Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden 1918. Bijlno. 16. Bijlage no. 16. (gem. bladen 1911 no. 19, 1912 no. 16 en 1917 no. 4). De Directeur der Gemeentewerken heeft bij ons college ingezonden een voorstel tot uitbreiding van liet technisch personeel bij zijn tak van dienst, met name van de opzichters en de teekenaars. Met de Commissie voor de Openbare Werken kunnen wij dit denkbeeld tot het onze maken, omdat het niet voor betwisting vatbaar is dat de dienst zich in de laatste jaren buitengewoon heeft uitgebreid, zoo wel door uitzetting der bebouwde kom als door toeneming van de eigendommen der gemeente en van hare bemoeiingen in 't algemeen, waarvan Ge meentewerken gewoonlijk niet het geringste deel voor zyri rekening heeft te nemen. Het is dan ook niet te verwonderen, dat die taak met geen moge lijkheid naar eisch is uit te voeren met hetzelfde getal opzichters als ook volgens de verordening van 1883 tot den dienst behoorden. De bedoeling van des Directeurs voorstel is dit getal voor de gebouwen van een op twee te brengen en het werk voor de gemeentewerf en voor de bestratingen over twee vaste opzichters te verdoelen. Wordt aldus besloten, dan kan tot vaste aanstelling wor den overgegaan van al sinds jaren, met toepas sing van het laatste lid van artikel 3 der betrekke lijke verordening, tijdelijk aangesteld personeel. Om gelijke redenen ais de vorenstaande moet ook het getal teekenaars van een op twee gebracht worden. Wij hebben de eer 1' voor te stellen tot wijziging der verordening, regelende den rang, het getal, de benoeming, de bezoldiging enz. der ambtenaren en werklieden van de gemeentewerken, te besluiten en daartoe vast te stellen het hieronder in ontwerp volgend besluit. Leeuwarden, 20 Februari 1918. J. PATIJN, Burgemeester. M. GOSLINGS. Secretaris. BEST AA N I)E R E1)A CTIE. Art. 3, le lid (ged.) Voor den dienst der gemeentewerken worden aangesteld: De Raad der gemeente Leeuwarden; gezien het voorstel van Burgemeester en Wet houders; besluit: de verordening, regelende den rang, het ge tal, de benoeming, de bezoldiging enz. der ambte naren en werklieden van de gemeentewerken (ge meentebladen 1911 no. 19, 1912 no. 16 en 1917 no. 4) te wijzigen als volgt: I. In art. 3, le lid, wordt gelezen: in onderdeel d in plaats van de woorden „vier op zichters": „zeven opzichters" en in onderdeel e in plaats van: „een teekenaar" de woorden „twee tee kenaars". Art. 4 (ged.) II. De dienst der gemeentewerken wordt gesplitst in ln het derde lid van art. 4 worden de woorden: twee afdeelingen. „drie opzichters" vervangen door: „zes opzichters" Aan het hoofd der eerste afdeeling staat de en het woord „teekenaar" door „teekenaars", directeur. Tot die afdeeling belmoren verder: de hoofdopzichter, drie opzichters, waaronder die voor de plantsoe nen, de teekenaar, enz. 'F I WIJZIGING der verordening voor het personeel aan Gemeentewerken Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, ONTWERP. a. een directeur, b. een gemeentelijke inspecteur voor het wo ningtoezicht, c. een hoofdopzichter, d. vier opzichters, waaronder een voor de plant soenen, e. een teekenaar, enz. 163

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1918 | | pagina 82