Bijlage tot liet verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1915.
TOELICHTING.
Het voorstel, in bovenstaande artikelen beli
chaamd, heeft ten doel, onder waarborging van den
goeden gang van zaken in het Stadsziekenhuis, ver
betering te brengen in de geneeskundige behande
ling der behoeftigen en tevens de belangen te be
vorderen van de Stadsartsen.
De voorgestelde regeling komt tegemoet aan den
door de Oommissie van beheer en Burgemeester en
Wethouders vooropgestelden eiseh dat „één persoon
verantwoordelijk moet zijn voor den geregelden
gang van zaken in het Stadsziekenhuis en de be
voegdheid moet hebben de maatregelen te treffen,
die hij noodig acht" niet echter aan hun wenscli
dat die leiding jaar in jaar uit aan één en denzelf
den persoon wordt toevertrouwd.
I )e stabiliteit moet h.i. daaronder lijden.
Dat herhaalde wisseling van besturend personeel
schade brengt moge in het algemeen juist zijn, in
verband met de bizonder gunstige omstandigheden,
waarin het Stadsziekenhuis verkeert, valt voor deze
inrichting geen schade te verwachten.
ooreerst omdat de stabiliteit gewaarborgd
wordt door twee over het ziekenhuis gestelde mach
ten, die niet aan voortdurende wisseling onderhevig
zijn: de Hommissie van beheer en de directrice;
en ten tweede omdat de stadsartsen, die toch wel
het eerst voor de benoeming tot eerst-aanwezend
geneesheer in aanmerking komen, dank zij de her
haalde en somtijds langdurige waarneming van het
geneesheer-directeur-schap, blijk hebben gegeven
volkomen in staat te zijn de leiding op zich te ne
men. Dat de nieuw te benoemen arts, die in zijn
tweejarigen diensttijd als stadsarts den eerst-aan-
wezenden geneesheer, als zoodanig, wel meermalen
zal hebben vervangen, niet berekend zal bevonden
worden voor de taak, die hem wacht, kan moeilijk
worden ondersteld.
aarbij komt dat de stad na afloop van den der
den termijn zal kunnen bogen op een staf van ge
meente-artsen, die den dienst in al zijn ouderdee-
len beheerschen.
Dat er in het algemeen voor een zieke voordeel
in gelegen is zoowel moreel als physiek blij
vend te worden behandeld door den geneesheer, die
Lift. C.
Advies van de Commissie van
beheer over het 'Stadsziekenhuis.
No. 1738.
Bericht op schrijven van
23 Bept. 1915 No. 2003/1143.
2 bijlagen.
i
Leeuwarden, 23 September 1915.
De commissie van beheer over het Stadszieken
huis heeft de eer betreffende het voorstel van Dr.
nu eenmaal zijn vertrouwen geniet, zal wel niemand
ontkennen.
Vooral dan zal dat het geval zijn, wanneer die
geneesheer in de gelegenheid gesteld wordt, zoo
dikwijls hem dit wensehelijk voorkomt, overleg
te plegen met vakgenooten.
In dien gunstigen toestand brengt de voorgestel
de regeling onze stadspatiënten.
En wat de artsen betreft: het denkbeeld van ge
lijkgerechtigdheid en de geboden gelegenheid om
e.q. de geneeskundige behandeling te kunnen voort
zetten, zullen zeer zeker strekken tot veraangena
ming van hun moeilijke taak en tot bevordering
der onderlinge samenwerking.
Wordt de voorgestelde regeling door den Raad
aanvaard, dan zullen noodzakelijkerwijze de sala
rissen der stadsartsen moeten worden herzien. Im
mers het totaal der te verrichten werkzaamheden
blijft gelijk, maar de verdeeling wordt gewijzigd.
Terwijl de eerst-aanwezende geneesheer slechts
een deel van de taak van den vroegeren genees
heer-directeur zal hebben te aanvaarden, komt dat
deel nu te rusten op de schouders der beide overige
artsen en als logisch gevolg hiervan moet het sala
ris van den eerste ten bate van de beide laatsten
met een bepaald bedrag worden verminderd. Dat
bedrag approximatief stellend op 500.komt
hiervan ieder der beide artsen 250.ten goede,
waardoor de norm van het salaris van den stadsarts
stijgt tot 1000.
Ten slotte komt het ondergeteekende alleszins
billijk voor den eerst-aanwezeuden geneesheer een
toelage toe te kennen van 500.zoodat diens sa
laris dan 1500.zal bedragen.
Bovenomschreven overwegingen geven onderge
teekende aanleiding' den Raad voor te stellen:
te benoemen een derden stadsarts;
b. de stadsartsen beurtelings, telkens gedurende
één jaar te belasten met den dienst in het Stads
ziekenhuis;
c. de stadspatiënten, die in het ziekenhuis wor
den verpleegd, te doen behandelen door hun eigen
geneesheer;
d. het salaris van den stadsarts te bepalen op
1000.dat van den eerst-aamvezenden genees
heer op 1500.Dr. A. VONCK.
Vonck het volgende te rapporteeren:
Het voorstel van Dr. Vonck beoogt aan de drie
stadartsen beurtelings telkens gedurende een jaar
de directie van het Stadsziekenhuis op te dragen
en de stadsartsen hun eigen patiënten in het zieken
huis te laten behandelen.
