2.100
10
7
Bijlage tot het verslag' der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1916.
Hoofdstuk
II
Afdeelinj;'
|f III, IV en V
OMSCHRIJVING DER INKOMSTEN.
Ontvangen
BEDRAG
in 1914.
GERAAMD BEDRAG
voor
1915.
1916.
6 Art. 1
Art. 1
Overgebracht
Dit cijfer in aanmerking nemende, heeft men ge
meend voor de raming van 1916 een rond cijfer van
9.300.000 tot grondslag te kunnen nemen.
Bij eene heffing naar 4 ten honderd kan de on
zuivere opbrengst worden geschat
op 372.000,—
Voor vermindering wegens ont
heffing, afschrijving en oninbare
posten, onder aftrek van restitu
tion, waarvan echter moeilijk een
juist cijfer is te ramen, heeft men
gemeend, met het oog op het ge
middelde bedrag over de laatste
drie jaren ad 10.246,74 te kunnen
stellen eene ronde som van 10.500,
Rest voor het primitief kohier 361.500,—
Hierbij het vermoedelijk bedrag
der suppletoire kohieren, waarvan
het gemiddelde cijfer over de laat
ste drie jaren bedroeg 12.730,55.
In 1914 was het totaal dier kohie
ren 14.380,22", in verband waar
mede wordt uitgetrokken eene ron
de som van12.500,
Totaal der vermoedelijke op
brengst f 374.000,
De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van
10 Juli 1913, goedgekeurd bij Koninklijk besluit
van 28 October 1913, no. 57.
Totaal van de Tilde afdeeling
AFDEEL ING IV.
Belasting op de honden.
Belasting op de honden
De lijsten over 1914 zijn vastgesteld tot een be
drag van2.278,50
Hieraf het bedrag der ontheffin
gen en oninbare posten153,
Rest 2.125,50
Met het oog hierop is geraamd eene ronde som
van 2.100,
Het bedrag der eventueel te verleenen restitu-
tiën is uitgetrokken onder volgnö. 141.
De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van
25 Juli 1905, goedgekeurd bij Koninklijk besluit
van 9 September 1905, no. 35.
Totaal van de IV
afdeeling
AFDEELING V.
Belasting op tooneelvoorstelling en en andere openbare
vermakelijkheden
Belasting op tooneelvertooningen en andere
openbare vermakelijkheden
De opbrengst over 1914, bedragende ruim
7.000,in aanmerking nemende en er op reke
nende dat de opbrengst gedurende het jaar .1916
tengevolge van den oorlogstoestand niet hooger zal
zijn, heeft men gemeend eene ronde som van
7.000,te kunnen ramen. De opbrengst tot en
met einde Augustus 1915 bedraagt ruim 7.250,
De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van
Over te brengen
357.198 59 367.200
374.000
357.198
59
367.200
2.148 75
2.150
374.000
2.148 75
2.150
2.100
7.023 62
6.500
7.000-
7.023 62
6.500
7.000
fej Ta a
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1916. Bijl. no. I.
bC
"5
Hoofdstuk
II
Afdeeling
V en VI
Ontvangen
OMSCHRIJVING DER INKOMSTE N. BEDRAG
in 1914.
GERAAMD BEDRAG
voor
1915.
1916.
Art. 1
Overgebracht
19 September 1911, goedgekeurd bij Koninklijk be
sluit van 21 November 1911, no. 39.
Totaal van de Vde afdeeling
AFDEELING VI.
Rechten, loonen en andere gelden, bedoeld in artikel
238 der gemeentewet en belastingen, waarvan de
heffing krachtens bijzondere wetten geschiedt.
Bruggelden
De opbrengst van bruggelden, die Dij gaardering
worden geïnd, was over 1914 als volgt:
Harlingervaartsbrug3.990,20
Noorderbrug1.186,20
Prins Hendrikbrug2.670,10
Wirdumerpoortsbrug2.266,80
Vrouwenpoortsbrug884,—
Verversbrug384,65
le Kanaalbrug3.233,60
2e 3.304,30
Potmargebrug87,80
Samen 18.007,65
In aanmerking nemende dat die opbrengst in
goede verhouding was tot die van andere jaren,
heeft men gemeend de volgende bedragen te kun
nen ramen als:
de Boomsbrug j t t Mei 1919 verpacht f 124
Vlietsterbr. 1
Ophaalbrug 1919 5,
Blauwebrug 1919 1,
Poppebrug 1919 1,
Harlingervaartsbrug bij gaarde
ring 3.950,
Noorderbrug bij gaardering 1.150,
Prins Hendrikbrug 2.650,
Wirdumerpoortsbr. 2.250,
Vrouwenpoortsbrug 850,
Verversbrug 350,
le Kanaalbrug 3.200,
2e v v .1.250,
Potmargebrug 69,
Totaal 17.850,
De heffing geschiedt, wat betreft de doorvaarts-
gelden van de Boomsbrug, de lietsterbrug, de
Ophaalbrug, de Poppebrug en de Blauwebrug,
krachtens raadsbesluit van 8 December 1903, goed
gekeurd bij Koninklijk besluit van 15 Februari
1904, no. 46, van de Harlingervaartsbrug, de Noor
derbrug, de Prins Hendrikbrug, de Wirdumer
poortsbrug, de Vrouwenpoortsbrug, de Ververs
brug en de beide Kanaalbruggen, krachtens raads
besluit van den 25 Februari 1913, goedgekeurd bij
Koninklijk besluit van 25 April 1913, no. 30 en van
de Potmargebrug krachtens raadsbesluit van 22
Mei 1906, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van
4 Juli 1906, no. 53.
Kadegeld
De ontvangsten over 1914 in aanmerking geno
men, is een ronde som van 2.700,geraamd.
De heffing zal geschieden krachtens nog te ne
men raadsbesluit.
Havengeld
De opbrengst van het havengeld is tot ultimo
Over te brengen
Ï.023 62
7.023 62
6.500
7.000 -
6.500— 7.000
18.13865 15.350 17
.850
j.
2.726 55
8.051
28.916 20
2.700 2.700
8.051 8.051
26.101
28.601