LASTEN.
TOELICHTING
t- ar ,-r t
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1918.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1918. Bijl. no. 2.
XII. (Art. 19 IIh der verordening
Alle uitgaven ten behoeve van de verbetering en uitbrei
ding A-an het bedrijf voor zoover niet vallende onder III
en IV
Totaal Hoofdstuk XII
XIII. (Art. 19 IIi der verordening.)
De aan de gemeente toekomende vergoeding van 0,79
per strekkende meter buizenleiding
Totaal Hoofdstuk XIII
XIV. (Art. 19 IIk der verordening.)
De aan de gemeente toekomende rente van 4 per jaar
van de schuld der iabriek aan de gemeentef
Totaal Hoofdstuk XIV
XV. (Art. 19 III der verordening.)
Eene storting in het afschryvings- en vernieuwingsfonds
berekend volgens de bepalingen van art. 28
Totaal Hoofdstuk XV
Uitgegeven
BEDRAG
in 1916.
19280 83
19280 83
GERAAMD BEDRAG
voor
1917
1918
36
800
36800
4191110
41911 10
19254) 84
43239 70
43239 70
1917023s
52900
52900
43239 70
43239 70
18681 71s
XII
19254 84
38795 18s
38795 185
19170 23s
XIV
18681 71s
34259 33
35324 59
IXV
34259 33
35324 59
a. aankoop van gasmetersf 2000.
b. muntgasmeters15000.
c. aanleg muntgasinstallaties18000.
d. dienstleidingen1500.
e. kanalisatie15000.
f. openbare verlichting1000.
g. aankoop instrumenten300.
h. meubilair100.
f 52900
Deze posten zijn geraamd naar de uitgaven over 1916.
Onder deze bedragen zyn begrepen de volgende sommen voor arbeidsloon: c. 1200,d.
250,e. 1000,f. 100,h. 50,of totaal 2600,
Bij bovenstaande raming is gerekend met de aanschaffing van 50 gewone 5-lichts gasmeters,
300 muntgasmeters, 300 muntgasinstallaties, 50 dienstleidingen en de gewoonlijk voorkomende
uitbreiding in het buizennet enz.
XIII
Volgens art. 19 Ili der verordening, moet jaarlijks een uitkeering plaats hebben van 0,70
per strekkenden meter buizenleiding. De lengte van het buizennet was op 31 December 1916 59.873
M. Gedurende 1917 en '18 kan een vermeerdering verwacht worden van 1898 M., zoodat de totale
lengte van het buizennet op 31 December 1918 wordt geschat te zullen bedragen 61.771 M., waar
voor aan de gemeente zal moeten worden betaald 43.239,70.
De leeningschuld van de gasfabriek aan de gemeente bedroeg op 1 Januari 1917 ƒ466510.515
Vermeerderd met de vermoedelijke leening dienst 1917 (te sluiten
in 1918) grootf 17719.83
Verminderd met het overschot van het afschrijvings en ver
nieuwingsfonds.
Na verplichte 2'/2 aflossing van
de leening 1905 oorspronkelijk groot f 74313.45
1908/1909 468367.39s
1911 15600.64
1912 3148.34s
1913 14816.56
1914 14868.71s
1915 3305.76
zal de totale schuld op 1 Januari 1918 bedragen
waarvan over 1918 4 of f 18681.716
2326 9 Is
15392.91s
f 481903.43
1857.83s
11709.18s
390.01s
78.71
370.415
371.72
82.64s
14860.52s
verschuldigd is.
/•467042.90s
Volgens de balanswaarde op 1 Januari 1918, rekening houdende met de te verwachten ver
meerderingen gedurende 1917 en de afschrijvingen op de balanswaarde van 1 Januari 1917 zullen
deze afschrijvingen voor 1918 bedragen 35324,59.
Voor de zuivere berekening van dit bedrag wordt verwezen naar het aan het slot van deze be
grooting opgenomen staatje. Uit dit fonds zal de 21/, schuldaflossing aan de gemeente worden
voldaan ten bedrage van 15.245,35 en 20.079,24 ter bestrijding van kosten voor aanleg en uitbrei
ding.
102
103