Bijlage no42.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1918.
Art. 4. Als reden, waarom hier bestuurders zijn
aansprakelijk gesteld, geldt dezelfde grond als aan
leiding gegeven heeft tot art. 106 van de Algemeene
Politieverordeningzonder bijzondere bepaling te
dezen aanzien zouden de overtredingen, dooreen rechts
persoon gepleegd, strafrechtelijk niet kunnen worden
achterhaald.
Art. 5. De algemeene ontheffing kan noodig zijn
b.v. bij feestelijke gelegenheden of andere tot samen
loop van vele menschen leidende gebeurtenissen.
Aan Burgemeester en Wethouders moet de bevoegd
heid blijven om voor uitgebreide bedrijven een vroeger
aanvangsuur der werkzaamheden toe te staan, omdat
deze zaken anders wellicht niet op tijd klaar kunnen
zijn voor den broodverkoop.
Art. 8. Het is, blijkens den uit belanghebbende
kringen vernomen wensch, geraden geoordeeld de
inwerkingtreding der verordening zoo spoedig mogelijk
te doen geschieden.
WIJZIGING der jaarwedden van de docenten
aan de middelbare meisjesschool.
Aan den Gemeenteraad.
Evenals voor het gymnasium en op soortgelijke
gronden is opnieuw wijziging van de jaarwedden-
verordening voor de school van Middelbaar Onder
wijs voor Meisjes, pas met 1 Januari 1918 herzien,
noodig geworden. Ook hier noopt het groot verloop
der onderwijskrachten, gevolg van gunstiger rege
lingen elders en van de afgezonderde ligging onzer
gemeente, tot ingrijpen. Zelfs een vergelijking met
de jaarwedden der onderwijzers aan de M.U.L.O.
klassen der scholen 4 en 12, zooals zij gelden op
het oogenblik waarop dit voorstel wordt geschre
ven, vallen ten ongunste der hier bedoelde leerares-
sen uit. Het is daarom dat wij overnemen de cijfers
in :het ter zake uitgebracht advies der Commissie
voor het Middelbaar Onderwijs gegeven. Wij meu
nen evenwel, dat de aangevoerde gronden voor de
ONTWERP
BESTAANDE REDACTIE.
Art. 2.
De jaarwedden bedragen:
voor de directrice 2600—, welke jaarwedde, na
3 en 6 jaren dienst als directrice, kan worden ver
hoogd telkens met .150.
voor de Leraressen sub b, indien zij den doctors
titel bezitten 1700.— en indien zij dien titel niet
bezitten 1600.welke jaarwedden kunnen wor
den verhoogd', indien zij 3, 6, 9 en 12 jaren zijn
werkzaam geweest, telkens met j 100.
voor de leerares sub c 1200.— en voor die sub d
800—, welke jaarwedden kunnen worden ver
hoogd, indien zij 3, 6, 9 en 12 jaren zijn werkzaam
geweest, telkens met 50.
voor de leerares sub e 850.
voor de leerares sub f 100.voor ieder gedu
rende den geheelen cursus feitelijk gegeven lesuur
per week; voor gedeelten van den cursus naar ge
lang van den duur daarvan.
Tijdelijke diensten kunnen voor de berekening
der dienstjaren in aanmerking worden gebracht.
Bij benoeming van docenten, bedoeld sub b van
art. 1, wordt, wanneer zjj gelijktijdig aan eene an
dere inrichting van onderwijs werkzaam zijn, de
wedde op 100.per wekelijkseh lesuur bepaald,
met dien verstande dat de wedde niet hooger wordt
verhoogingen der jaarwedden niet enkel pleiten
voor de in artikel 2de lid der verordening vermelde
bedragen, doch dat dan tevens de by het voorlaatste
lid van dat artikel, en de in de artikelen 5, 6 2e lid
en 9 genoemde belooningen moeten worden ver
hoogd.
De belooning van het tijdelijk personeel wenschen
wij, evenals met het gymnasium is gebeurd, te
zegelen overeenkomstig het vaste personeel. Van
deze gelegenheid wordt tevens nog gebruik ge
maakt om een misstelling in het bestaande artikel 9,
waar art. 4 in plaats van art. 6 wordt aangehaald,
te herstellen. De meerdere kosten worden naar den
toestand van heden op 4000.geraamd.
Wij hebben de eer U voor te stellen te besluiten
tot wijziging der aangehaalde verordening en daar
toe te nemen het besluit dat in ontwerp hiernevens
gaat.
Leeuwarden, 18 October 1918.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
SCHOON DERMARK, L.-Burgemeester.
M. GOSLINGS, Secretaris.
De Raad der gemeente Leeuwarden
gezien het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders;
besluit
vast te stellen de navolgende
VERORDENING tot wijziging van da verorda-
nlng regelondo do jaarwodden dar do
centen aan de schooi van middelbaar
onderwijs voor meisjes.
I.
In art. 2 wordt:
1. in het eerste lid:
a. in de tweede zinsnede de getallen „2600" en
„1'50" vervangen door respectievelijk ,,3<hio' en
„250";
b. in de derde zinsnede de getallen „1700",
„1600" en „100" vervangen door respectievelijk
„2100", „2000" en „150";
c. in de vierde zinsnede de getallen „1200" en
„50" vervangen door respectievelijk „1400" en
„100";
d. in de zesde zinsnede het getal „100 vervan
gen door „125".
2. In liet derde lid het getal „100" vervangen
door „120", terwijl achter het woord „bepaald"
wordt ingevoegd „welke wedde kan worden ver
hoogd, indien de docent 3,6, 9 en 12 jaren werkzaam
s geweest, telkens met j 10.
262
263