16 Er zij hierbij opgemerkt, dat wel is waar de riolen, wanneer zij lang zijn, eenigermate de rol van den zoogenaamden septic-tank (rotkeider) kunnen overnemen, doch dat daarmede nog geenszins het water geheel gezuiverd is. Een septic-tank alleen is slechts dan toelaatbaar, als het daardoor gestroomd hebbende water wordt afgevoerd in wateren waarin het geen kwaad meer kan stichten, of' in een bodem, welke voor de verdere zuivering er van kan zorgen. Nog dient men in het oog te houden dat, bij invoering van een rioolstelsel, in alle perceelen welke thans van het tonnenstelsel voorzien zijn, de huisafvoerleidingen zullen moeten gewijzigd worden, ten einde de afvoer van de faeces, te zamen met die van het huishoudwater mogelijk te maken. Het is natuurlijk onmogelijk, in dit verslag nauwkeurige kostenramingen te geven van de gelde- lijke gevolgen van bovengenoemde maatregelende nu volgende cijfers dienen dan ook alleen om de gedachte eenigermate te bepalen. Een rioolstelsel voor de gemeente Leeuwarden kan globaal geschat worden f 400.000 a f 500.000 te zullen kosten. In hoeverre de toepassing Show-stelsel wijziging in dit cijfer zal brengen is van te voren moeie- lijk te zeggen. Bij dit stelsel worden de rioolstoffen door gewone verzamelriolen naar verschillende pun ten geleid, om van daar door luchtdruk naar het eindpunt te worden geperst. Een voordeel van dit stelsel is dat de verzamelriolen kleiner kunnen worden en minder diep behoeven gelegd te wordenna- deelen zijn dat behalve die kleinere riolen naar de verzamelpunten noodig zijn: de persleidingen van af die punten naar het eindpunt, de luchttoevoerleidingen en een pompstation voor het samenpersen van de druklucht, benevens de automatische toestellen welke voor de voortbeweging der storten zorgen. Bij de beoordeeling van de rioleering thans in Amsterdam in uitvoering, voor het stadsgedeelte buiten de singelgrachten, kwam de commissie daar tot de slotsom: „dat voor de toepassing van dat stelsel te Amsterdam geen reden bestaat" Hiermede is natuurlijk niet gezegd dat voor eene andere gemeente liet N/mw-stelsel geheel ver werpelijk is; alleen eene nauwkeurige detailstudie en berekening kan hieromtrent uitsluitsel geven. Bij eene zoo kleine gemeente als Leeuwarden, en gegeven het feit dat hetzij eene kunstmatige biologische reiniging, hetzij wegpersen naar de Noordzee toch steeds noodig zal zijn, zal echter de kans groot wezen dat het Show-stelsel geene eenigszins belangrijke besparing geeft. Bij de kosten van de rioleering komen dan: a. die van de kunstmatig biologische reinigingsinrichting welke op f 200.000 kunnen gesteld worden öf b. die van eene persleiding naar de Noordzee welke globaal op 300.000 te ramen zijn. Men kan derhalve op eene uitgaaf van tusschen de f 600.000 en 800.000. De wijziging van den afvoer in de woningen is onder een en ander niet begrepen; in overeen stemming met wat ivoor andere gemeenten daarvoor werd aangenomen kan men rekenen dat de uitgaaf' daarvoor per woning dooreen 40 a 50 zal bedragen. Laat men nu de kosten voor het veranderen der huisleidingen buiten sprake, dan komt men tot de volgende globale becijfering van de jaarlijksche verhooging der gemeentelasten. Vermeerdering. Rente en aflossing van 400.000 (leening voor de rioleering) a 5,25 Vu 21.000 Onderhoud, herstelling en toezicht op de rioleering 1 '/s u/o van 400.000 6.000 Exploitatie van de kunstmatig biologische