\-m;\ i nii urn bd b. stellen en Nederlandsche handelscorrespondentie d. boekhouden f. algemeene handelskennis en handelsrecht h. Hoogduitscli i. Engelsch j. stenografie en machine- schrijven 152 b. zij, die in het jaar, waarin toelating wordt ge vraagd, of in het daaraan voorafgegane jaar een nader door Burgemeester en Wethouders, de com missie van toezicht en den directeur gehoord, aan te wijzen inrichting van onderwijs of gedeelte van een inrichting van onderwijs met vrucht hebben door- loopen, welke geacht wordt een algemeene ontwik keling te geven gelijk aan die, als de onder a bedoel de scholen; I :;v WA 'v: t; .'®i: 'V' n in 2 i 1 i 2 1 i 1 2 3 1 1 1 1 1 2 o 2 2 O 2 2 9 2 1 1 In bijzondere gevallen kan de directeur, behou dens goedkeuring- van den voorzitter der commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs alhier, voor één avond of een deel daarvan vacantie geven. Art. 5. De vakken van onderwijs worden over de school tijden verdeeld naar onderstaand aantal wekelijk- sehe lesuren: Klasse: 1 a. lezen c. handelsaardrijkskunde e. handelsrekenen g. Fransch Art. (J. Met inachtneming van het in artikel 5 bepaalde maakt de directeur in overleg niet de leeraren jaar lijks in Mei een programma der lessen met een lijst van de te gebruiken leerboeken, benevens een roos ter van lesuren voor liet volgend schooljaar op. Hij zendt die jaarlijks vóór 1 Juni aan Burgemeester en Wethouders. Dezen stellen, de commissie van toezicht gehoord, het programma en den lesrooster vast. Art. 7. Het volgen van de lessen in de vakken, genoemd in artikel L onder a tot en met is verplicht. Hier van kan door den directeur, onder goedkeuring van den voorzitter der commissie van toezicht, voor een of meer dier vakken vrijstelling worden verleend, mits steeds het onderwijs in ten minste zes der vak ken, genoemd in artikel 1, wordt gevolgd. Behoudens in het geval van den tweeden volzin van het vorige lid mag in niet meer dan één vreem de taal het onderwijs worden gevolgd. Art. 8. Het onderwijs is opgedragen aan een directeur, tevens leeraar, en aan een aantal leeraren, geëven- redigd aan de behoeften van het onderwijs. Art. 9. Burgemeester en Wethouders wijzen, op voor dracht van de commissie van toezicht, vóór liet be gin van ieder schooljaar een der leeraren aan, om den directeur bij afwezigheid of verhindering te vervangen. Art 10. De regeling van het onderwijs geschiedt door den directeur in overleg met de leeraren. Bij verschil beslist de commissie van toezicht. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1915. Bijl. no. 19. Art. 11. Kan bij afwezigheid van den directeur of een of meer der leeraren wegens ziekte niet behoorlijk in liet onderwijs worden voorzien, dan kan door Bur gemeester en Wethouders, na overleg met de com missie van toezicht en den directeur, de waarne ming der lessen tijdelijk aan iemand buiten de lee raren worden opgedragen. Art. 12. Het aan den directeur en de leeraren op verzoek te verleenen ontslag gaat niet eerder in dan twee maanden na den dag, waarop het verzoek om ont slag is ingekomen. Art. 13. Tot het onderwijs wordt ieder, zoowel in als bui ten Leeuwarden, woonachtig, toegelaten, die ten minste 14 jaar oud is en volgens onderstaande be palingen geacht wordt voldoende ontwikkeld te zijn om de lessen met vrucht te volgen. Art. 14. Als leerling tot het eerste leerjaar worden toege laten: a. zij, die in het bezit zijn van bet eind-diploma van een school voor openbaar lager onderwijs dei- vierde klasse, afgegeven in het jaar waarin toela ting wordt gevraagd, of in liet daaraan voorafge gane jaar; c. zij, die een examen van toelating met goeden uitslag in liet jaar van toelating hebben afgelegd. Als leerling tot liet tweede of het derde leerjaar worden toegelaten zij, die op grond van over te leg gen getuigschriften, ter beoordeeling van den di recteur onder goedkeuring van de commissie van toezicht, of krachtens een toelatingsexamen geacht kunnen worden het in dat leerjaar te geven onder wijs te kunnen volgen. Art. 15. Tijd en plaats voor de toelatingsexamens en de inschrijving van leerlingen worden door de com missie van toezicht in overleg met den directeur be paald en door diens zorg tijdig ter algemeene ken nis gebracht. De toelating van leerlingen heeft plaats bij het begin van het schooljaar. In den loop van een schooljaar worden geene leerlingen toegelaten, tenzij het wegens bijzondere omstandigheden door de commissie van toezicht, den directeur gehoord, wordt vergund. Voor die toelating wordt een examen vereischt, waaruit blijkt dat de leerling de noodige bekwaam heid bezit, om de lessen te volgen in het leerjaar waarvoor toelating gewenscht wordt. 153

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1915 | | pagina 77