Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1918. missie tot het uitzenden van kinderen naar buiten en de evengenoemde vereeniging bij den Raad aanhangig en den 13en Augustus 1.1. in handen van Burgemees ter en Wethouders om praeadvies gesteld, om een subsidie voor de uitzending van kinderen naar buiten. Yolgno. 233. Als Burgemeester en Wethouders na nader overleg met de commissie van toezicht en den schoolarts de wen- schelijkheid zal zijn gebleken, waaromtrent zij tot dusver echter nimmer iets hebben vernomen, om in iedere school een verbandkistje aan te brengen, zullen ter zake de noodige maatregelen worden genomen. Yolgno. 242. Ook dit jaar is van Burgemeester en Wethouders een voorstel inzake kindervoeding te verwachten. De daaruit voortvloeiende uitgaven zouden moeten worden gebracht ten laste van volgno. 355. De datum van uitreiking van klompen als maatregol tegen school verzuim en het ophouden van de verstrekking, hielden ten vorigen jare verband met de uitreiking van regeeringswege van goedkoope klompen. Volgno. 246. (Schoolreisjes.) Zie 1917, bijlagen nos. 37 en 39, volgno. 240, Hande lingen bladzijde 332. Burgemeester en Wethouders zijn in beginsel niet tegen het verleenen oener bijdrage in de kosten van schoolreisjes door kinderen van bijzondere scholen die kosteloos onderwijs genieten, doch kunnen met het oog op het ontbreken van gegevens dienaangaande hier thans moeilijk een cijfer noemen. Volgno. 248. Reorganisatie der middelbare meisjesschool maakte tot dusver geen onderwerp van bespreking uit in den Raad die moest leiden tot een nader voorstel van Burgemeester en Wethouders. Wel heeft de commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs zich in verband met de debatten van 9 April j.l. eigener beweging ter zake tot Burgemeester en Wethouders gewend, welke briefwisseling blijkbaar ter kennis is gekomen van het lid hier aan het woord. Burge meester en Wethouders hebben in verband met de plannen voor een drie-jarige H. B. S. vooralsnog geen termen gevonden naar aanleiding daarvan stappen te doen. Volgno. 260. De vergoeding voor schoonmaakgereedschappen van de schoolschoonmaaksters is in 1917 reeds verdubbeld. Met het eindigen van den oorlog zullen deze mate rialen eerder in prijs dalen dan stijgen, zoodat ver hooging der vergoeding thans bezwaarlijk te recht vaardigen is. Volgno. 264. Voor steun aan de Openbare Leeszaal een hooger bedrag uit te trekken dan hier door Burgemeester en Wethouders wordt voorgedragen, is het college onnoodig voorgekomen daar het geraamde cijfer is overeenkomstig de wenschen van het bestuur. Met het bestuur wordt overleg gepleegd inzake de mede werking der gemeente om de inrichting elders en beter dan thans te huisvesten. Volgno. 271 en 272. Onder deze volgnos. worden opmerkingen gemaakt die den inwendigen dienst van het Stadsarmhuis en het Stads Ziekenhuis raken. Burgemeester en Wet houders zijn voornemens zich te dier zake tot de be trokken besturen te wenden en zullen het ontvangen antwoord c.q. vergezeld van hunne nadere mededee- lingen aan den Raad overleggen. Volgno. 274. Het salaris van de wijkverpleegster is in 1913 (gem. blad no. 39) bij verordening op f 800.f 1000,ge bracht. Binnen die grenzen wordt het juiste bedrag der bezoldiging door Burgemeester en Wethouders vastgesteld. De tegenwoordige titularisse is pas sedert 1 Juni 19 i7 in dienst. Ook hier dient het rapport der raadscommissie ad hoe te worden afgewacht. Volgno. 287. Het bedrag van het salaris van den Directeur der Arbeidsbeurs is sinds 1 Januari 1918 1150. daarbij komt krachtens raadsbesluit van 8 Mei 1917 nog 100.— als secretaris van de commissie van advies voor de werkloosheidsverzekering, die uit post no. 289, kosten van die commissie, wordt betaald. Het salaris in niet te laag uitgetrokken. Volgno. 303. Alleen gedurende de maanden September, October en November worden landkalveren ter markt aange voerd. Zij worden veelal Donderdagavond aangebracht en blijven den nacht over achter de markt aan den Zuidersingel. Op die straat is de passage dan vrijwel gestremd, doch naar de marktmeester der veemarkt opmerkt, komt dit verblijven van het jongvee niet of slechts in geringe mate voor in andere straten. Volgno. 332. (Subsidie Drankbestrijding.) Het komt Burgemeester en Wethouders voor dat ook al mogen vele door particulieren of vereenigingen ter hand genomen belangen in meer of mindere mate tevens dienen hot algemeen belang, aan de mode werking der gemeente toch een bepaalde grens dient te worden gesteld. Volgno. 333. Het is Burgemeester en Wethouders niet duidelijk, waarom de kinderbewaarplaats waarvoor eene ver eeniging, en naar zij meenen te weten op uitstekende wijze, zorg draagt, uit de handen der particuliere bemoeiing in die der gemeente zou moeten overgaan. De vereeniging heeft hiertoe althans nimmer bij Burgemeester en Wethouders stappen gedaan. Volgno. 355. Voorloopig wordt de hier uitgetrokken som voor 282 Bijlage tot hot verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1918. iiijl. 