i
2} y'i i
'M
m
Bijlage 24.
l 1
h
v|
i.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1915.
i li
'jlfiri
op aanvraag aan Burgemeester en Wethouders on
derscheidenlijk 4/10 en 2/3 terugbetaald, zoo hij,
die het recht verschuldigd was, schriftelijk te ken-
ken geeft, dat hij niet langer dan een half jaar, on
derscheidenlijk 3 maanden, te rekenen van het tijd
stip van aanvraag volgens het vorige artikel, van
den dienst zal gebruik maken.
Artikel 6.
Deze verordening treedt in werking één maand,
nadat het verleenen der Koninklijke Goedkeuring
ter kennis van het gemeentebestuur is gebracht.
it4
fifl.l;
Artikel
t.
a hi
;!j|-
De invordering dezer belasting geschiedt over
eenkomstig het bepaalde bij de verordening, vast
gesteld den
B. VERORDENING op de invordering
van een recht als vergoeding
voor door de Stadsreiniging
in de gemeente Leeuwarden
aan particulieren verstrekte
diensten.
Artikel 1.
De betaling van het recht geschiedt bij vooruit
betaling tegen kwitantie aan den Directeur der
Stadsreiniging of aan daartoe door hem onder zijne
verantwoordelijkheid aangestelde personen.
De Directeur houdt een register waarin de door
hem ontvangen gelden opgeteekend worden.
Hij verantwoordt en stort die gelden na verloop
van elke maand bij den gemeenteontvanger.
Artikel 2.
Bij gebreke van betaling geschiedt de invordering
overeenkomstig de artt. 258262 der gemeente-wet.
Artikel 3.
Deze verordening treedt in werking tegeljjk met
de heffingsverordening.
Leeuwarden, den
19
De Raad voornoemd
iül
iiifl x:
200
(ijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1915. Bijl. no24.
WIJZIGING der verordening op defor
matie van het personeel van het
gemeentelijk electriciteitbedrijf
(gemeentebladen 1913 no. 7 en
1914 no. 14).
Aan den Gemeenteraad.
De directeur van het gemeentelijk electriciteit
bedrijf heeft onze aandacht gevestigd op de onvol
doende bezoldiging van het kantoorpersoneel bij zijn
bedrijf, waardoor het niet mogelijk is goede krach
ten in dienst te houden, en op de noodzakelijkheid,
nu het bedrijf in omvang toeneemt, en daardoor ook
de kantoorwerkzaamheden vermeerderen, dat per
soneel uit te breiden met een tweeden en een derden
klerk. Een gevolg hiervan zal zijn, dat de klerk
magazijnmeester, tevens belast met de werkzaam
heden van kassier, wordt ontheven van de maga
zijnwerkzaamheden. Voortaan zal hij eerste klerk
kassier heeten.
Verder geeft hij in overweging aan alle klerken
voor het hezit van een diploma voor boekhouden
eene toelage toe te kennen.
De commissie voor de gemeentelijke lichtfabrie
ken gaat in hoofdzaak met het door den directeur
gewenschte mee. Alleen acht zij een bezoldiging van
4U0.tot 800.voor de tweede klerken en van
250.tot 400.voor den derden klerk voldoen-
ONTWERP
de, terwijl zij voorts van oordeel is dat met eene
lagere toelage voor het diploma dan de voorgestel
de kan worden volstaan.
Omdat ook wij van oordeel zijn, dat met het aan
wezige personeel het werk niet naar behooren en
op tijd kan worden verricht, scharen wij ons aan de
zijde der commissie, uitgezonderd wat het laatste
betreft. Bij de andere takken van dienst, (gemeen
tewerken en gasfabriek) wordt evenmin een toelage
aan het kantoorpersoneel, wel echter aan de op
zichters verleend. En nu zijn er geen termen om ten
deze voor de klerken bij het electriciteitbedrijf een
uitzondering te maken.
Onder opmerking dat wij met meergenoemde
commissie van oordeel zijn, dat mogelijke overgang-
van de centrale aan de provincie geen verminde
ring van kantoorpersoneel zal veroorzaken, hebben
wij de eer IJ voor te stellen de verordening op de
formatie van het ten deze bedoelde personeel te wij
zigen volgens het hieronder afgedrukt ontwerp.
Leeuwarden, 11 September 1915.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J. PAT1JN, Burgemeester.
M. GOSLINGS, Secretaris.
De Raad der gemeente Leeuwarden;
gezien liet voorstel van Burgemeester
houders
besluit:
en
Wet-
BESTAANDE REDACTIE.
Art. 6.
Ten kantore van het gemeentelijk electriciteit
bedrijf kunnen worden benoemd:
een eerste klerk op een jaarlijksche bezoldiging
van 416.tot 624.
een tweede klerk op een jaarlijksche bezoldiging
van 130.tot 364.
A. de verordening, regelende den rang, het ge
tal, de bezoldiging en de wijze van benoeming van
de ambtenaren van het gemeentelijk electriciteitbe
drijf, te wijzigen als volgt:
I.
In artikel 1 wordt onder letter c gelezen:
„een eerste klerk-kassier".
II.
In artikel 2, 4e lid, artikel 3, le lid, vierde zinsge
deelte, en 2e lid, artikel 4 en artikel 5, le lid, wordt
telkens in plaats van:
„klerk-magazijnmeester" gelezen
„eerste klerk-kassier".
III.
In artikel 6, le lid, worden het 2e en het 3e zins
gedeelte vervangen door de volgende:
„twee tweede klerken op een jaarlijksche bezol-
„diging van 400.tot 800.
„twee derde klerken op een jaarlijksche bezoldi
ging van 250.—- tot 400.—.",
201
'I's
l| b/c'
tl hl II
li ül Bf?'
•-
r IT v