reiniging, rente en aHossing van het aan- legkapitaal inbegrepen .16 000 Verlies door niet verkoopen van de compost, ier en turfmest (gemiddelde van de laatste 6 jaar) 36000 Te zamen f 79.000 Vermindering. Kosten verbonden aan het tonnenstelsel (inzamelen en onderhoud materieel) 25.000 Kosten van bereiden van de turfmest, compost enz, te stellen op 21.000 Te zamen f 46.000 Men zoude zoo komen tot eene verhooging der kosten van 79.000—f 46.000 ƒ33 000. En moet hier echter al dadelijk gezegd worden, dat dit cijfer in de toekomst minder zal worden. Er is toch uitgetrokken eene verliespost van 36.000 voor den aankoop van meststoffen, en het is meer dan twijfelachtig ol deze over eenige jaren nog dit hooger bedrag zullen opbrengen. Onderstellende dat de aanleg van evenbehandelde rioleering voorloopig uitgesteld moet worden, zal nu worden nagegaan welke andere wijzen van behandeling der faecale stoffen in aanmerking komen. Toegepast wordt de verwerking van faeces tot poudrette of zwavelzure ammoniak. De poudrettebereiding is niets anders dan het door verdamping van een groot deel van het vocht, veranderen van den vloeibaren tonneninhoud in een vaste stof „poudrette" genaamd, welke als Zie Rapport van de Commissie in zake de rioleering en waterverversching te Amsterdam, dd. 20 Aug. 1906, b[z. 2l. 17 meststof van de hand wordt gezet. Deze bereiding is bij de uitvoering van het z.g. 7/iernarstelsel van faecaliën-verzameling, een onderwerp van studie geweest in Nederland. Tot practische toepassing in het groot is het toen geopperde denkbeeld niet gekomen, wel heeft het aanleiding gegeven tot eenen zeer heftigen pennestrijd. Na dien tijd ongeveer 40 jaar geleden is in Nederland de poudrette-bereiding niet meer ter sprake gekomen. Zij wordt thans voor zoover bekend alleen toegepast te Kielde vroeger te Bremen bestaan hebbende fabriek is met de invoering van eene volledige rioleering in die stad opgeheven. De fabriek te Kiel werkt zeer tot tevredenheid van de stedelijke overheid. De geldelijke uitkomsten er van zijn zeer gunstig; zij levert jaarlijks na aftrek van 8°/0 voor rente en aflossing van het aanlegkapitaal, eene winst van ƒ10.000. Toch wordt vermeent dat het geene aanbeveling verdient, te Leenwarden eene poudrette fabriek op te richten. Reeds in de bijlage no. 27 van het Verslag van de handelingen van den gemeenteraad 1908, wordt op blz. 308 over de poudrette-bereiding gezegd: „Bovendien zou nog moeten blijken, of' de poudrette hier inderdaad tegen een eenigszins loonenden „prijs van de hand ware te doen, wat naar het oordeel van een paar bestuursleden der Friesche Maat schappij van Landbouw vrij zeker niet het geval zou zijn, aangezien de andere kunstmeststoffen, waarvan „men al naar den aard van den bodem willekeurige hoeveelheden kan nemen, verre de voorkeur verdienen." Door de tegenwoordige Commissie werden nog nadere inlichtingen ingewonnen, die haar noopten aan steller dezes onder dagteekening van 11 April 1913 mede te deelen: „dat het onderzoek ingesteld omtrent de handelswaarde van poudrette een mager resultaat heeft „opgeleverd. Van de voor ons meest bevoegde zijde werd geantwoord, dat die waarde zeer moeilijk is „te bepalen en men ook niet wist te zeggen of van de bedoelde poudrette wel aftrek was te vinden." Aangezien het bereiden van eene stof, waarvan èn de mogelijkheid om er eene markt voor te vinden èn de er aan toe te kennen waarde hoogst onzeker