134 Bijlage no. 13. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 191-5. geperst tot op het dak der kleedkamertjes, vloeit daarover heen, moet daarbij een afstand afleggen van 108 meter lengte bij eene gemiddelde breedte van 3.20 meter en slurpt op dien langen, breeden weg lucht en warmte op, wat aan de geschiktheid van het water zeer ten goede komt. Aan het afloopend einde van dit dak wordt een reservoir aangebracht, waarin een spiraal ligt, die, door de verwarmingsinstallatie, in den kelder onder het centraalgebouwtje aangebracht, het in de spiraal aanwezig en steeds circuleerend water verhithet daaromheen stroomend zwemwater zoo noodig tot op 20 graden verwarmt, om het daarna door een ijzeren buis naar den bodem der bassins te voeren, waarlangs over de volle lengte, alswel dwars over bij elk verdiept gedeelte, portlandcement-buizen komen te liggen, voorzien van tallooze gaatjes, welke te zamen de capaciteit bezitten om 20 Ms. per uur uit te stroomen, waardoor het warme water zich gelijkelijk en geleidelijk over het geheele bassin verdeelt, het gebruikte water naar boven drijvende, om het in de gaten, rondom de bassins aangebracht, te doen afvloeien. Het geheel nieuwe en praktische van dit over- vloeings-, verwarmings- en ververschingsysteem behoeft wel geen nader betoog. Zwembad „Groote Wielen". Terecht heeft Uw wethouder Komter de opmerking gemaakt, dat dit zwembad de gangmaker kan blijken te zijn voor dat aan de Wielen. Zij, die in de bassins hebben leeren zwemmen, zullen wat graag de verkregen kunst eens in het Groote Wielen-bad in toepassing brengen. Autobus- of tramdienst. Het in de bladen aan geprezen plan autobus- of tramdienst, herhaaldelijk besproken, bekeken en onderzocht, doch telkens te licht bevonden, mag niet opnieuw dienst doen als rem tegen de voorgenomen zweminrichting in de stad. Ondergeteekenden hopen ten slotte van harte, dat zij door bovenstaande gegevens en uiteenzet tingen Uwen Raad hebben mogen overtuigen van de noodzakelijkheid, om door geven en nemen in de aanhangige zaak tot overeenstemming te geraken. Blijft ieder onverbiddelijk vasthouden aan eigen inzicht, dan komt men tot geen bevredigend resul taat en eindigt zoo licht met zijn stem te geven aan een voorstel of motie tot uitstel, iets wat ondergeteekenden in deze juist zoo gevaarlijk achten. Zij richten daarom, op grond van al het boven- aangevoerde, tot Uwen Raad het eerbiedig verzoek zich te willen vereenigen met het voorstel van Burgemeester en Wethouders tot oprichting eener zweminrichting, opdat Uwe commissie daarna onverwijld de noodige maatregelen kan treffen, om indien eenigszins mogelijk, de inrichting nog in dit zomerseizoen in gebruik te kunnen stellen. Leeuwarden, April 1915. De Commissie voornoemd, S. H. HIJLKEMA. Mr. J. A. STOOP. N. OTTEMA. Bijlago tot hot verslag dor handelingen van den genu WIJZIGING der verordening op het gewicht van het brood en van die, houdende verbod van veevoedering met rogge, roggebrood enz. Ter bevordering van een goede uitvoering dei- circulaire van den Minister van Landbouw, Nijver heid en Handel van den 24 April 1.1., no. 455, achten wij hot wenschelijk ook ten opzichte van het gewicht van het roggebrood bepalingen vast te stellen. De rogge-commissies in de onderscheidene pro vinciën toch hebben zich onderling onder minis- terieele goedkeuring verstaan om te bevorderen dat het gewicht van het roggebrood wordt vastgesteld bij verordening. Wel werd in ons voorstel van 19 December 1.1. (bijlage no. 39 van 1914) aange voerd, dat mot het roggebrood in de verordening op het gewicht van het brood geen rekening behoefde te worden gehouden en kon de Voorzitter bij de behandeling van het ontwerp dier verordening in de vergadening van 22 December 1.1. (pag. 252) op erezae' van de commissie voor do levensmiddelen O O toen verklaren, dat voor misbruik niet behoefde te worden gevreesd, thans, nu bekend is welke maat regelen ter zake de roggeverstrekking door de rogeering zijn genomen, kan een gelijksoortige van Leeuwarden, 1915. Bijl. no. 13. bepaling als voor wittebrood en bruinbrood is vast gesteld, in de verordening worden opgenomen. Het roggebrood wordt hier gebakken ter zwaarto van 21/2 en U/4 K.G., welko gewichten wij dus bij de verordening" zouden willen vaststellen. Voorts blijkt do Minister van Landbouw, Nijver heid en Handel, desgevraagd, geen bezwaar te hebben tegen het voeren van vee met rogge, die niet meer voor menschenvoedsel geschikt is, waar over in Uwe vergadering van 11 Mei 1.1. reeds door een der leden een opmerking werd gemaakt. In verband hiermede kan aan artikel 1 der betrekke lijke verordening een lid worden toegevoegd, waarbij Burgemeester en Wethouders worden gemachtigd dispensatie te verlecnen van het verbod ten opzichte van rogge, die niet meer voor menschelijk voedsel geschikt is en de verordening, aldus gewijzigd, onder intrekking van de bestaande opnieuw worden vastgesteld. Naar aanleiding van het vorenstaande hebben wij de eer U in overweging te geven, de beide hieronder afgedrukte ontwerpen tot een besluit Uwer Vergadering te verheffen. Leeuwarden, - Mei 1915. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J. PATI.JN, Burgemeester. F. KROON, L.-Secretaris. ONTWERP A. De Raad dor gemeente Leeuwarden overwegende dat het wenschelijk is ook het ge wicht van het roggebrood bij verordening te regelen gezien het voorstel van Burgemeester en Wet houders besluit vast te stellon do volgende VERORDENING tot wijziging der Verordening op het gewicht van het brood (Gemeente blad 1915, no. 4). I. Het eerste lid van art. 1 wordt gelezen als volgt Het is verboden in broodbakkerijen of daarbij behoorende winkels of in broodslijterijen of op of aan den openbaren weg te verkoopen, te koop aan te bieden, af te leveren of ten verkoop in voorraad te hebben A. wit- of bruinbrood, dubbel gebakken brood uitgezonderd a. voor zoover busbrood betreft, waarin niet dui delijk zijn ingestempeld de cijfers 100,75,50 of 35, aan gevende het gewicht van het brood in decagrammen b. dat lichter is dan het daarop volgens a aan gegeven gewicht 135

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1915 | | pagina 68