanig getuigschrift met aanteekening kan, ten behoeve van de toelating tot het eerste leerjaar van die school, aan de leerlingen van de school der eerste klasse b reeds na het doorloopen van de zesde en, ten behoeve van de toelating tot het tweede leerjaar, na het doorloopen van de ze vende klasse worden verleend. Kinderen, niet afkomstig van eene der in het eerste en derde lid bedoelde scholen, worden op de school der vierde klasse alléén toegelaten, als zij, bij een door het hoofd dezer school in te stellen onder zoek, blijken hebben gegeven aldaar het onderwijs met vrucht te kunnen volgen en een bewijs over leggen van het hoofd der school, waarvan zij afkom stig zijn, dat zij zich aldaar goed hebben gedragen. Art. 11. Aan de leerlingen, die het hoogste leerjaar van de school der vierde klasse met vrucht hebben door loopen, wordt door de commissie van toezicht op het lager onderwijs, op voordracht van het hoofd der school, een diploma uitgereikt. Aan de leerlingen, die deze school tusschentijds verlaten, kan op hun verzoek door het hoofd der school eene verklaring worden afgegeven, vermel dende van welk leerjaar zij de lessen tot het einde toe met vrucht hebben gevolgd. Art. 12. De uitreiking van de getuigschriften, bedoeld in art. 10 en van de diploma's bedoeld in art. 11, ge schiedt in tegenwoordigheid van eene commissie uit den gemeenteraad, de commissie van toezicht en belangstellenden, bij monde van het hoofd der school, aan het einde van elk schooljaar, op door de commissie van toezicht door middel van een of meer dagbladen tijdig bekend te maken dagen en uren. Art. 13, le en 2e lid. Aan de leerlingen, die het hoogste leerjaar van de school der eerste klasse a voor meisjes en aan de vrouwelijke leerlingen, die de desbetreffende afdee- ling van het hoogste leerjaar van de school der eer ste klasse b doorloopen hebben, wordt eene ver klaring van bekwaamheid tot het volgen der lessen aan de school van middelbaar onderwijs voor meis jes uitgereikt. Deze verklaring is voorwaardelijk, indien de be kwaamheid in niet meer dan twee der leervakken te wenschen overlaat. meenten naar een openbare lagere school in deze gemeente moeten gericht worden tot de commissie van toezicht op het lager onderwijs. In overleg met het hoofd der school, voor welke de aanvrage geldt, wordt daarover door haar beslist. VI. In art. 11, le lid, wordt in plaats van: „de school der vierde klasse" gelezen: „een school der vierde klasse". Het tweede lid vervalt. VII. De aanhef van art. 12 wordt gelezen als volgt: „De uitreiking van het getuigschrift, bedoeld in art. 10 en van het diploma, bedoeld enz. VIII. Art. 13, le en 2de lid, wordt gelezen als volgt: Aan de leerlingen, die het hoogste leerjaar van de school der eerste klasse voor meisjes en aan de vrouwelijke leerlingen, die de desbetreffende af- deeling van het 7e leerjaar van een school der vierde klasse doorloopen hebben, wordt eene ver klaring van bekwaamheid tot het volgen der lessen aan de school van middelbaar onderwijs voor meis jes uitgereikt. Deze verklaring is voorwaardelijk, indien de be kwaamheid in twee der leervakken te wenschen overlaat. B. te bepalen dat deze wijziging in werking treedt den 1 September 1914. Leeuwarden, 19 De Raad voornoemd 125

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1914 | | pagina 63