zijn, niet is aan te raden, wordt vermeend dat de poudrette-bereiding niet ter hand moet worden genomen. Zwavelzure am moniak. Iets anders is het met de bereiding van zwavelzure ammoniak. Dit zout is een gewoon handelsartikel, waarvan per jaar ettelijke honderdduizenden tonnen aan de markt komen; de hoofdmarkt er voor is Londen. In Nederland wordt uit faecaliën zwavelzure ammoniak bereid door de gemeente Amsterdam. Deze fabriek eerst in particulier bezit, doch in 1901 door de gemeente overgenomen, bestaat reeds meer dan 20 jaar en heeft buitengewoon gunstige geldelijke uitkomsten opgeleverd. Verder is gebouwd eene fabriek te Riga, terwijl in Frankrijk in de laatste tien jaren een zeventa* dergelijke fabrieken zijn opgericht te ColombesBordeaux, ToulouseAngers, Reims, Rouen en Limoges. De Directeur der Stadsreiniging te Amsterdam heeft over deze wijze van verwerking der faecale stoffen in 1911 eene voordracht gehouden, welke is opgenomen in het tijdschrift „Gemeentelijke Reiniging 1911 no. 4 blz. 27 en vgg. Deze hoofdambtenaar acht de zwavelzure ammoniakbereiding, hoewel zij in Amsterdam na uitvoering der rioleeringsplannen komt te vervallen, voor andere gemeenten niet van belang ontbloot en noemt deze „een voordeelig en tevens zeer eenvoudig bedrijf". De behandeling der faecaliën komt neer op het er uit doen verdampen door eene zeer matige ver hitting van het ammoniakgas, terwijl door toevoeging van kalkmelk het gebonden gas zooveel mogelijk wordt vrij gemaakt. Het gas wordt daarna geleid door zwavelzuur, waarin zich het zwavelzure ammoniak vormt dat, na uitdruipen van de overtollige vloeistof een dadelijk verkoopbaar handelsproduct is. Het nu in Frankrijk gevolgde stelsel wijkt slechts zeer weinig af van dat hetwelk te Amsterdam wordt toegepast. Kan van dit fabrieksbedrijf te Amsterdam reeds worden gezegd dat het zeer loonend is, het is te verwachten, dat zulks voor de gemeente Leeuwarden in betrekkelijk nog sterkere mate het geval zal wezen. De grondstof welke te Amsterdam verwerkt wordt is in veel sterkere mate verdund, dan te Leeuwarden. In eerstgenoemde plaats wordt door liet gebruik van vele privaten met waterspoeling per hoofd en per dag 3,54,5 Liter met water verdunde faeces verkregen, in Leeuwarden bedraagt die hoe veelheid slechts 1,1 Liter of 3 tot 4 maal minder. Uit dezelfde hoeveelheid ruwe grondstof zal dus te Leeuwarden veel meer ammoniakgas kunnen worden afgescheiden. Over de hoeveelheid te bereiden zwavelzure ammoniak zal later eene berekening worden gegeven. (Zie blz. 30 post 2). Het den 13 Mei 1913 genomen besluit door den Gemeenteraad tot wijziging der Bouwverordening waardoor de invoering van beerputten met overstorten mogelijk wordt gemaakt, zal geen invloed hebben op de verwerking der faecaliën. Immers, het aantal van dergelijke beerputten zal niet groot wezen; er waren in 1912: 19 per ceelen waarvan de privaten van waterspoeling zijn voorzien, en de Commissie deelde aan steller dezes I mede, dat naar hare meening dit aantal niet belangrijk zal toenemen. Bij behoud van het stelsel van beerputten met overstorten, zal trouwens een eenigszins aanzienlijk aantal dezer niet kunnen worden toe gelaten, wil men niet eene vervuiling van de wateren van de stad in het leven roepen. Past men gesloten beerputten toe, dan blijft de bereiding van zwavelzure ammoniak uit den

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1915 | | pagina 130