Bijlage no. 23.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1918.
Art. 4.
Overtreding van de bepaling van artikel 1 dezer
verordening wordt gestraft met geldboete van ten
'hoogste vijf en twintig gulden of hechtenis van ten
hoogste 6 dagen, van de bepaling van artikel 2 met
geldboete van ten hoogste vijf en twintig gulden.
Art. 5.
Deze verordening treedt in werking 1 Juli 1918.
Leeuwarden, den 19
De Raad voornoemd,
182
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwardeu, 1918. Bijl. no23.
VERORDENING voor het Dakloozen Tehuis.
Aan den Gemeenteraad.
Wij hebben de eer 1" hierbij ter goedkeuring te
doen toekomen het ontwerp eener verordening voor
hef gemeentelijk Tehuis voor Dakloozen. De bepa
lingen behoeven wel geen. nadere toelichting. Het
betrekkelijk advies der commissie voor het Tehuis
is bij de stukken gevoegd.
Leeuwarden, 24 April 1918.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J. PATIJN. Burgemeester.
M. GOSLINGS, Secretaris.
ONTWERP.
De Daad der gemeente Leeuwarden;
gezien lief voorstel van Burgemeester en Wet
houders
besluit:
vast te stellen de navolgende
VERORDENING voor het Gemeentelijk Tehuis
voor Dakloozen.
Artikel 1.
Het gemeentelijk Tehuis voor Dakloozen is be
stemd tot het geven zooveel mogelijk tijdelijk
van huisvesting aan hen, die door maatschappe-
lijken tegenspoed of door gemis aan zin voor maat
schappelijke orde, niet in. staat zijn om in hun
onderhoud en huisvesting zelfstandig te voorzien.
Als regel geldt, dat alleen personen ingeschre
ven als inwoners van deze gemeente, worden opge
nomen.
De gebouwen tot het Tehuis voor Dakloozen be-
hoorende, zijn:
a. het voormalig gebouw van de vereeniging „De
Philauitroop", met afzonderlijke werkplaats, gekwo-
teerd Wijk P, Groningerstraatweg no. 3, kadastraal
bekend gemeente Leeuwarden, Sectie F no. 2713
b. het door de gemeente nieuw te stichten ge
bouw, onmiddellijk naast en in aansluiting met
vorengenoemd gebouw.
Art. 2.
De opneming in het Tehuis geschiedt uitsluitend
namens Burgemeester en Wethouders op last van
de in artikel 4 bedoelde commissie.
Art. 3.
De mannelijke en de vrouwelijke personen, die
worden opgenomen; worden afzonderlijk gehuis
vest, terwijl de gezinnen afzonderlijke daarvoor in
gerichte kamers bewonen.
Voor zoover mogelijk hebben de verpleegden zelf
voor kleeding, ligging en voeding te zorgen en be
talen voor de huisvesting een door den Directeur
in overleg met de commissie vast te stellen bedrag
per dag.
Met inachtneming der huisregelen van de inrich
ting, door de commissie, onder goedkeuring van
Burgemeester en Wethouders te bepalen, kunnen
zij hunne gewone bezigheden buiten de inrichting
uitvoeren.
183