Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1916. van dat college of strekt zich de functie van het raadslid niet verder uit dan het uitoefenen van een zekere controle, speciaal wat betreft het financieele beleid. Volgno. 254. Een der leden achtte de schoonmaakartikelen te laag geraamd, terwijl mede de loonen der weiksters te laag genoemd werden. Volgno. 266. Volgens meening van een lid verdient het aanbeveling het subsidie slechts voor 1 jaar toe te staan, zulks met het oog op de mogelijkheid van een reorganisatie van het openluchtspel, hier bedoeld, in verband met het daarstellen van een gemeentelijk sportterrein in de naaste toekomst. Volgno. 268. Aangedrongen werd op afschaffing der oorijzers en ook overigens op wijziging der kleeding, opdat deze minder opzichtig zij. Volgno. 269. De wenschelijkheid werd betoogd de bezoekuren eenigszins ruimer te stellen en in overweging gegeven herstellende patiënten eenmaal per dag en wel des avonds een keer meer voedsel te doen verstrekken, aangezien zij thans na öl/2 uur niets meer te eten krijgen. Volgno. 283. Een lid sprak er zijne bevreemding over uit, dat op deze begrooting geen bedrag is uitgetrokken voor de districtsarbeidsbemiddeling. Burgemeester en Wet houders hebben toestemming gegeven de arbeidsbeurs in te richten tot districtsbeurs voor Friesland. De werkzaamheden daarvoor zijn officieel 1 Januari 1916 aangevangen, ofschoon reeds vroeger van de beurs als zoodanig is gebruik gemaakt. De directeur heeft voor zijne bemoeiingen tengevolge deze uitbreiding van werkzaamheden niets genoten. Het Rijk geeft portvrijdom, voor zoover betreft correspondentie tusschen de verschillende beurzen en correspondent schappen van de Centrale Beurs en zeer zeker worden ook telefoon- en telegraafkosten betaald. Volgno. 294. Geklaagd werd over de spreekcellen voor gebruik der telefoon en aangedrongen op het daarstellen van een betere ventilatie in het beursgebouw. Volgno. 324. Eenige leden achtten het wenschelijk het voor gestelde subsidie te verhoogen en betreurden het, dat niet meer eenheid in de organisatie tot drankbestrijding valt te constateeren. Inkomsten. Volgno. 9. Een der leden drukte zijn verwondering er over uit, dat geen rekening is gehouden met vermeerdering der inkomsten uit hoofde van kadegelden. Volgno. 36. Bij dit volgnummer werd het denkbeeld geopperd de kermis te doen inkorten en deze te doen duren van Maandag tot en met Vrijdag. Dit denkbeeld vond bij vele leden instemming. Enkele leden zouden zelfs verder willen gaan en een besluit willen nemen tot afschaffing der kermis. Volgno. 40. Enkele leden gaven in overweging stappen te doen tot afschaffing der tollen te Ritsumazijl, Kingmatille en Koetille, als zijnde niet meer van dezen tijd. Waar de Raad hieromtrent niet zelfstandig kan beslissen, bevalen deze leden deze kwestie in de aan dacht van Burgemeester en Wethouders aan. Volgno. 42. Geklaagd werd over de slechte kwaliteit van het gas en twijfel werd uitgesproken over de betrouw baarheid der meters. CONCLUSIE. Het verhandelde in de verschillende secties geeft de Commissie van Rapporteurs aanleiding tot het doen van de volgende voorstellen. De Raad besluite A. Art. 2, Hoofdstuk I, Afdeeling I der Uitgaven te verhoogen met 1200. B. Tot afschaffing der kermis, na afloop der be staande pachtcontracten. Overwegingen. A. Rapporteurs hebben zich vereenigd met hetgeen in verschillende secties ten aanzien van de bezoldiging der wethouders is opgemerkt. Hun voorstel bedoelt de bezoldiging van 1200.op ƒ1500.te brengen. Het wil hun voorkomen, dat een dusdanige bezoldiging alleszins gewettigd is en dat eventueel deze verhooging voor de wethouders een aanleiding te meer zal zijn om gaandeweg tegemoet te komen aan den wensch van velen, die meenen dat de wethouders op gezette tijden en op vaste plaatsen, hetzij ten gemeentehuize, hetzij elders, voor het publiek te spreken dienen te zijn, een meening, die door rapporteurs wordt gedeeld. B. Herhaaldelijk en van verschillende zijden is in de laatste jaren betoogd, dat de kermis een verouderde instelling is, waarmede reeds lang diende te zijn gebroken. Daarentegen zijn anderen van oordeel geweest, dat de kermis nog steeds een middel was om ontspanning te bieden aan die maatschappelijke klasse van menschen, die zich niet heeft kunnen of willen doen bewegen die ontspanning op andere wijze te zoeken. Waar echter in de sectievergaderingen het denkbeeld 298 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1916. Bijl. no. 14. om de kermis in te korten is uitgegaan van de zijde van die leden, die geacht mogen worden het beste te kunnen oordeelen over de behoeften van bedoelde maatschappelijke klasse, achten rapporteurs den tijd gekomen het voorstel tot afschaffing te doen. Door inkorting der kermis, oordeelen rapporteurs nadat zij zich dit voorstel nader hebben ingedacht, zou men weinig of niets bereiken. Immers de nadeelen, die thans de kermis aankleven, zullen, hoewel eenigs zins gecomprimeerd, blijven, terwijl bovendien bij inkorting het gevaar dreigt, dat de beste kermisonder- nemingen, die nu aan het geheel nog een zeker aanzien geven, dan zullen wegblijven, omdat ze de kosten in 5 dagen niet goed kunnen maken. Leeuwarden, 26 October 1916. PELETIER, Rapporteur der le sectie, tevens algemeen rapporteur. P. A. DE HAAN, Rapporteur der 2e sectie. A. DE VOS, Rapporteur der 3e sectie. 299

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1916 | | pagina 151