164
Bijlage no. 17.
165
der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden. 1918.
III.
In het eerste en derde lid van art. 7 en het tweede
lid van art. 8 worden telkens de woorden: „den tee
kenaar" vervangen door: „de teekenaars".
Leeuwarden, 19
De Raad voornoemd
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1918. Bijl. no.
WIJZIGING der verordening op het
heffen van schoolgeld voor de
middelbare school voor meisjes.
Aan den Gemeenteraad.
Bij gelegenheid van de behandeling der gemeen-
tebegrooting voor 1918 is een voorstel ingekomen
van den heer Nijholt, beoogende om het schoolgeld
voor de middelbare meisjesschool bij een aanslag
in den hoofdelijken omslag tot en met 4500.met
25.en boven 4500.benevens voor hen die
buiten de gemeente wonen, met J 50.per jaar te
verhoogen. Over dit voorstel is ons prae-advies ge
vraagd.
Ingeval het voorstel-Nijholt in de verordening
zou worden belichaamd, zouden de schoolgelden,
in plaats van onderscheidenlijk 50.75.en
100.gebracht worden op 75.100.en
150.Dit schijnt inderdaad een te sterke
stijging in vergelijking met de schoolgelden
voor de andere lioogere onderwijsinrichtin
gen in de gemeente. De commissie van toe
zicht op het middelbaar onderwijs ontraadt
dan ook elke verhooging. Het wil ons voor
komen dat eenige wijziging echter wel toelaat
baar is, in dier voege dat de cijfers worden 60.—,
90.en 120.terwijl een nieuwe categorie
schoolgeldplichtigen, nl. zij die naar een inkomen
van meer dan 6000.zijn aangeslagen, wordt
ingevoerd, van wie dan 150.schoolgeld wordt
verlangd. Mocht het al tot wijziging der school
geldheffing komen, dan geeft de commissie aan
deze laatste tarifieering de voorkeur. Er is
hierin nog een nieuw element gebracht en wel de
splitsing der aanslagen in de schoolgeldheffing
van de buitenwonenden in lien, die 6000.en
meer, die van 4600.tot 6011).en die minder
dan 4600.inkomen hebben. Voor eerstgenoem-
den zal het schoolgeld 180.voor de daaropvol-
genden 150.— en voor de laatsten 120.bedra
gen. De verdere wijzigingen van artt. 1, 6 en 7 han
gen met dit nieuwe element samen, dat te weeg
brengt, dat voortaan nu ook rekening met de aan
slagen in den hoofdelijken omslag of de plaatselijke
directe belasting naar het inkomen in de buiten
gemeenten moet worden gehouden. De onderschei
ding van de verschillende inkomens is overigens in
verband gebracht met de nieuwe klasse-indeeling
volgens de jongste wijziging der verordening op
den hoofdelijken omslag. Waren vroeger 3200.
en 4500.de grens eener klasse, die cijfers zijn nu
3300.en 4600.geworden. In artikel 1 is
het oude artikel '6, dat daar o.i. beter op zijn plaats
is, verwerkt. De bedoeling is de nieuwe regeling,
die, naar den toestand op 1 Januari 1918, 13.102.50
zal opbrengen tegen een raming der onderwijskos
ten, volgens de loopende begrooting, van 19.240.
met liet nieuwe schooljaar te doen ingaan.
Wij hebben de eer U voor te stellen te besluiten:
lo. het voorstel-Nijholt van 27 November 1917
te verwerpen;
2o. met intrekking der bestaande, vast te stel
len nieuwe verordeningen op het heffen en de
invordering van schoolgeld voor het ouderwijs aan
de school voor middelbaar onderwijs voor meisjes,
volgens de aangeboden ontwerpen.
Leeuwarden, 13 Februari 1918.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden
J. PATIJN. Burgemeester.
M. GOSLINGS, Secretaris.
ONTWERP.
BESTA AN DE R EDACTIE.
Art. 1.
Het schoolgeld bedraagt per jaar en per leerlinge:
bij een aanslag van den schoolgeldpliehtige in den
hoofdelijken omslag naar een inkomen:
tot en met 3200.50.
van boven 3200.tot en met 4500.75.
4500.en voor hen die buiten de ge
meente wonen 100.
voor iedere leerlinge, die het onderwijs in minder
dan vier vakken bijwoont, bedraagt het schoolgeld
voor ieder vak .1/4 van de bovenstaande bedragen;
een en ander behoudens de bepalingen van de vol
gende artikelen.
De Raad der gemeente Leeuwarden;
gezien het voorstel van Burgemeester en Wet
houders
besluit:
vast te stellen de navolgende
A. VERORDENING tot het heffen van school
geld voor het onderwijs aan de
school voor middelbaar onderwijs
voor meisjes.
Het schoolgeld bedraagt per jaar en per leer
linge:
I. voor hen, die in de gemeente wonen:
bij een aanslag van den schoolgeldpliehtige in
den hoofdelijken omslag:
naar een inkomen tot en met 3300.60.
van boven 3300.
tot en met 4600.90.
van boven 4600.
tot en met 6000.120.
van boven '6000.150.
yy yy yy