Bijlage no. 38. Bijlage tot het verslag- der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1916. Bijl. no. 38. VERVANGING van de Potmargebrug door een vaste overbrugging. Opruiming van de septic tank, enz. Aan den Gemeenteraad. De Directeur der gemeentewerken heeft er onze aandacht op gevestigd, dat de toestand van de Potmargebrug thans een zoodanige is, dat voorzie ning niet langer kan uitblijven; zij wordt gevaar lijk voor het drukke verkeer dat over haar plaats vindt. Bovendien is zij in een verwaarloosden staat van onderhoud, waarop reeds meermalen, ook in Uwe Vergadering, is gewezen. Dat voorstellen om hier verbetering aan te brengen zoo lang op zich hebben laten wachten, is te wijten geweest aan de omstandigheid dat vele vraagstukken met deze overbrugging samenhingen: vroeger die van de tram en de strooeartonfabriek met de septic-tank; in de latere jaren die van het Aschland en van de mogelijke demping van het binnen de bebou wing liggende gedeelte van de Potmarge, waarbij ook de belangen van de Staatsspoor in het geding kwamen. Wat de beide laatste punten betreft, met de Commissie voor de Openbare Werken zijn wij ten slotte van oordeel geworden, dat het kostbare werk van de demping, waarvan naar evenredig heid geen belangrijke terreinen zouden profitee- ren, terwijl de scheepvaart er nadeel van zon on dervinden, althans voor het tegenwoordige niet moet worden ondernomen. Voor een latere toe komst behoeft demping niet uitgesloten te zijn. Ook een eventueele verplaatsing van het Aschland maakt in die slotsom geen verandering. Schijnt het dus aanbeveling te verdienen de Pot marge open te houden en een volgende stap is dan logisch de opruiming der septic-tank, die sinds het verdwijnen van de strooeartonfabriek feitelijk van geen nut meer is, en voorts een behoorlijk op diepte brengen van de Potmarge zelf dan komt de vraag aan de orde of de nieuwe overbrugging bij het Zuiderplein zal zijn vast of beweegbaar. Wederom met de Commissie voor de Openbare Werken zijn wij van meening, dat een vaste brug, mits voor de niet zeer belangrijke scheepvaart van voldoende hoogteligging, de voorkeur heeft. Zij eischt geen bediening en is ook in de constructie minder kostbaar dan een draai -of een ophaalbrug. En is de vaart tot aan de Tijnje weer geheel open, dan hebben te hoog liggende vaartuigen toch nog altijd een uitweg. Wij zijn nog niet in de gelegenheid U plannen en begrootingen voor een vaste brug voor te leg gen. Graat echter de Raad met ons voorstel mede om de voorziening op de bovenomschreven wijze te treffen, dan zal onverwijld aan het bureau van gemeentewerken de uitwerking worden opgedragen en U de voteering van het noodige crediet nader in overweging worden gegeven. Ten opzichte van het opruimen van de septic- tank kan worden medegedeeld, dat de kosten 5.900,zullen bedragen, waartegenover de Di recteur, bij verkoop van de inliggende specie, een bate raamt van 5.500,die van het bevaarbaar maken van de Potmarge zullen 2.450,beloopen. Eindelijk is het wenschelijk voorgekomen, op dezelfde wijze als dit aanvankelijk is geschied met bet afvalwater van de strooeartonfabriek, door een dam in de Oude Potmarge, daar waar zij in de Potmarge uitmondt, het naar de stad vloeien van het vooral in den campagnetijd zoo hinderlijke afvalwater van de aan de Oude Potmarge gelegen Huizumer aardappelmeelfabriek tegen te gaan. Voor de scheepvaart van Huizum, die door dien mond den weg naar de stad kiest, doch die slechts gering is, blijft de toegang door de Tijnje bestaan. De Directeur begroot de hiermede gemoeide uit gaven op 2.500, Wij hebben de eer P voor te stellen te besluiten: 1°. Burgemeester en Wethouders een crediet te verleenen van 10.850,voor het opruimen van de septic-tank in de Potmarge, het bevaarbaar maken van dit vaarwater en het leggen van een dam met houten hekwerk in de Oude Potmarge ter plaatse waar deze in de Potmarge uitmondt, een en ander overeenkomstig den brief van den Directeur der Gemeentewerken van 11 September 1916, no. 957/81 en in afwachting van de nadere voorstellen van Burgemeester en Wethouders ten opzichte van de op de begrooting aan te wijzen uitgaaf, en 2". in beginsel tot het vervangen van de Pot margebrug door een vaste overbrugging, zulks in afwachting van de nadere voorstellen van Burge meester en Wethouders ten aanzien van de gede tailleerde plannen en begrootingen. Leeuwarden, 4 October 1916. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden J. PATIJN, Burgemeester. M. GOSLINGS, Secretaris. 269

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1916 | | pagina 136