600
600
1.160
c
bc
O
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeentel'
raad van Leeuwarden, 1918.
r*
S
Jc
"o
Hoofdstuk
IV.
Hoofdstuk
V.
ÜMSCHRLIVING DER INKOMSTEN.
Ontvangen
BEDRAG
in 1916
GERAAMD BEDRAG
voor
1911
1918
48
Art. 6
49
Art. 7
50
Art. 1
51
Art. 2
52
Art. 3
53
54
Art. 4
Art. 5
Overgebracht
Ontvangsten ter zake van de bank van leening
De rente der kapitalen aan de bank van lee
ning verstrekt, zijn, ingevolge raadsbesluit van
28 November 1911, berekend naar 4 Op de
begrooting van de bank van leening is voor 1918
voor rente uitgetrokken 700,
Ontvangsten ter zake van de gemeentelijke pu
bliciteit
De aanplakborden zijn tot 1 Juli 1921 openbaar
verpacht voor 518,—.
Totaal van het IVde hoofdstuk
HOOFDSTUK V.
UITKEEKINGEN, BIJDRAGEN EN SUBSIDIËN.
Uitkeering van liet Rijk, volgens de artt. 19
der wet van 24 Mei 1897 (Staatsblad no. 156),
zooals die is gew ijzigd by de wet van 3 Juni 1905
(Staatsblad no. 151 na aftrek van 31.620,
volgens art. 9bis dier wet
Door Gedeputeerde Staten van Flriesland is het
volgens art. 1 der boven aangehaalde wet voor
ieder inwoner uit te keeren bedrag voor deze ge
meente vastgesteld op 3,41.
Naar een getal van 40.875 inwoners (de bevol
king op 1 Jan. 1917) zou de uitkeering bedragen
eene som van 139.383,75. Met het oog op moge
lijke vermeerdering van het getal inwoners is een
som van J 139.620,geraamd; deze som dient
echter te worden verminderd met de meerdere
rijksbijdrage in de kosten van het lager onderwijs
ad 31.620,vastgesteld bij beschikking van den
Minister van Binnenlandsche Zaken d.d. 27 De
cember 1905, no. 10778, le afdeeling A. Z. C.,
waarom voor 1018 een bedrag van 108.000,op
de begrooting is uitgetrokken.
Uitkeering van het Rijk, volgens art. 10 dier
wet
Boven de uitkeering, bedoeld bij artt. 19 der
bovenvermelde wTet, ontvangen de gemeenten van
het Rijk over elk jaar een uitkeering ten bedrage
van één vierde van de som der jaarwedden voor
den burgemeester en den secretaris vastgesteld.
Deze uitkeering gaat echter het bedrag van
600,niet te boven.
Bijdrage van het Rijk, krachtens art. 48, le lid,
1°; der w et tot regeling van het lager onderwijs
1 Deze bijdrage zal over 1918 vermoedelijk bedra
gen 87.900,terwijl over 1916 te weinig geno
ten is 1.100,
Bijdrage van het Rijk, krachtens art. 48, le lid,
2°; dier wet
In het onzekere of in 1918 schoolbouw zal plaats
vinden is het artikel voor „Memorie" aangebracht.
Bijdrage van het Rijk, krachtens art. 49 dier
wetf
Over 1916 is voor het herhaliugsonderwys eene
bijdrage genoten van 1.162,80; met het oog hierop
is voor 1918 eene ronde som van 1.160,ge
raamd.
Over te brengen
20
479.740 385
633 88
518
480.892 265
105.724
600
o
82.902 80
13.182 665
1.162 80
203.572 835
174.230 59
900
230.047 93'
700
518
518
175.648 59
231.265 93'
106.000
108.000 -
84.000
Memo He
1.060-
191.660-
89.000-
Memo pie
198.760-
Bijlage tot het verslag' der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1918. Bijl. no. I.
0)
Hoofdstuk
V.
Ontvan
gen
GERAAMD BEDRAG
OMSCHRIJVING DER INKOMSTEN.
BEDRAG
voor
in 1916.
1917
1918
Overgebracht
203.572
83'
191.660
198.760
55
Art.. 6
Bijdragen van andere gemeenten in de kosten
van het lager onderwijs
Krachtens gemeenschappelijke regeling met
verschillende gemeenten is over 1916 in de kosten
van het lager onderwijs bijgedragen 2.016,12s
Voor 1918 is eene ronde som van 2.000,ge
raamd.
2.016
12'
1.600
2.000
56
Art. 7
Subsidie van het Rijk en de provincie in de kos
ten van de middelbare avondhandelsschool
Van de onder volgno. 249 uitgetrokken som
wordt door het Rijk gedragen 1.500,
en door de provincie450,
450
2.300
1.950
Samen 1.950,
57
Art. 8
Subsidie van het Rijk in de kosten van het hoo-
ger onderwijs
Het rijkssubsidie ten behoeve van het gymna
sium is berekend naar de volgende uitgaven:
Jaarwedden31.960,
Leermiddelen440,
Brandstof en licht475,
Onderhoud van schoolmeubels 60,
kachels 130,
gordijnen 40,—
Schoonhouden van de lokalen,
meubels enz310,
Toelage aan curatoren 100,
Uitgaven van den rector 40,
Vergoeding voor vrije woning van
10.867
12.300
11.852
50
Totaal 33.705,
Afgetrokken de vermoedelijke op
brengst van de schoolgelden 10.000,—
Rest 23.705,
Hiervan de helft ad 11.852,50, is als subsidie
op de begrooting uitgetrokken.
Vergelijk volguos. 254, 255 en 256.
58
Art. 9
Bjjdrage van het Rjjk en de provincie in de
kosten van verpleging van arme krankzinnigen,
Naar het tegenwoordig getal der verpleegden
zullen de ontvangsten, bij dit artikel bedoeld, be
dragen als volgt:
van het Rijk4.040,
de provincie1.750,
4.903
27
4.845
5.790
Samen 5.790,
Vergelijk de toelichting bij volgno. 273.
59
Art. 10
Bijdragen van particulieren in die kosten
Naar de thans loopende contracten moet in de
kosten van verpleging van arme krankzinnigen
worden bijgedragen 1.072,25. In verband daar
mede is eene ronde som van 1.050,geraamd.
Vergelijk de toelichting bij volgno. 273.
1.405
72'
1.000
1.050
60
Art. 11
Bijdrage van de provincie in de toelage aan
den gemeenteveearts
Deze sedert 1873 genoten toelage is tot hetzelfde
400
400
400
Over te brengen
223.614
95'
214.105
221.802
50