64 NASCHRIFT. Vervolg Reisverslag van den Technischen Adviseur der Commissie. 1. Vuilnis-verbrandingsinrichtiiig te Leiden. Hoewel eerst eene vergelijking tusschen de verschillende ovenstelsels kan gemaakt worden, na de bezichtiging van de verbrandingsinrichtingen in Engeland, wordt de aandacht gevestigd op de wijze van vulling, zooals te Altona en Fürth aangetroffen. Daarbij wordt de inhoud der wagenkast 't zij in een vultrechter boven de ovencel, hetzij recht streeks in de ovencel gestort. In de Heenan ovens kan eene overeenkomstige vulling worden toegepast, wat nu door die firma is voorgeslagen komt er reeds zeer nabij aan. Het wil voorkomen, dat deze wijze van vulling alle aanbeveling verdient en te verkiezen is boven het toepassen van stortbakken met grijpemmer, zooals de Müllverbrennungsgesellschaf m.b.H. „Vesuvio" voorslaat. Meerdere kosten aan de ovens boven de nu geraamde zullen zeer onbeduidend zijn. De toepassing dezer soort vulling eischt echter het aanschaffen van andere vuilniswagens en van reserve wagenkasten, en zal dus kosten met zich brengen. Eene raming daarvan blijve hier achter wege, na vaststelling van de benoodigde hoeveelheid wagens en reserve kasten, kunnen hiervoor het beste inlichtingen worden ingewonnen bij de firma Ar// Jordaans, stoomwagenfabriek te Schiedam. Er zij er echter op gewezen, dat met dit stelsel van ovenvulling niet gepaard behoeft te gaan de invoering van een bepaald soort emmers, ook zonder deze kunnen goede stofvrije wagens worden gemaakt. Haarlem7 November 1918. J. C. H. FISCHER. Op 28 Juli 1915 werden bezocht I. de vuilnis-verbrandingsinrichting te LEIDEN II. de inrichting voor biologische reiniging van rioolwater te VOORBURG. Beschrijving der inrichting. 1. Voor deze wordt verwezen naar de bijgevoegde aflevering 8 van den 4en jaargang van het Tijdschrift „Water, Bodem, Lucht", alwaar op blz. 69/76 de inrichting beschreven is, zij is in bedrijf se dert 1 Januari 1914. 2. Sindsdien heeft zij eene uitbreiding ondergaan door het bouwen van het reserve ovenblok, waarop ook oorspronkelijk gerekend was. Dit ovenblok was nog niet geheel voltooid, de isoleering van de stoomketel was nog niet ten volle aangebracht. 3. Men had bij dit tweede blok rekening gehouden met wat de ervaring geleerd had, en in enkele onderdeelen kleine wijzigingen gemaakt b.v. in de stoomverdeeling in den oververhitter. 4. Verder was in het gebouw, boven de plaats waar het voor den vuilniswagen gespannen paard komt te staan, een vloer van gewapend beton gemaakt. Men had daardoor verkregen meer bergruimte voor aangevoerde doch nog niet geledigde wagenkasten (de aanvoer gaat steeds veel sneller dan de ver branding), en tevens de paarden beschut, voor bij onklaar worden der hijschkraan mogelijk nederstortende bakken. 5. Nog was op de bunker waarin de vliegasch wordt verzameld, een ijzeren ventilatiekoker gezet, welke met den schoorsteen in verbinding staat. Door den schoorsteentrek wordt nu het fijne stof uit dien bunker afgezogen, de overlast daarvan vroeger ondervonden heeft nu opgehouden. 6. Voor het roetafblazen van de waterpijpen van den stoomketel, was gebleken dat stoom niet voldoet, omdat het zeer fijne roet dan aan die pijpen vastbakt. Daarvoor wordt nu lucht gebezigd, welke in een kleine luchtcompressor onder druk wordt gebracht; een ook elders toegepaste werkwijze. 7. Nog was eene verbetering onderhanden aan de kettingbagger, welke de gebroken slak uit de bluschbak opvoert. Deze was gebleken te zwak te zijn; men was doende hem te vervangen door een andere, waarvan de ketting en de emmers veel zwaarder en sterker waren dan de eerst geplaatste. De blusch- inrichting was dus tijdelijk buiten gebruik. Constructie, onderhoud en herstellingen. 8. Door de wijze van vullen der ovencellen (een worm welke het vuil uit den vultrechter boven den oven, in de cel voert), ontstaat eene zeer gelijkmatige verbranding en stoomvorming. Toch brengt deze vulling een paar eigenaardige bezwaren mede. Vooreerst valt het vuilnis steeds op dezelfde plaats achter in de cel en moet dus van tijd tot tijd naar voren worden getrokken. Ten andere verkrijgt men meer vliegasch dan bij vulling in eens, omdat de in de cel stortende kleine stuk ken ontvlammen en verbranden; het percentage vliegasch is daardoor 6—8°/n, dus 2% meer dan ge woonlijk verkregen wordt. Beide bezwaren zijn m. i. niet van beteekenis. 9. De buitenzijde van de beide vuurdeuren vertoonden enkele scheuren. 10. Na bijna 1 jaar onafgebroken stoken, bleek in een der cellen een der bovenste gietijzeren platen van de bekleeding eener zijwand zoodanig gescheurd te wezen dat die geheele bekleeding d. i. de ijzeren trog van de cel moest uitgenomen worden om de plaat te repareeren. Daarbij werd een reservetrog er voor in de plaats gesteld. Deze verwisseling van de troggen kon zonder onderbreking- van het bedrijf op een Zondag worden uitgevoerd. (Zondags wordt niet verbrand). 11. De bedrijfsingenieur gaf op dat in het eerste jaar aan onderhoud en herstellingen 7000 was ten koste gelegd (gedeeltelijk was dit ten laste van den leverancier gekomen); de installatie kostte ƒ94000. Voor het eerste jaar zijn dus die kosten waaronder ook kleine verbeteringen niet hoog geweest. In mijn raming rekende ik op een doorloopend onderhoud der machinale inrichting van 5 "/o. 12. Aangezien in Leiden geene gelegenheid is om de vuilniswagens welke gevuld aankomen voor korten tijd bij de verbrandingsinrichting een onderkomen te verschaffen, zoude een ernstig gebrek aan de electrische hijschkraan daar veel bezwaren geven, daarom ware een reserve kraan volgens den bedrijfsingenieur daar niet misplaatst.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1915 | | pagina 154