Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1918. Artikel 5. De storting der aangenomen bedragen moet geschieden op 1 December 1918, ten kantore waar de inschrijving heeft plaats gehad, tegen afgifte van het vereischte getal obligation. Artikel De inschrijver, die eene hem toegewezen schuld bekentenis op naam wenseiht te doen stellen, moet uiterlijk zeven dagen vóór de storting schriftelijk aan Burgemeester en Wethouders naam, voorna men en woonplaats opgeven van hem te wiens name de schuldbekentenis moet gesteld worden. Voor zooveel het rechtspersonen, minderjarigen of onder curateele gestelde personen betreft, moeten de naam, de voornamen en de woonplaats vair de leden van het bestuur, den voogd of den curator en de hoedanigheid, waarin zij optreden, worden opge geven. Artikel 7. Van de op naam staande schuldbekentenissen wordt ten kantore van den gemeente-ontvanger een register gehouden. Verandering van eene schuldbekentenis op naam m eene schuldbekentenis aan toonder of omgekeerd kan, op schriftelijk verzoek van den eigenaar of diens gemachtigde, door Burgemeester en Wethou ders geschieden. Eigendomsovergang en verandering van eene schuldbekentenis op naam in eene schuldbekentenis aan toonder of omgekeerd worden in het register en op de schuldbekentenis aangeteekend. Die aanteekening geschiedt bij eigendomsover dracht onder de levenden op eene verklaring van den eigenaar of diens gemachtigde en van den nemer; bij eigendomsoverdracht hij versterf op vol doend, door den verkrijger te leveren, bewijs. Artikel 8. De gemeente is in geen geval aansprakelijk voor de gedane overschrijvingen. Onverminderd de bevoegdheid der gemeente om na verloop van 5 jaar, te allen tijde tot vervroegde, geheele of gedeeltelijke aflossing over te gaan, zal jaarlijks op 1 December, te beginnen met het jaar 1920, "worden afgelost: pondspondsgewijze zoo ua mogelijk onder de i nschrij vers geschieden. Burgemeester en Wethouders hebben het recht inschrijvingen geheel of gedeeltelijk ter zijde te stellen. By de inschrijving moeten de belanghebbenden verklaren of en, zoo ja, hoeveel gesplitste obliga- tiën zij wenschen te ontvangen. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1918. Bijlno. 37. in 1920 tot en met 1924 16.000,— per jaar 192b 1929 19.000,— 1930 1934 23.000,— 1935 1939 26.000 1940 1944 30.000,— 1945 1949 35.000,— 1950 1954 42.000,en 1955 1959 49.000,— De aflossing kan geschieden door inkoop en door uitloting. Artikel 10. Voor zoover deze niet zijn ingekocht, zal de aan wijzing van de af te lossen ohligatiën geschieden ten overstaan van Burgemeester en Wethouders, in de maand October. Van den uitslag der loting zal kennis worden gegeven in één of meer door Burge meester en Wethouders aan te wijzen bladen. Artikel 11. Indien tot geheele aflossing der leening mocht worden overgegaan of een hooger l>edrag zal wor den afgelost, dan bepaald is, zal zulks ten minste twee maanden van te voren in de in artikel 10 bedoelde bladen bekend gemaakt worden. Artikel 12. Op deze leening zal de officieele beursnoteering worden aangevraagd. Artikel 13. De door uitloting of op andere wijze aflosbaar gestelde ohligatiën dragen geen rente meeir van den dag af, waarop zij aflosbaar zijn gesteld. Artikel 14. De coupons, mits niet tot eene aflosbaar gestelde obligatie behoorende, zijn betaalbaar aan de kan toren in het eerste lid van art. 4 vermeld. Artikel 15. Aan de leden van de Vereeniging voor den Effec tenhandel te Amsterdam, de Vereeniging van Effectenhandelaren te Rotterdam en den Bond voor den Geld- en Effectenhandel in de provincie wordt 3/s provisie toegekend over het nominaal bedrag der aan hen toegewezen en uitgereikte ohligatiën, op daartoe in te dienen declaratie. Leeuwarden, 19 De Raad voornoemd, 249

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1918 | | pagina 123