110. ~L(). kosten tot het nomen van maatregelen in verband met den oorlogstoestand ad 200,000.voldoende geoordeeld. Mocht het onverhoopt blijken niet het geval te zijn, dan kan versterking van den post in den loop van het jaar altijd nog plaats hebben. Bij vergissing is in de omschrijving van den post de ten vorigen jare bepaalde aanvulling voorzoover daartoe bij raadbsbesluit machtiging is verleend", weg gelaten. Zij zal alsnog bij nota van wijzigingen worden aangebracht. Nadere specificatie van den post is met het oog op de onzekerheid voor welke uitgaven terzake de gemeente zal worden geplaatst, bezwaar lijk de kosten der kindervoeding, waartoe Burge meester en Wethouders den Raad nog nadere voor stellen zullen doen, moeten ook uit dezen post wor den bestreden. Volgno. 356. Omtrent het na de totstandkoming van den vrede voortzetten van de centrale keuken hebben Burge meester en Wethouders nog geen gevestigde meening. Daarom is het wellicht boter op deze zaak thans niet vooruit te loopen. INKOMSTEN. Volgno. 2. Burgemeester en Wethouders zullen zeker niet O nalaten om indien ook Leeuwarden voor eene uit- keering uit de oorlogswinstbelasting in aanmerking zou komen daartoe de noodige stappen te doen. Zij meenen hierbij echter te moeten opmerken, dat blijkens circulaire van de Ministers van Financiën en van Binnenlaudsche Zaken d.d. 6 Augustus 1917 aan Gedeputeerde Staton der onderscheidene provinciën (Bijlage 370 (4) Handelingen Tweede Kamer Staten- Genoraal), bij de begrootingsstukken ter visie gelegd, voorde hierbedoelde ui tkeeringuitsluitend die gemeenten in aanmerking kunnen komen, die, zonder het leggen van een bovenmatig zwaren belastingdruk op hare inge zetenen, buiten staat zijn aan do door den oorlogs toestand in het leven geroepen geldelijke moeilijkheden het hoofd te bieden. Met betrekking tot de steun- verleening zal voorts nog te onderscheiden zijn tusschen derving van inkomsten als gevolg van de crisis en stijging van uitgaven uit dezelfde oorzaak. Ten opzichte van de eerste zou de vergoeding als regel zich moeten beperken tot den achteruitgang van de opbrengst van rechten en loonen en andere gelden, in artikel 238 der Gemeentewet bedoeld ter zake van het gebruik of genot van openbare werken en inrich tingen, die strekken ten dienste van het verkeer, daaronder niot begrepen inrichtingen en werken, uit sluitend ten dienste van het verkeer binnen de gemeente. Achteruitgang van andero inkomsten behoort, volgens de aangehaalde circulaire, althans in hoofd zaak te worden gedekt door belasting- of tariefver- hooging. Wat de stijging van uitgaven aangaat, zouden hierbij slechts die uitgaven in aanmerking zijn te brengen, ten aanzien waarvan met zekerheid kan ver wacht worden, dat zij een tijdelijk karakter dragen en derhalve na den oorlog zullen verschijnen. Duurte- bijslagen aan personeel zullen, aldus de circulaire, hieronder niet zijn te rangschikken. Volgno. 8. In verband met de tijdsomstandigheden en met de opbrengst ten vorigen jare zijn de bruggelden voor zichtig geraamd en daardoor inderdaad lager gekomen dan de kosten der bediening bedragen, waarvoor 15171.is uitgetrokken. Eene herziening van het tarief der bruggelden naar de tonnenmaat is bij Burgemeester en Wethoudersin voorbereiding. Volgno. 22. Vooralsnog zien Burgemeester en Wethouders geen reden om voorstellen te doen, zooals het hier aan het woord zijnde lid wenscht, tot het invoeren van eene andere schoolgeldregeling. Een bedrag aan school geld voor de eerste klasse scholen van 36.en van O die der vierde klasse van 25.komt alleszins voldoende voor. Volgno. 27. De bedoeling is dat voorloopig wordt volstaan met de 30 opcenten op de dividend- en tantième belasting, die de wet van 26 Juli 1918 Staatsblad no. 502 in uitzicht stelt. Die wet opent do mogelijkheid om tot 48 te gaan. Ten einde uitbreiding der hier tot gering getal gevestigde naamlooze vennootschappen niet tegen te houden is het wenschelijk geoordeeld het voorloopig bij het wettelijke getal van 30 te laten blijven. Volgno. 42. Zie onder volgno. 40 Bijlage no. 42 van 1916, blz. 305. Volgno. 62. Gelijk den Raad bekend is, wordt van de ambtenaren in dienst der Gemeente krachtens de betrekkelijke verordening (Gemeenteblad 1914 No. 3) geen korting geheven wegens eigen pensioen, en wegens weduwen- en weezenpensioen 5 °/0 van den met 300 ver minderden pensioensgrondslag. Het komt Burgemeester en Wethouders voor dat in afwachting van het rapport der commissie voor de salarissen, beter thans ter zake nog geen bepaald standpunt wordt ingenomen. Naar aanleiding van de door de Commissie van rapporteurs gedane voorstellen hebben Burgemeester en Wethouders de eer den Raad voor te stellen te besluiten 1°. hun collego diligent te verklaren ten opzichte van de verplaatsing van het aschland 2°. het voorstel tot het verleenen aan de leden van den Raad van vrijen toegang tot de gemeente bedrijven, -terreinen en -inrichtingen aan te nemen 3°. in verband met het bij den Raad aanhangige 283

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1918 | | pagina 140