Dr. Vonck meent dat in dit systeem de goéde gang
van zaken in het ziekenhuis blijft gewaarborgd, dat
m de geneeskundige behandeling der behoeftigen
verbetering wordt aangebracht en dat de belangen
van de stadsartsen worden bevorderd.
Het wil aan de commissie van beheer voorkómen
dat de goede gang van zaken ih het ziekenhuis be
ter blijft gewaarborgd onder het bestaande stelsel
Aan heeren Burgemeester en
Wethouders van Leeuwarden.
212
Bijlage tot het verslag der handelingen van den
dan onder Dr. Vonck's systeem. Het is toch nood
zakelijk dat één persoon (de Directeur verantwoor
delijk blijft voor alles wat in het ziekenhuis ge
schiedt. Wanneer echter de behandeling der zieken
aan de drie stadsartsen wordt opgedragen, zijn het
toch deze drie en is het niet alleen de Directeur op
wien de verantwoordelijkheid rust!
Het dagelijksche bezoek van drie in plaats van
één arts zal in de betrekkelijk kleine ruimte die het
ziekenhuis biedt, tot moeilijkheden aanleiding ge
ven en het zal voor de Directrice en de zusters be
zwarend zijn.
Het is van zelf sprekend en de ondervinding el-
der.- leert het, dat ieder der artsen voor zijn eigen
patiënten wat ligging, behandeling enz. betreft zal
opkomen, zoodat het voor de Directrice moeilijk,
dikwijls onmogelijk, zal zijn aan ieders bizondere
wenschen te voldoen.
De jaarlyksehe wisseling van directie is o.i. 011-
gewenscht. Er kunnen zich gevallen voordoen,
waarbij de Directeur een besluit moet nemen tegen
den geest van zijne collega's stadsartsen. Hij staat
dan niet voldoende onafhankelijk tegenover hen,
immers het volgende jaar is de directie aan een zij
ner collega's opgedragen.
1 >e 1 hreetrice zal bij deze jaarlyksehe wisseling een
moeilijker taak hebben. Ditzelfde geldt ook voor
de commissie van beheer.
Stabiliteit in de directie is noodig voor de prak
tische opleiding der zusters,, evenals ook voor de
lessen die hun voor het examen in de ziekenverple
ging door den Directeur worden gegeven.
De vraag of de stadsartsen, die meermalen het Di
recteurschap hebben waargenomen, blijk hebben
gegeven volkomen in staat te zijn de leiding van het
ziekenhuis op zich te nemen, kunnen wij moeilijk
beantwoorden, omdat daarvoor niet voldoende ge
gevens zijn. Het spreekt echter vanzelf dat een
stadsarts voor zijne betrekking zeer geschikt kan
zijn en als Directeur van een ziekenhuis niet op zijn
plaats is.
Een enkele maal den Directeur te hebben ver
vangen, geeft iemand nog niet de geschiktheid voor
deze betrekking.
Het komt ons voor dat het verkieslijker is één
aits te hebben die voor de directie is uitgekozen,
dan drie elkaar afwisselende artsen, waarvan ver
raad van Leeuwarden, 1915. Bijlno. 27.
moedelijk enkelen wel doch anderen niet de voldoen
de eigenschappen bezitten, noodig om een zieken
huis naar belmoren te dirigeeren.
Dr. Vonck acht het als van zelf sprekend dat er
moreel en physiek voordeel voor den zieke in is ge
legen, blijvend te worden behandeld door den ge
neesheer die nu eenmaal zijn vertrouwen geniet.
De stadsarmen moeten echter ook thuis zich te
vreden stellen met den stadsarts, die hun wordt aan
gewezen. Zij hebben dus ook thuis niet den arts
hunner keuze. Moeilijk is het dus uit te maken of
de hun toegewezen geneesheer hun vertrouwen ge
niet. Trouwens de ervaring in het ziekenhuis leert
dat de patiënten over 't algemeen geen klachten
hebben over de wisseling van den hen behandelen-
den arts.
Het overleg van den Directeur met de stadsart
sen is ook nu niet uitgesloten. Het is dus zeer de
vraag of het stelsel van Dr. Vonck verbetering zal
brengen in de geneeskundige behandeling der be
hoeftigen.
Wat betreft liet derde motief van Dr. Vonck, n.l.
het bevorderen van de belangen der stadsartsen,
hierover meent de commissie van beheer geen oor
deel te moeten uitspreken, omdat deze belangen niet
in direct verband staan met het ziekenhuis onder
haar beheer.
Lit het bovenstaande blijkt dus dat wij niet kun
nen medegaan met de motieven, die Dr. Vonck tot
het indienen van zijn voorstel hebben geleid. Waar
tot dusverre zoowel onder de directie van Dr. van
Eden als onder die van Dr. Kooperberg de commis
sie van beheer steeds tevreden was over den gang
van zaken in liet ziekenhuis, en waar ook de pa
tiënten, die in het ziekenhuis verpleegd werden,
bijna zonder uitzondering met lof daarover spraken,
daar acht de commissie het ongewenseht een proef
te nemen met een nieuw stelsel waarvan de voor
deden zeer twijfelachtig zijn en waaraan volgens
hare meening groote nadeelen zijn verbonden.
De Commissie van Beheer over het Stads
ziekenhuis te Leeuwarden
J. PATIJN, Voorzitter.
If. G. W. SPRENGER, Secr.-Penningm.